Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Ons werk.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
201908362/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 18 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij drie afzonderlijke besluiten van 20 augustus 2018 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand vergoedingen voor verleende rechtsbijstand herzien vastgesteld. [appellant] is advocaat en heeft op basis van drie toevoegingen met nummers 4MZ6183, 4MZ6124 en 4MZ6254 aan dezelfde cliënt in hoger beroep rechtsbijstand verleend in drie strafzaken. Deze toevoegingen hadden betrekking op drie afzonderlijke dagvaardingen voor de zitting van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 11 april 2018. In de eerste dagvaarding is de cliënt van [appellant] ten laste gelegd dat hij op 19 december 2015 in Eindhoven een politiemedewerker verbaal heeft bedreigd met de dood dan wel zwaar lichamelijk letsel. In de tweede dagvaarding is de cliënt van [appellant] ten laste gelegd dat hij op 25 november 2015 een woonbegeleider van het COA heeft beledigd door haar in het gezicht te spugen en een politiecel heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Hoger beroep
- Rechtsbijstand
201908718/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 18 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 16 november 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een aanvraag van [appellante sub 1] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellante sub 1] is eigenaar van een perceel aan de [locatie] te Heusden (hierna ook: het perceel), waar zij een pluimveehouderij exploiteert. [appellante sub 1] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van de Verordening Ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant. Volgens [appellante sub 1] beperkt de VR2014 haar mogelijkheden om op het perceel uit te breiden, waardoor zij planschade lijdt. De rechtbank heeft geoordeeld dat artikel 34 van de VR2014 een rechtstreekse weigeringsgrond bevat als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Artikel 34 van de VR 2014 is daarom een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wro.
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
202003806/2/R3(uitspraak wordt op woensdag 18 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij tussenuitspraak van 1 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1953, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Aa en Hunze opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 14 mei 2020 te herstellen. Bij besluit van 14 mei 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Grolloo, Lienstukken-Zuid" vastgesteld. Het plan voorziet in een nieuw woongebied voor 10 woningen aan de zuidrand van het dorp Grolloo, aansluitend aan de bestaande straat Lienstukken. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 12.3 overwogen dat niet kenbaar naar voren is gekomen of rekening is gehouden met mogelijke hydrologische gevolgen van het plan voor de naastgelegen esrandbeplanting, terwijl in de plantoelichting onder meer is beschreven dat op het plangebied de kernkwaliteit landschap, te weten het landschapstype "Esdorpenlandschap", van toepassing is en dat kenmerkend voor dat landschap de es is, die veelal omzoomd is met esbosjes/esrandbeplanting.
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Drenthe
202004539/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 18 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 15 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas aan [appellant] een tegemoetkoming in door hem geleden planschade toegekend van € 2.250,00. [appellant] is eigenaar van het perceel en de daarop gelegen woning, bedrijfsruimte en garage op de adressen [locatie 1] en [locatie 2] te Panningen. [appellant] heeft het college verzocht hem tegemoet te komen in de planschade die hij lijdt als gevolg van de inwerkintreding van de bestemmingsplannen "Locatie Stox", "Dubbelkern Helden - Panningen" en "Domaine Belle Cour". Bij zijn besluit van 15 juni 2018 heeft het college het verzoek van [appellant] toegewezen en aan hem een tegemoetkoming van € 2.250,00 toegekend. Aan dit besluit heeft het college een advies van Ruimtemeesters BV van 9 maart 2018 ten grondslag gelegd.
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
202004720/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 18 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 15 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas aan [appellant] een tegemoetkoming in door hem geleden planschade toegekend van € 9.700,00. [appellant] is eigenaar van het perceel en de daarop gelegen woonboerderij en twee wooneenheden op het adres [locatie] te Panningen. [appellant] heeft het college verzocht hem tegemoet te komen in de planschade die hij lijdt als gevolg van de inwerkingtreding van de bestemmingsplannen "Locatie Stox", "Dubbelkern Helden - Panningen" en "Domaine Belle Cour". Bij zijn besluit van 15 juni 2018 heeft het college het verzoek van [appellant] toegewezen en hem een tegemoetkoming van € 9.700,00 toegekend. Aan dit besluit heeft het college een advies van Ruimtemeesters van 9 maart 2018 ten grondslag gelegd. Volgens Ruimtemeesters is [appellant] als gevolg van de inwerkingtreding van de bestemmingsplannen "Dubbelkern Helden - Panningen" en "Domaine Belle Cour" niet in een planologisch nadeliger situatie komen te verkeren.
