Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Ons werk.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 19 juli 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de kinderopvangtoeslag van [appellante] over 2017 definitief berekend en vastgesteld. Daarbij is tevens het te veel betaalde voorschot, met rente, van haar teruggevorderd. Deze zaak gaat hoofdzakelijk om de vraag of [appellante] in januari 2018 nog kinderopvangtoeslag kon aanvragen voor de maanden februari tot en met september 2017. Op 4 januari 2018 heeft [appellante] bij de Belastingdienst/Toeslagen kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht over 2017 aangevraagd voor de opvang van haar zoon. Bij besluit van 9 februari 2018 heeft de dienst aan haar een voorschot kinderopvangtoeslag toegekend van € 4.657,-. Het voorschot is berekend over de maanden oktober tot en met december 2017, waarbij de dienst is uitgegaan van 230 opvanguren per maand tegen een uurtarief van € 7,18. De Belastingdienst/Toeslagen heeft zich op het standpunt gesteld dat het sinds 1 januari 2014 beperkt mogelijk is om kinderopvangtoeslag aan te vragen met terugwerkende kracht en dat [appellante] alleen kinderopvangtoeslag kan krijgen voor de drie kalendermaanden voorafgaand aan de maand waarin zij de aanvraag heeft gedaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:772
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Hoger beroep
- Uitspraak na conclusie
- Uitspraak van de grote kamer
- Geld
Bij besluit van 21 januari 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het verzoek van [appellante] om herziening van de kinderopvangtoeslag over 2018 en 2019 afgewezen. Op 31 oktober 2019 heeft [appellante] bij de Belastingdienst/Toeslagen kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht over de periode vanaf 1 juli 2019 aangevraagd voor de opvang van haar dochter. Bij besluit van 21 november 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen aan haar een voorschot kinderopvangtoeslag toegekend van € 3.061,-. Het voorschot is berekend over de maanden juli tot en met december 2019. De Belastingdienst/Toeslagen heeft zich op het standpunt gesteld dat [appellante] op grond van artikel 1.3, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wet kinderopvang alleen kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht kan krijgen over de drie kalendermaanden die zijn gelegen voor 31 oktober 2019, de datum van de aanvraag door [appellante]. Volgens de dienst zijn er wettelijk geen mogelijkheden om van deze aanvraagtermijn af te wijken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:852
- Datum uitspraak
- 1 maart 2023
- Hoger beroep
- Uitspraak na conclusie
- Uitspraak van de grote kamer
- Geld
Bij besluit van 10 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam bij [appellant] een dwangsom van € 50.000,- ingevorderd wegens overtreding van artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014. [appellant] is eigenaar van de woning op het adres [locatie A] in Amsterdam. Op 1 november 2017 heeft het college een melding van woonfraude ontvangen. Deze melding hield in dat de woning kamergewijs werd verhuurd, dat er in totaal tien personen in de woning woonden en dat zij samen € 5.000,- per maand aan huur betaalden. Op 7 december 2017 hebben twee toezichthouders van de gemeente de woning bezocht. Uit dat huisbezoek is naar voren gekomen dat de woning door meer huishoudens werd gebruikt. Deze huishoudens deelden de keuken en de badkamer.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:334
- Datum uitspraak
- 2 februari 2022
- Hoger beroep
- Uitspraak na conclusie
- Uitspraak van de grote kamer
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 10 september 2019 heeft de burgemeester van Harderwijk [appellant sub 2] onder aanzegging van bestuursdwang gelast de woning aan de [locatie A] te Harderwijk met ingang van 18 september 2019 voor de duur van zes maanden te sluiten. [appellant sub 2] is huurder van de eengezinswoning aan de [locatie A] te Harderwijk en woont daar samen met zes van zijn zeven kinderen, geboren in de periode 1993-2005. Over één van hen, de oudste zoon, heeft de politie via Meld Misdaad Anoniem (hierna: MMA) meldingen ontvangen dat hij vanuit de woning in drugs zou dealen en in de woning, en mogelijk ook in de schuur achter de woning, drugs zou hebben opgeslagen. De politie heeft een onderzoek ingesteld. Daaruit is volgens de politie gebleken dat de oudste zoon in drugs handelde, zowel vanuit de woning als elders in de gemeente Harderwijk. De politie heeft de bestuurlijke rapportage van 23 augustus 2020 opgesteld en de burgemeester verzocht handhavend op te treden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:285
- Datum uitspraak
- 2 februari 2022
- Hoger beroep
- Uitspraak na conclusie
- Uitspraak van de grote kamer
- Drugs
