Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij brief, ingekomen op 17 januari 2025, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. A. ten Veen als lid van de enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van de zaak met nummer 202300268/1/R3. [verzoeker] heeft aan zijn verzoek om wraking ten grondslag gelegd dat, als gevolg van de door de staatsraad genomen procedurele beslissingen en de gang van zaken op de zitting van 16 januari 2025, de staatsraad bij hem de indruk heeft gewekt vooringenomen te zijn. [verzoeker] betoogt onder meer dat hem ten onrechte niet de gelegenheid is geboden om zijn volledige pleitnota voor te dragen. Een e-mail van 14 januari 2025 was onderdeel van deze pleitnota. De staatsraad had aangegeven dat de e-mail niet zou worden toegelaten tot het dossier vanwege strijd met de goede procesorde. Volgens [verzoeker] is hij ten onrechte door de staatsraad onderbroken toen hij de e-mail toch wilde voorlezen, omdat deze onderdeel van zijn pleitnota is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:297
- Datum uitspraak
- 29 januari 2025
- Wraking
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij brief, ingekomen op 3 december 2024, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. W. den Ouden, mr. J. Th. Drop en mr. M. den Heyer (hierna: de staatsraden), als voorzitter en leden van de meervoudige kamer, belast met de behandeling van de zaken nr. 202202458/1/A3, 202304034/1/A3 en 202400040/1/A3. [verzoeker] heeft aan zijn verzoek om wraking ten grondslag gelegd dat bij hem, als gevolg van de gang van zaken, de staatsraden de indruk hebben gewekt bevooroordeeld te zijn. Hij voert in dit verband aan dat de staatsraden niet voornemens zijn om aan enige waarheidsvinding te doen. Hij wijst er in dit verband op dat het hem, ondanks zwaarwegende gezondheidsredenen, niet werd toegestaan om via een videoverbinding aan de zitting deel te nemen, de zaken ten onrechte door een enkelvoudige kamer zouden worden behandeld en de zaken, nadat het verzoek om wraking was ingediend en bovendien in zijn afwezigheid, toch op zitting zijn behandeld. Volgens [verzoeker] had contact met hem kunnen worden opgenomen om naar de reden voor zijn afwezigheid te informeren. .
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:5335
- Datum uitspraak
- 20 december 2024
- Wraking
- Hoger Beroep - Overige
Tijdens een zitting op 2 december 2024 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. E.J. Daalder, mr. G.O. van Veldhuizen en mr. N.H. van den Biggelaar als voorzitter en leden van de meervoudige kamer, belast met de behandeling van de zaak met nummer 202206231/1/A3.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:5220
- Datum uitspraak
- 17 december 2024
- Wraking
- Openbaarheid
Tijdens de zitting op 12 november 2024 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. E.J. Daalder, mr. J.M. Willems en mr. M.C. Stoové als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaken nrs. 202404251/1/A2, 202404255/1/A2, 202405023/1/A2 en 202402624/1/A2.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4956
- Datum uitspraak
- 3 december 2024
- Wraking
- Studentenzaken
Het verzoek om wraking van de staatsraden Meijer, Van Gastel en Besselink wordt afgewezen, omdat er door [verzoeker] geen wrakingsgronden zijn voorgedragen, terwijl [verzoeker] op de zitting drie keer in de gelegenheid is gesteld om die gronden voor te dragen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4947
- Datum uitspraak
- 26 november 2024
- Mondelinge uitspraak
- Wraking
- Studentenzaken
Tijdens de zitting op 4 november 2024 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. H.G. Sevenster als lid van de Afdeling bestuursrechtspraak belast met de behandeling van de zaak nr. 202207209/1/A3. [verzoeker] heeft er tijdens de mondelinge behandeling van zaak nr. 202207209/1/A3 op gewezen dat hij in zijn brief van 29 januari 2024 een voorvraag over het toepasselijke (proces)recht heeft opgeworpen, die door hem als incident is aangemerkt. Volgens [verzoeker] moet de staatsraad overeenkomstig het Unierecht eerst daarop reageren en beslissen welk recht van toepassing is. De staatsraad mag volgens hem het Nederlands recht niet toepassen, nu het Unierecht van toepassing is. Er is daarom geen rechtsgrondslag voor de zitting. Door de opgeworpen voorvraag niet als zodanig te behandelen, handelt de staatsraad niet onafhankelijk en niet onpartijdig. [verzoeker] heeft de staatsraad daarom gewraakt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4745
- Datum uitspraak
- 18 november 2024
- Wraking
- Openbaarheid
Bij brief, ingekomen op 4 november 2024, hebben [verzoeker] en anderen verzocht om wraking van staatsraad mr. A.J.C. de Moor-van Vugt als lid van de enkelvoudige kamer van de Afdeling belast met de behandeling van de zaak met nummer 202307949/1/R1. [verzoeker] en anderen hebben aan hun verzoek om wraking ten grondslag gelegd dat als gevolg van de gang van zaken op de zitting van 9 oktober 2024 en de daaropvolgende correspondentie, de staatsraad bij hen de indruk heeft gewekt (schijnbaar) vooringenomen en partijdig te zijn.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4653
- Datum uitspraak
- 13 november 2024
- Wraking
- RO - Noord-Holland
Bij twee brieven, ingekomen op 3 september 2024, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. C.H.M. van Altena en mr. C.H. Bangma, als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak nr. 202204762/1/A3.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4180
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Wraking
- Hoger Beroep - Overige
Bij drie brieven, ingekomen op 3 september 2024, heeft [verzoekster] verzocht om wraking van staatsraden mr. C.H.M. van Altena, mr. C.H. Bangma en mr. M. den Heyer, als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak nr. 202304928/1/A3.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4181
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Wraking
- Hoger Beroep - Overige
Bij drie brieven, ingekomen op 3 september 2024, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. C.H.M. van Altena, mr. C.H. Bangma en mr. M. den Heyer, als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak nr. 202306023/1/A3.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4182
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2024
- Wraking
- Hoger Beroep - Overige