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
202005126/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 18 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 19 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen Fair Play Centers B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van airco-units op het perceel Bautscherweg 26 te Heerlen waarvan de hoogte strijdig is met het bestemmingplan. In 2017 heeft Fair Play airco-units op het perceel geplaatst. Het gaat om split-level units, waarvan de buiten-units op de grond staan, tegen de achtergevel van het gebouw op het perceel, het Fair Play-casino. Deze units zijn deels 2,9 m hoog en deels 3,7 m hoog. [appellant] woont aan de [locatie] te Heerlen. In augustus 2018 heeft hij het college verzocht om handhavend op te treden tegen de airco-units. Bij besluit van 19 februari 2019 heeft het college de gevraagde vergunning verleend. Volgens het college is een afwijking van de maximale bouwhoogte niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening, gelet op de ligging van de airco-units tegen de achtergevel van het casino en op enige afstand van de perceelsgrens.
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Hoger beroep
- Project strijd bestemmingsplan
202006602/2/V2 en 202006606/2/V2(uitspraak wordt op woensdag 18 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Deze conclusie betreft de betekenis van het evenredigheidsbeginsel ‘nieuwe stijl’ voor de toepassing van een begunstigende beleidsregel, namelijk de Afsluitingsregeling langdurig verblijvende kinderen. Aanvragen op grond van de regeling worden beoordeeld ‘in de context van het gezin’, hetgeen impliceert dat handelen van een ouder dat in strijd is met bepaalde contra-indicaties wordt toegerekend aan het kind en de rest van het gezin, zodat het kind en het gezin niet in aanmerking komt voor een vergunning. De zaken waarin deze conclusie wordt genomen betreffen de contra-indicaties ‘gevaar voor de openbare orde’ en het ‘niet kunnen aantonen van de identiteit’. Concreet werpt de voorzitter de vraag op of het tegenwerpen aan het kind van handelen van een ouder dat in strijd is met een contra-indicatie, evenredig is.
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Conclusie
- Asiel
202006652/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 18 mei 10:15 uur gepubliceerd)
[verzoeker] heeft een verzoek ingediend om het college van burgemeester en wethouders van Hoorn te veroordelen tot vergoeding van de schade die hij lijdt of heeft geleden als gevolg van een onrechtmatig besluit van het college en/of het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van Hoorn. [verzoeker] is eigenaar van de woning op het perceel [locatie] te Blokker (hierna: de woning). Bij besluit van 11 april 2017 heeft het college geweigerd aan [verzoeker] omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een dakopbouw op de bestaande garage aan de oostzijde van de woning en op de keuken en bijkeuken aan de achterzijde van de woning. Bij besluit van 21 november 2017 heeft het college het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 11 april 2017, onder aanpassing van de motivering ervan, in stand gelaten.
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Eerste aanleg - meervoudig
- Schadevergoeding
202006873/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 18 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 23 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd [appellante] een onttrekkingsvergunning voor woningvorming te verlenen. [appellante] heeft op 12 december 2016 een woning gelegen aan de [locatie] in Den Haag gekocht. Zij heeft vervolgens de woning bouwkundig gesplitst in vier woningen. Op 2 november 2017 heeft het college aan haar een omgevingsvergunning verleend voor deze bouwkundige splitsing. Vervolgens heeft [appellante] het college verzocht haar een onttrekkingsvergunning voor woningvorming te verlenen. Het college heeft bij besluit van 23 januari 2019 geweigerd [appellante] een onttrekkingsvergunning te verlenen en heeft deze weigering in bezwaar, onder verwijzing naar het advies van de bezwaarschriftencommissie, gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van [appellante] ongegrond verklaard.
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Hoger beroep
- Bouwen
- Verordeningen
202100031/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 18 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 1 april 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant de aan Refresco verleende vergunning voor het onttrekken en injecteren van grondwater ten behoeve van de productie van dranken en verpakt water aan de Oranje Nassaulaan 44 te Maarheeze van 3 juli 1997 ingetrokken. Verder is bij dit besluit een vergunning als bedoeld in artikel 6.4 van de Waterwet verleend voor het onttrekken van maximaal 750.000 m3 grondwater uitsluitend ten behoeve van de productie van dranken en verpakt water. Refresco produceert dranken en verpakt water onder meer op haar productielocatie in Maarheeze. Ten behoeve van het bedrijfsproces heeft Refresco een eigen grondwaterwinning. Op 3 juli 1997 is aan Refresco een vergunning verleend voor de onttrekking van grondwater tot een maximum van 500.000 m3 per jaar, waarvan maximaal 383.000 m3 wordt onttrokken op een diepte van ongeveer 30 m tot 58 m beneden maaiveld (de ondiepe winning).
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Hoger beroep
- Grondwaterwet
- Waterwet