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de burgemeester van Waadhoeke[persoon A] en [persoon C] onder aanzegging van bestuursdwang gelast het pand aan de [locatie A] te Ried voor de duur van twaalf maanden te sluiten. In deze zaak gaat het om de sluiting van een oude melkfabriek in het midden van het dorp Ried door de burgemeester vanwege een drugsvondst. [persoon A] en [persoon C] zijn daarvan de eigenaars en zij bewonen de benedenverdieping. Beneden aan de voorzijde van het pand oefent [persoon C] haar praktijk in klassieke homeopathie uit. Aan de andere kant van het pand heeft [persoon A] een werkplaats voor zijn bedrijf. Dat geldt ook voor één van de meerderjarige zoons van [persoon A] en [persoon C], [persoon B]. Een andere zoon, [zoon 1], woonde tijdelijk op de eerste verdieping. Het pand beschikt verder over een ruimte waar activiteiten kunnen worden georganiseerd. Een derde zoon, [zoon 2], woont elders.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:335
- Datum uitspraak
- 2 februari 2022
- Hoger beroep
- Uitspraak na conclusie
- Uitspraak van de grote kamer
- Drugs
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 2 maart 2017 heeft de raad van de gemeente Purmerend het bestemmingsplan "Reparatie Wheermolen 2012 - tankstation en groenstroken 2017" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het perceel John F. Kennedyplein 30 en een aantal groenstroken ten noorden van de Henri Dunantstraat in Purmerend. Op het perceel John F. Kennedyplein 30 is sinds 1972 een tankstation gevestigd. Vanaf 1977 verkoopt het tankstation ook LPG. Het tankstation wordt geëxploiteerd door Tamoil. In het plan is het bestaande tankstation als zodanig bestemd, met inbegrip van de verkoop van LPG. [appellante] woont op een afstand van ongeveer 125 m ten noordoosten van het tankstation. Haar beroep is niet gericht tegen de aanwezigheid van het tankstation als zodanig, maar heeft alleen betrekking op de verkoop van LPG. Zij wil met de procedures tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning bereiken dat die verkoop wordt gestaakt en ook juridisch onmogelijk wordt gemaakt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:72
- Datum uitspraak
- 12 januari 2022
- Eerste aanleg - meervoudig
- Uitspraak na conclusie
- Uitspraak van de grote kamer
- RO - Noord-Holland
Bij besluit van 18 januari 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Purmerend aan de besloten vennootschap Tamoil Nederland omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de werking van het LPG-tankstation aan het John F. Kennedyplein 30 in Purmerend. Op het perceel John F. Kennedyplein 30 is sinds 1972 een tankstation gevestigd. Vanaf 1977 verkoopt het tankstation ook LPG. Het tankstation wordt geëxploiteerd door Tamoil. Voor de exploitatie van het tankstation is een vergunning verleend krachtens de Wet milieubeheer. Bij besluit van 24 november 2009 is de jaarlijkse LPG-doorzet van het tankstation gemaximaliseerd tot 499 m³. Bij besluit van 18 januari 2016 heeft het college, naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van de exploitant, een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de werking van de inrichting. Bij deze omgevingsvergunning zijn twee aanvullende voorschriften gesteld voor het in werking hebben van het LPG-tankstation.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:11
- Datum uitspraak
- 12 januari 2022
- Hoger beroep
- Uitspraak na conclusie
- Uitspraak van de grote kamer
- Milieu - Overige
Deze zaak gaat over de afwijzing van een verzoek van Greenpeace aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om tegen een aantal bedrijven handhavend op te treden wegens overtreding van de Europese Houtverordening. De Houtverordening heeft de bedoeling om illegale houtkap en de handel in illegaal hout te bestrijden. De rechtsvraag die de Afdeling in deze zaak moet beantwoorden is of de minister, nadat hij ten onrechte een verzoek van Greenpeace had afgewezen, bij zijn heroverweging ook nieuwe feiten en omstandigheden mocht betrekken van ná dat eerdere afwijzingsbesluit. Over die rechtsvraag heeft de Afdeling eerder een advies (conclusie) gevraagd aan de staatsraad advocaat-generaal.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2020:2571
- Datum uitspraak
- 28 oktober 2020
- Hoger beroep
- Uitspraak na conclusie
- Uitspraak van de grote kamer
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
- Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
Op 6 juni 2016 heeft het college een persoonsgebonden gedoogbeslissing genomen voor een bouwwerk op het perceel van [appellant] aan [locatie] te Hoogeloon (hierna: het perceel).
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2019:1356
- Datum uitspraak
- 24 april 2019
- Hoger beroep
- Uitspraak na conclusie
- Uitspraak van de grote kamer
- Bouwen
Bij besluit van 18 januari 2016 heeft het college aan de besloten vennootschap Tamoil Nederland (hierna: Tamoil) omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de werking van het LPG-tankstation aan het John F. Kennedyplein 30 in Purmerend.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2019:260
- Datum uitspraak
- 30 januari 2019
- Uitspraak na conclusie
- Uitspraak van de grote kamer
- Verwijzingsuitspraak
- Milieu - Overige