Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij beslissing van 17 mei 2023 heeft de examencommissie van de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences onder meer het verzoek van [appellante] om een alternatieve toetsvorm voor het vak Afstudeerscriptie (BGZ3026) afgewezen. Bij beslissing van 23 augustus 2023 heeft het college van beroep voor de examens van de Universiteit Maastricht het hiertegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Het geschil beperkt zich tot de vraag of het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de examencommissie het verzoek om een alternatieve toetsvorm voor het vak Afstudeerscriptie (BGZ3026) heeft mogen afwijzen. [appellante] betoogt dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de examencommissie haar verzoek heeft mogen afwijzen. Daartoe voert zij aan dat de beslissing om haar verzoek af te wijzen, onvoldoende en ondeugdelijk is gemotiveerd. In deze beslissing heeft de examencommissie niet uiteengezet waarom het aanbieden van een alternatieve toetsvorm voor de scriptie niet mogelijk is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1633
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 30 augustus 2023 heeft de decaan van het Instituut voor Rechtenstudies, namens het instellingsbestuur, [appellant] een bindend negatief studieadvies gegeven voor de opleiding HBO-Rechten.Bij beslissing van 6 december 2023 heeft het college van beroep voor de examens van de Hanzehogeschool Groningen het daartegen door [appellant] ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is in het studiejaar 2022-2023 gestart met de voltijdopleiding HBO-Rechten aan de Hanzehogeschool. Op 30 augustus 2023 heeft hij een BNSA gekregen, omdat hij 15 studiepunten van het propedeutisch jaar heeft behaald en daarmee niet heeft voldaan aan de studievoortgangsnorm van 45 studiepunten. Als gevolg van het BNSA is hij per 31 augustus 2023 uitgeschreven. [appellant] is het niet eens met de beslissing om hem een BNSA te geven. Hij voert aan dat hij door persoonlijke omstandigheden het hele studiejaar niet goed in zijn vel zat en dat zijn studieresultaten daar de dupe van zijn geworden. Volgens [appellant] kan hij hierdoor niet ongeschikt worden geacht voor de opleiding.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1631
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 20 juli 2023 heeft de examencommissie Informatica (hierna: de examencommissie) het verzoek van [appellant] om vrijstellingen voor de opleiding Artificial Intelligence aan de Vrije Universiteit Amsterdam gedeeltelijk afgewezen. [appellant] staat ingeschreven voor de bacheloropleiding Artificial Intelligence. Hij heeft de examencommissie verzocht om hem vrijstellingen te verlenen voor zijn bacheloropleiding van een omvang van totaal 69 ECTS op basis van de door hem behaalde vakken bij de opleiding Information Sciences. De examencommissie heeft hem bij beslissing van 20 juli 2023 voor 30 ECTS aan vrijstellingen verleend voor vakken behorende tot het verplicht voorgeschreven onderwijsprogramma. De overige 30 ECTS, waarvoor [appellant] in aanmerking kan komen behoren tot de vrijekeuzeruimte, waarbij de voorwaarde is gesteld dat zijn invulling van die keuzeruimte voldoet aan de niveauvereisten zoals gesteld in artikel 12 van de Onderwijs- en Examenregeling van de bacheloropleiding Artificial Intelligence 2022-2023 en geen overlap heeft met de bestaande vakken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1601
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Op 10 juli 2023 heeft de loopbaanbegeleider van [appellant] namens het Summa aan hem laten weten dat hij een negatief bindend studieadvies voor de opleiding software development ontvangt en dat de onderwijsovereenkomst daardoor wordt beëindigd. Bij beslissing van 29 augustus 2023 heeft de commissie van beroep voor de examens van de Stichting ROC Summa College het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing heeft [appellant] bij de Afdeling beroep ingesteld. [appellant] heeft het NBSA op 10 juli 2023 gekregen omdat hij slechts 41 studiepunten heeft behaald. Hij moest aan het einde van onderwijsperiode vier 45 studiepunten halen om de opleiding te kunnen vervolgen. [appellant] is daarom per 31 juli 2023 uitgeschreven voor de opleiding. De CBE heeft in de beslissing van 29 augustus 2023 overwogen dat het NBSA in overeenstemming met artikel 8.1.7a, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en dus rechtmatig is afgegeven. Daarom kon het Summa de inschrijving voor de opleiding beëindigen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1512
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van juli 2021 heeft de examinator aan [appellant] maatregelen opgelegd naar aanleiding van een beoordeling van een coschap in het tweede jaar van de masteropleiding Geneeskunde. [appellant] volgt de masteropleiding Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. In M2 heeft [appellant] de beoordeling ‘Not Yet On Track’ ontvangen voor het coschap Interne Geneeskunde, dat onderdeel uitmaakt van het onderwijsonderdeel seniorcoschapblok II. Naar aanleiding van deze beoordeling heeft de examinator bij e-mail van juli 2021 medegedeeld dat [appellant] twee extra coschappen in seniorcoschapblok III moet doorlopen. Daarnaast is door de examinator als aanvullende voorwaarde gesteld dat [appellant] in de twee volgende coschappen van seniorcoschapblok II voldoende verbetering moet laten zien om dit onderwijsonderdeel met de beoordeling ‘goed’ te kunnen afronden. [appellant] was het niet eens met de NYOT-beoordeling. Hij heeft bij e-mail van 5 augustus 2021 aan de examencommissie gevraagd of hij kan opkomen tegen deze beoordeling en hij heeft hiertegen pro forma bezwaar gemaakt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1477
