Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 3 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Rederij Lovers voor het passagiersvaartuig "Athene" een ligplaatsvergunning verleend voor de locatie aan de Prinsengracht 106 in Amsterdam voor de duur van drie jaar. Dat aan Rederij Lovers een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd is verleend, betekent volgens het college niet dat ook de ligplaatsvergunning voor onbepaalde tijd zou moeten worden verleend. De ligplaatsvergunning is voor drie jaar verleend omdat het college in 2020 uitvoering wil geven aan nieuw beleid. Het doel daarvan is het vrijmaken, herverdelen en marktconform beprijzen van a-locaties. Rederij Lovers is in januari 2016 van dit voornemen in kennis gesteld. Als ligplaatsvergunningen worden verleend voor een langere periode dan drie jaar, is er niet voldoende ruimte om het nieuwe beleid uit te kunnen voeren.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1709
- Datum uitspraak
- 16 april 2025
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij tussenuitspraak van 19 juni 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2506, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Assen opgedragen om binnen 24 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 21 maart 2024 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Binnenstad Noordoost", te herstellen. Het plan heeft betrekking op het noordoostelijke deel van de binnenstad van Assen. Het plan is grotendeels conserverend, maar binnen drie ontwikkellocaties kunnen in afwijking van bepaalde planregels met een omgevingsvergunning maximaal 200 woningen worden gebouwd. Het plan is een zogenoemd "bestemmingsplan met verbrede reikwijdte". Dit betekent dat de raad gebruik heeft gemaakt van extra mogelijkheden voor de inrichting van het bestemmingsplan op basis van artikel 2.4 van de Crisis- en Herstelwet in verbinding met artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Hierbij heeft de raad met name gebruik gemaakt van het vijfde, zesde en veertiende lid van artikel 7c van het Bu Chw.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1681
- Datum uitspraak
- 16 april 2025
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Drenthe
Bij tussenuitspraak van 4 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3597, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Stichtse Vecht opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze tussenuitspraak de daar omschreven gebreken in het besluit van 1 februari 2022 te herstellen. De Afdeling heeft bij tussenuitspraak geoordeeld dat het besluit van 1 februari 2022, waarbij het bestemmingsplan "Garsten Noord" is vastgesteld, niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid, niet deugdelijk is gemotiveerd en in strijd met de rechtszekerheid is genomen. Reden hiervoor is dat de raad, anders dan hij heeft beoogd, de maximale bouwhoogte van het appartementengebouw van 12,6 m niet heeft beperkt tot een deel van het bouwvlak. Daarnaast zijn de artikelen 15.4.2, 16.4.2 en 24.3.1 van de planregels over het parkeren onvoldoende duidelijk en daarmee rechtsonzeker. Verder heeft de Afdeling overwogen dat de verwijzing naar artikel 1.84 in artikel 17.1, aanhef en onder a, van de planregels onjuist is. In het artikel had verwezen moeten worden naar artikel 1.85 van de planregels.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1680
- Datum uitspraak
- 16 april 2025
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Utrecht
Bij besluit van 24 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hengelo [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om een bijbehorend bouwwerk op het perceel [locatie] in Hengelo te verwijderen en verwijderd te houden. Na een melding van [partij], die naast [appellant] woonde, heeft een toezichthouder van de gemeente vastgesteld dat [appellant] op zijn perceel aan de [locatie] in Hengelo een bouwwerk heeft opgericht, dat bestaat uit een open ruimte van 4,15 m breed en 2,87 m diep, en dat met balken is afgedekt. De hoogte is onderwerp van het geschil. Het bouwwerk staat op palen, waardoor de vloer ongeveer 80 cm boven het aansluitende terrein ligt. Er is een trap met vier treden tegenaan geplaatst. Er zijn doeken aangebracht die het bouwwerk kunnen afdekken en afschermen. Volgens het college gaat het om een bijbehorend bouwwerk dat niet had mogen worden gebouwd zonder omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. [appellant] beschikt niet over die omgevingsvergunning. Het college wil niet alsnog een omgevingsvergunning verlenen, omdat de goothoogte van het bouwwerk in strijd is met het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Westermaat" en het college niet wil meewerken aan een afwijking van het bestemmingsplan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1691
- Datum uitspraak
- 16 april 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 27 november 2020 heeft de bewaarder van het kadaster en de openbare registers het herstelverzoek van [appellante] afgewezen. [appellante] is eigenaar van een perceel aan de [locatie] te Harlingen. De grenzen van dit perceel zijn in 1996 vastgesteld en zijn beschreven op een relaas van bevindingen (met nummer 1348). Op grond hiervan is de basisregistratie kadaster bijgewerkt. Na een geschil met de buren, destijds [personen], over de erfgrens heeft [appellante] een herstelverzoek ingediend bij de bewaarder. In het herstelverzoek stelt [appellante] dat de kadastrale grens tussen haar perceel en dat van de buren onjuist is. Het kadastrale oppervlak van het perceel verschilt van die volgens een eerdere akte van levering. Volgens [appellante] is het oppervlak van haar perceel verkleind. De bewaarder heeft het herstelverzoek afgewezen omdat er geen discrepantie is tussen het brondocument, hier het relaas van bevindingen, en de basisregistratie kadaster. Verder staat het brondocument niet meer ter discussie, omdat ten tijde van het opstellen van het brondocument de toenmalige belanghebbenden niet in bezwaar zijn gegaan, aldus de bewaarder.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1668
- Datum uitspraak
- 16 april 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Overige
Bij besluit van 12 februari 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland.een aanvraag van [appellant] voor een vergunning voor het innemen van een ligplaats afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie] in Alphen aan den Rijn. Hij heeft bij het college een aanvraag ingediend voor een vergunning voor het gebruiken van de al bestaande boothelling en trailer aan de achterzijde van zijn woning, grenzend aan de Oude Rijn, een provinciale vaarweg. Bij het gebruik van de boothelling wordt kortdurend ligplaats ingenomen aan de oever achter zijn woning. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat het beoogde gebruik van de vaarweg in strijd is met artikel 3.23 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland en het geldende ligplaatsenbeleid. Het college hanteert namelijk als beleid om geen vergunning te verlenen voor het innemen van een ligplaats als sprake is van een veiligheidszone, terwijl de boothelling van [appellant] uitmondt in zo’n veiligheidszone. Ook heeft het college geen reden gezien om af te wijken van het beleid. Het doel van dit beleid is het beschermen van het belang van de vlotte en veilige doorvaart van de provinciale vaarwegen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1688
- Datum uitspraak
- 16 april 2025
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 21 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Geertruidenberg het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan wonen Geertruidenberg" vastgesteld. Bij besluit van 5 oktober 2023 heeft de raad een herstelbesluit genomen. Dit besluit vervangt het oorspronkelijke besluit. Gelet op artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt dit besluit van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding. [appellant] is eigenaar van twee woningen in Geertruidenberg, op de locaties [locatie 1] en [locatie 2], en verhuurt al gedurende enige tijd deze twee woningen aan personen die geen huishouden vormen. Het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan wonen Geertruidenberg" (hierna: het bestemmingsplan) beoogt onder meer om binnen de gemeente de verhuur van woningen aan personen die geen huishouden vormen te reguleren. Daartoe is in artikel 3.1.2 van het bestemmingsplan bepaald dat het gebruik van een woning door meer dan één huishouden niet is toegestaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1693
- Datum uitspraak
- 16 april 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Brabant
Bij besluit van 21 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen aan [appellant] voor het plaatsen van een dakkapel aan de achterzijde van de woning op het perceel [locatie] in Den Haag. Op 21 maart 2019 heeft het college geweigerd een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een dakkapel aan de achterzijde van de woning te verlenen. Het college heeft het door [appellant] gemaakte bezwaar bij besluit van 18 september 2019 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft bij uitspraak van 29 oktober 2020 het daartegen ingestelde beroep van [appellant] gegrond verklaard en het besluit van 18 september 2019 vernietigd. Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld. Bij besluit van 31 maart 2021 heeft het college, tijdens de hoger beroepsprocedure, opnieuw beslist op het bezwaar van [appellant] tegen het besluit van 21 maart 2019 en dat bezwaar ongegrond verklaard. Het besluit van 31 maart 2021 was, gelet op artikel 6:19 van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 6:24 van die wet, mede onderwerp van het geding. [appellant] heeft tegen dit besluit een zienswijze ingediend.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1717
- Datum uitspraak
- 16 april 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Bouwen
Bij besluit van 30 december 2020 heeft de minister aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 4.800 wegens overtreding van het Arbeidsomstandighedenbesluit. [appellante] is een non-profitorganisatie die als doel heeft om vermiste personen terug te vinden. Zij maakt daarbij gebruik van getrainde zoekhonden en vrijwilligers en is financieel gezien volledig afhankelijk van donaties en sponsoren. Op 2 februari 2019 heeft [appellante] met behulp van duikers in de nabijheid van de Zeelandbrug te Zierikzee gezocht naar een vermiste vrouw. Over deze activiteiten heeft de politie een proces-verbaal opgesteld, naar aanleiding waarvan de Nederlandse Arbeidsinspectie een onderzoek heeft ingesteld. De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in een op ambtsbelofte opgemaakt boeterapport van 30 juli 2019. Op 15 maart 2021 is een aanvullend boeterapport opgemaakt. Volgens de minister heeft [appellante] bij de duik artikel 6.16, eerste, zesde en zevende lid van het Arbobesluit overtreden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1721
- Datum uitspraak
- 16 april 2025
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 29 september 2022 heeft de raad van de gemeente Drimmelen het bestemmingsplan "Moerbeistraat te Made" (hierna: het plan) vastgesteld. Het plan voorziet in de mogelijkheid om twee vrijstaande woningen te realiseren op de gronden aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Made waar voorheen twee nutsgebouwen stonden. De woningen zijn gebouwd door initiatiefnemer [partij C] en worden inmiddels bewoond door [partij A] en [partij D]. [appellant sub 1] heeft een garagebedrijf en vreest voor beperkingen in zijn bedrijfsvoering en voor de verkeersveiligheid. [appellant sub 2] vreest voor zijn woongenot en voor de aantasting van natuurwaarden. Zowel [appellant sub 1] als [appellant sub 2] grenzen met hun gronden aan het plangebied. [appellant sub 1] betoogt dat het plan is vastgesteld in strijd met de goede ruimtelijke ordening.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1700
- Datum uitspraak
- 16 april 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Brabant