Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 16 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Asten aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een bedrijfspand aan de [locatie A] te Asten. Hiertegen heeft [appellant sub 1] bezwaar gemaakt. [appellant sub 1] is eigenaar van de molen "De Oostenwind", een rijksmonument, gelegen aan de Molenweg in Asten (hierna: de molen). [appellant sub 2] heeft twee bedrijfspanden op een bedrijventerrein, gelegen op een afstand van 216 meter van de molen. [appellant sub 2] heeft op 4 mei 2018 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van zijn bedrijfspand in noordelijke richting met het adres [locatie A]. [appellant sub 2] heeft op 4 mei 2018 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van zijn bedrijfspand in zuidelijke richting met het adres [locatie B]. Beide aanvragen hebben betrekking op bedrijfspanden tot 12 meter hoog.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1277
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 16 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een boete van € 6.000,00 aan [appellant] opgelegd voor het zonder vergunning omzetten of omgezet houden van een zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimten. [appellante] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Amsterdam (hierna: de woning). In verband met het project Landelijke Aanpak Adreskwaliteit is de woning onderzocht. Toezichthouders van de gemeente hebben de woning hiertoe twee keer bezocht, waarvan zij rapporten van bevindingen hebben opgemaakt. Tijdens het eerste bezoek, op 26 oktober 2018, stonden er zes personen ingeschreven op het adres van de woning in de basisregistratie personen. De toezichthouders troffen bij dat bezoek vier personen in de woning aan, waaronder [persoon 1]. Zij heeft toen verklaard dat zij en haar vriend [persoon 2] € 1.400,00 huur per maand aan [appellante] betalen en dat er vijf personen in de woning wonen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1289
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Hoger beroep
- Boete
- Verordeningen
Bij besluit van 12 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ommen aan het waterschap Vechtstromen een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een droogzetvoorziening op het perceel Junnerweg nabij 9E in Stegeren.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1295
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 28 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam onder meer [appellant] gelast om het gebruik van de adressen [locatie 1 tot en met 12] te Amsterdam als hotel/logiesgebouw onmiddellijk te (laten) staken en gestaakt te houden. Verder heeft het college meegedeeld dat op 28 juni 2019, na 17:00 uur, spoedeisende bestuursdwang is toegepast door de voordeur van deze verblijven af te sluiten en de sloten te vervangen. [appellant] is eigenaar van het gebouw met de twaalf appartementen aan de [locatie 1 tot en met 12] te Amsterdam. De appartementen bevinden zich op de eerste tot en met derde verdieping van het gebouw met vier bouwlagen. Op de begane grond geeft een deur aan de straat toegang tot het trappenhuis van de appartementen. Op 26 en 28 juni 2019 hebben toezichthouders van de gemeente en de brandweer het pand bezocht. Daarbij zijn 18 toeristen aangetroffen in 9 van de 12 appartementen. Het college heeft daaruit geconcludeerd dat het pand als logiesgebouw/hotel wordt gebruikt. Volgens het college voldoet het pand niet aan de voor dat gebruik geldende brandveiligheidseisen van het Bouwbesluit 2012 en de Woningwet.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1260
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Op 8 september 2020 heeft [appellant] een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet hergebruik van overheidsinformatie ingediend bij de minister van Justitie en Veiligheid. Bij brief van 25 november 2020 heeft [appellant] de minister van Justitie en Veiligheid in gebreke gesteld vanwege het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek. Op 29 januari 2021 heeft [appellant] beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek. In de uitspraak van 6 oktober 2021 heeft de rechtbank dat beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de minister niet in gebreke was te beslissen en de rechtbank geen gronden tegen het alsnog genomen besluit had ontvangen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien verletkosten te vergoeden. [appellant] heeft daartegen verzet gedaan. In de uitspraak van 23 februari 2022 heeft de rechtbank dit verzet niet-ontvankelijk verklaard. Volgens de rechtbank maakt [appellant] bij het doen van verzet misbruik van recht.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1278
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Hoger beroep
- Openbaarheid
Bij besluit van 2 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een bestuurlijke boete van € 18.000,00 opgelegd voor de omzetting van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte zonder vergunning. [appellante] is beheerder van de woning aan de [locatie A] in Amsterdam.. De woning is in eigendom van [bedrijf]. Naar aanleiding van een melding over de woning heeft de gemeente Amsterdam onderzoek laten verrichten naar het gebruik van de woning. Het college heeft hieruit opgemaakt dat de woning, in strijd met artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014, zonder vergunning is omgezet van een zelfstandige in onzelfstandige woonruimte, doordat de woning door meer dan het aantal toegestane personen in gebruik was. Bij brief van 19 augustus 2019 heeft het college zijn voornemen aan [appellante] kenbaar gemaakt om aan haar als verhuurder van de woning een boete voor de overtreding op te leggen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1284
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Hoger beroep
- Boete
- Verordeningen
Bij besluit van 2 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Nijmegen het "Facetbestemmingsplan kamerverhuur" vastgesteld. Het plan is een zogenoemd "facetbestemmingsplan" voor het gehele grondgebied van de gemeente Nijmegen. In het plan is een eenduidige regeling opgenomen voor het gebruiken of laten gebruiken van een (gedeelte van een) gebouw waar wonen is toegestaan voor kamergewijze bewoning (hierna: verkameren). Deze regeling werkt aanvullend ten opzichte van de onderscheidenlijke geldende planologische regimes voor het grondgebied van de gemeente. De planregeling is op hoofdlijnen als volgt. In artikel 4.1 van de planregels is vastgelegd dat het verboden is om een gebouw, of een gedeelte daarvan, waar wonen is toegestaan te verkameren, tenzij het gaat om een bestaande situatie of er sprake is van het verkameren door een hospes/hospita. De Vereniging en Platform Kamerbreed kunnen zich niet verenigen met het plan, omdat zij vrezen voor de aantasting van het woon- en leefklimaat van de omgeving van de verkamerde woningen. Zij wijzen in dit verband vooral op de gevolgen voor de 19e-eeuwse stadsuitleg.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1268
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Gelderland
Bij besluit van 22 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard het wijzigingsplan "Houtakker II, toegangsweg" vastgesteld. Het plan voorziet in een extra ontsluitingsweg tussen het industriegebied Houtakker II en de Karstraat in Bemmel. De bestemming "Groen" op de gronden van het plangebied wordt met dit plan omgezet naar de bestemming "Verkeer". Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de wijzigingsbevoegdheid van artikel 12.1.1 van de planregels van het bestemmingsplan "Houtakker II". [appellant] woont aan [locatie]. Hij is het niet eens met het plan, omdat hij vreest voor een onveilige verkeerssituatie op de Deellaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1272
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Gelderland
Bij besluit van 17 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Breda het bestemmingsplan "Ulvenhout, Strijbeekseweg ong" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van een woning mogelijk op een ongenummerd perceel met kadastraal nummer […], tussen [locatie 1] en [locatie 2] in Ulvenhout. [partij A] en [partij B] zijn de eigenaars van het perceel en de initiatiefnemers van de ontwikkeling. Het perceel had op grond van het bestemmingsplan "Ulvenhout", vastgesteld door de raad op 11 februari 2010, al een woonbestemming, maar dat bestemmingsplan staat de uitbreiding van het aantal woningen niet toe. Dit bestemmingsplan voegt een bouwvlak toe op het perceel. [appellant A] en [appellant B] wonen op [locatie 1] en kunnen zich niet vinden in het bestemmingsplan. Zij vrezen dat het bestemmingsplan leidt tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat. Ook is het bestemmingsplan volgens hen op diverse punten in strijd met de regelgeving, waaronder Interim omgevingsverordening Noord-Brabant en het gemeentelijk en provinciaal beleid.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1265
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Brabant
Bij besluit van 17 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [wederpartij] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [wederpartij] heeft op 20 februari 2020 verzocht om het Nederlanderschap. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat er een ernstig vermoeden bestaat dat [wederpartij] een gevaar vormt voor de openbare orde. De rehabilitatietermijn van vijf jaar na een strafrechtelijke veroordeling was namelijk nog niet afgelopen. Daarnaast heeft de staatssecretaris het verzoek afgewezen, omdat hij ernstig twijfelt aan de identiteit en nationaliteit van [wederpartij]. Omdat [wederpartij] alleen al om deze redenen niet in aanmerking komt voor het Nederlanderschap, heeft de staatssecretaris de overige vereisten voor naturalisatie niet beoordeeld. In beroep heeft [wederpartij] berust in het standpunt dat er een ernstig vermoeden bestaat dat hij een gevaar vormt voor de openbare orde. In hoger beroep ligt alleen de vraag voor of zijn gestelde identiteit en nationaliteit met de vereiste zekerheid kunnen worden vastgesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1257
- Datum uitspraak
- 27 maart 2024
- Hoger beroep
- Nederlanderschap