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 30 augustus 2023 heeft de decaan van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen een verzoek van [appellante] om haar uitstel te verlenen van het bindend studieadvies afgewezen en haar een bindend negatief studieadvies gegeven voor de opleiding Bachelor Civiele Techniek. Op 24 november 2023 heeft het CBE het door [appellante] hiertegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing heeft [appellante] beroep ingesteld. [appellante] is in het studiejaar 2021-2022 begonnen met de opleiding. Zij heeft dat jaar 24 van de 60 studiepunten behaald. De decaan heeft, na advies van de BSA-commissie van de faculteit, [appellante] bij beslissing van 24 augustus 2022 uitstel verleend van het BSA, omdat het door haar persoonlijke omstandigheden moeilijk of niet mogelijk was om dat studiejaar aan de BSA-norm te voldoen. [appellante] mocht de opleiding vervolgen, onder de voorwaarde dat zij de rest van de 60 studiepunten uit het eerste jaar in het studiejaar 2022-2023 zou behalen. In geschil is of de decaan [appellante] opnieuw uitstel had moeten verlenen van het BSA op grond van persoonlijke omstandigheden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1503
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 14 september 2023 heeft de examencommissie Mens en Maatschappij zich op het standpunt gesteld dat twee examens van [appellante] terecht niet inhoudelijk zijn beoordeeld (resultaat: ‘poging vergeven’) en dat zij terecht een onvoldoende heeft gekregen voor haar beroepspraktijkvorming. Bij beslissing van 2 november 2023 heeft de commissie van beroep voor de examens van het VISTA College het door [appellante] hiertegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard.[appellante] volgt de opleiding Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker BOL Niveau 4. Voor haar derde en laatste studiejaar moest zij stage lopen bij een erkend leerbedrijf. Nadat voortzetting van de stage bij het leerbedrijf waar zij in september 2022 was begonnen niet wenselijk bleek, is zij in december 2022 overgestapt naar leerbedrijf Humankind, vestiging Heerlerbaan. Dit is een kinderdagverblijf met daarnaast buitenschoolse opvang.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1380
- Datum uitspraak
- 3 april 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 14 september 2023 heeft de examencommissie van de Faculteit Onderwijs en Opvoeding Tweedegraads van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de examencommissie) het verzoek van [appellante] om een vrijstelling voor het studieonderdeel Werkplekleren 2 afgewezen. [appellante] is overgestapt van de tweedegraads lerarenopleiding natuur- en scheikunde naar de tweedegraads lerarenopleiding wiskunde. Tijdens de eerste opleiding heeft [appellante] het studieonderdeel Werkplekleren 2 behaald en daarom heeft zij verzocht om een vrijstelling voor dit studieonderdeel in haar tweede opleiding. Het verzoek is door de examencommissie afgewezen omdat de vakken qua inhoud, omvang en niveau niet in voldoende mate overeenstemmen. Het CBE heeft in administratief beroep die beslissing in stand gelaten. [appellante] betoogt dat de onderwijseenheden in beide opleidingen hetzelfde zijn. Dat blijkt uit de Handleiding Werkplekleren Voltijd en deeltijd 2023-2024, want de opdrachten zijn identiek geformuleerd. Daarnaast hebben natuur- en scheikunde en wiskunde veel gemeenschappelijke raakvlakken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1382
- Datum uitspraak
- 3 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Tijdens de zitting op 3 april 2024 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. C.J. Borman als lid van de Afdeling belast met de behandeling van de zaak nr. 202400782/1/A2. De wrakingsgrond van [verzoeker] is erin gelegen dat hem vanaf het begin van de zitting niet voldoende gelegenheid is gegeven om zijn standpunten toe te lichten zo uitvoerig als hij nodig vond, gelet op de complexiteit van de zaak en de vrees om later in de beslissing tegengeworpen te krijgen dat hij zijn standpunten niet voldoende heeft toegelicht. [verzoeker] betoogt dat het aan hem is om te bepalen wanneer de behandeling voltooid is en niet aan de voorzitter.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1456
- Datum uitspraak
- 3 april 2024
- Wraking
- Studentenzaken
[appellante] heeft tegen de beslissingen van 11 juli 2022 en 31 augustus 2022 op 10 september 2022 administratief beroep ingesteld. [appellante] heeft tegen het niet tijdig beslissen op haar administratief beroep door het college van beroep voor de examens van de Universiteit Maastricht beroep ingesteld bij de Afdeling. [appellante] heeft, nadat het college had toegezegd dat het alsnog op haar administratief beroep zou gaan beslissen, het bij de Afdeling ingestelde beroep tegen het niet tijdig beslissen ingetrokken en de Afdeling gevraagd het college te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1264
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken