Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 30 november 2022 heeft de raad van de gemeente Amstelveen het bestemmingsplan "Mr. G. Groen van Prinstererlaan 114" vastgesteld. Het huidige kantoorpand aan de mr. G. Groen van Prinstererlaan 114 staat al enkele jaren leeg. De eigenaar van het kantoorpand heeft het voornemen om op deze locatie een nieuw appartementencomplex te realiseren. Het plan bestaat uit een appartementencomplex met maximaal 310 woningen. Het gebouw krijgt twee hoogte accenten, één tot 57 m hoog aan de Groen van Prinstererlaan en één van 52 m hoog aan de zuidzijde van het gebouw. AM B.V. is als projectontwikkelaar bij de zaak betrokken. Bij de vaststelling van het plan heeft de raad een hoogwaardig appartementencomplex voor ogen. Daarmee wil de raad het Stadshart een kwalitatieve impuls geven en ruimte bieden voor nieuwe woningen. Er bestaat namelijk een grote behoefte aan nieuwe woningen. Om aan die behoefte tegemoet te komen wil de raad de oostkant van het Stadshart, waaronder het plangebied, transformeren naar een hoogwaardig stedelijk woonmilieu. Door verdichting kunnen daar volgens de plantoelichting 400 tot 800 nieuwe woningen komen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1718
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Holland
Bij besluit van 8 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen illegaal geplaatste schuttingen op verschillende percelen op het zogeheten Balkenhaventerrein in Zaandam door North Sea Venue B.V., voor zover ontvankelijk, afgewezen. [appellante] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad verzocht in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de rechtbank als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb). het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad heeft met dat verzoek ingestemd en het bezwaarschrift met toepassing van artikel 7:1a, vijfde lid, van de Awb doorgezonden naar de rechtbank. [appellante] woont samen met haar ouders [ouder 1] en [ouder 2] aan [locatie] in Zaandam. [ouder 1] is eigenaar van de woning. [ouder 2] exploiteert samen met haar dochter een geneeskundige praktijk aan huis.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1701
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Op 24 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen een illegaal geplaatst hekwerk op het zogeheten Balkenhaventerrein in Zaandam door North Sea Venue B.V. afgewezen. Bij besluit van 19 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] woont aan [locatie] in Zaandam. [appellant A] is eigenaar van de woning. [appellant B] exploiteert samen met haar dochter [dochter] een geneeskundige praktijk aan huis. De woning is gelegen op perceel 11033 op de kop van het zogeheten Balkenhaventerrein, een bedrijventerrein. [appellant] maakt verder gebruik van het aan de woning grenzende perceel 11031 en deels ook van de percelen 11409 en 11410. NSV organiseert grootschalige (muziek)evenementen. NSV exploiteert een horeca-inrichting in het pand op het adres Hemkade 48, gelegen op perceel 8468. De gronden in gebruik bij NSV bestaan uit de rond de horeca-inrichting gelegen percelen 8480, 8481, 8482, 8467 en 9587.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1703
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 12 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het afsluiten van een openbare weg met twee hekken door North Sea Venue B.V. (hierna: de NSV), afgewezen. Bij besluit van 20 maart 2020, zoals gewijzigd bij besluit van 16 maart 2021, heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] woont aan [locatie] in Zaandam. De woning is gelegen op een bedrijventerrein en gesitueerd op de kop van het zogeheten Balkenhaventerrein. De woning kan worden bereikt via de Symon Spierweg en de kadastrale percelen 8480, 8481 en 9567. Deze percelen worden thans aangeduid als de Hemkade.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1706
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Op 24 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen een illegaal geplaatste hekwerk op het zogeheten Balkenhaventerrein in Zaandam door North Sea Venue B.V. (hierna: NSV), afgewezen. Het hekwerk waarop het verzoek van [appellant] van 30 januari 2020 om handhavend op te treden betrekking heeft, wordt door partijen aangeduid als hekwerk 1B. Dit hekwerk ligt op de percelen 8468, 11411 en 127272. Het college heeft op 24 maart 2020 het verzoek om handhavend op te treden afgewezen, omdat er geen sprake is van een overtreding. Volgens het college is hekwerk 1B omgevingsvergunningsvrij. Bij besluit op bezwaar van 17 februari 2021 heeft het college zich op het standpunt gesteld dat voor hekwerk 1B bij nader inzien wel een omgevingsvergunning nodig is. Volgens het college wordt met een deel van het hek de dijk afgeschermd in plaats van een erf, zodat aan de voorwaarden voor vergunningvrij bouwen niet is voldaan. Daarom is ten onrechte besloten het verzoek om handhaving af te wijzen. Vervolgens heeft het college het besluit op bezwaar van 17 februari 2021 herroepen bij besluit van 17 juni 2021 en het bezwaar van [appellant] alsnog niet-ontvankelijk verklaard. Volgens het college is [appellant] geen belanghebbende bij zijn verzoek om handhavend optreden tegen hekwerk 1B, omdat [appellant] geen gevolgen van enige betekenis ondervindt van hekwerk 1B.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1707
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 12 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het verzoek van [verzoeker A] en [verzoeker B] om handhavend op te treden tegen een illegaal geplaatst hekwerk op het zogeheten Balkenhaventerrein in Zaandam door North Sea Venue B.V. afgewezen. Bij besluit van 26 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] woont samen met haar ouders [verzoeker A] en [verzoeker B] aan [locatie] in Zaandam. [verzoeker A] is eigenaar van de woning. [verzoeker B] exploiteert samen met haar dochter een geneeskundige praktijk aan huis. De woning is gelegen op perceel 11033 op de kop van het zogeheten Balkenhaventerrein, een bedrijventerrein. De familie [naam] maakt verder gebruik van het aan de woning grenzende perceel 11031 en deels ook van de percelen 11409 en 11410. NSV organiseert grootschalige (muziek)evenementen. NSV exploiteert een horeca-inrichting in het pand op het adres Hemkade 48, gelegen op perceel 8468. De gronden in gebruik bij NSV bestaan uit de rond de horeca-inrichting gelegen percelen 8480, 8481, 8482, 8467 en 9587.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1708
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 13 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] en haar familie zijn in 2016/2017 vanuit Syrië naar Nederland gevlucht. In 2018 zijn zij vanuit het AZC doorgestroomd naar een door het college toegewezen vijfkamer huurwoning met een oppervlakte van 95 m2. Het gezin telde toen tien personen: [appellante], haar vader en moeder, een broer en zes zussen van verschillende leeftijden. [appellante] was toen al meerderjarig. [appellante] heeft op 6 augustus 2021 een urgentieverklaring aangevraagd daags nadat zij is bevallen van een dochter. In haar aanvraag en in bezwaar heeft [appellante] toegelicht dat de woning al vanaf het begin te klein was voor het gezin. De woonsituatie is te druk en niet leefbaar, zeker nu ze is bevallen van een kind. Daarbij ervaren zij en haar familie sociaal-psychische klachten als gevolg van de woonsituatie. Inmiddels is een van de zussen van [appellante] met haar kind verhuisd naar Duitsland en bestaat het gezin nu uit negen personen, waaronder [appellante] en haar kind.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1717
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 8 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellanten] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellanten] wonen samen met hun vijf kinderen in een driekamerwoning op de derde etage. Er is geen lift. In het kader van de Wet maatschappelijk ondersteuning 2015 (hierna: de Wmo) is aan [appellant A] een verhuiskostenvergoeding toegekend voor een gelijkvloerse benedenwoning of een woning met lift. De aanvraag om een traplift is afgewezen. [appellant A] heeft een urgentieverklaring aangevraagd voor haarzelf en haar gezin omdat zij vanwege haar medische problematiek niet in staat is de trappen naar de woning op te lopen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1698
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 28 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [wederpartij] een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van de bovenste verdieping van zijn woning aan [locatie 1] [locatie 2]-[locatie 3] in Amsterdam. Bij besluit van 8 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 28 april 2021 in stand gelaten onder aanvulling van de motivering van dat besluit. [wederpartij] is eigenaar van de woning aan [locatie 1] [locatie 2]-[locatie 3], gelegen op de derde en vierde verdieping. De vierde verdieping is de bovenste verdieping en het gebouw waarvan deze woning deel uitmaakt heeft een plat dak. [wederpartij] heeft in 2018 en 2020 onder meer omgevingsvergunningen verkregen voor het aan de achterzijde van het pand vergroten van de vierde verdieping. Tijdens de bouw is [wederpartij] gebleken dat het vergunde bouwplan bouwtechnisch niet goed realiseerbaar was. Daarom heeft hij op 4 februari 2021 een omgevingsvergunning voor een wat gewijzigd bouwplan aangevraagd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1716
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij acht besluiten van 16 oktober 2020, 19 oktober 2020, 22 oktober 2020, 26 oktober 2020 en 4 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schagen geweigerd aan [appellant A] en anderen een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van hun recreatiewoning als beheerderswoning op het Bungalowpark De Horn in Dirkshorn. Bij besluiten van 10 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schagen de door [appellant A] en anderen daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. [appellant A] en anderen zijn allen eigenaar van een of twee percelen met daarop een recreatiewoning op het bungalowpark De Horn in Dirkshorn. Het college heeft zich in de besluiten op de aanvraag op het standpunt gesteld dat het gebruik van de recreatiewoningen als beheerderswoningen in strijd is met artikel 6.1 van de planregels van het bestemmingsplan. In de besluiten op bezwaar is het college ervan uitgegaan dat dat gebruik in strijd is met artikel 6.1, zoals dat luidt sinds de wijziging door het parapluplan, omdat er slechts één beheerderswoning is toegestaan. Het college is niet bereid om medewerking te verlenen aan het gebruik.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1722
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Hoger beroep
- Project strijd bestemmingsplan