Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij 47 besluiten van 4 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de eerder voor onbepaalde tijd aan de reders verleende exploitatievergunningen voor passagiersvervoer voor 47 vaartuigen ambtshalve gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd. Stromma Nederland, Canal Bus, Canal Rondvaart en [appellante] zijn vier van de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor passagiersvervoer van onbepaalde naar bepaalde tijd. Bij de besluiten van 22 april 2024 heeft het college de einddatum van 34 exploitatievergunningen die zouden verlopen op 1 maart 2026, 1 maart 2028 of 1 maart 2030 verlengd tot 1 maart 2028, 1 maart 2030 of 1 maart 2032. Stromma Nederland, Canal Bus, Canal Rondvaart en [appellante] zijn vier van de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor passagiersvervoer van onbepaalde naar bepaalde tijd. Bij de Afdeling waren hierover 51 zaken aanhangig.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3982
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij 31 besluiten van 4 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de eerder voor onbepaalde tijd aan de reders verleende exploitatievergunningen voor passagiersvervoer voor 31 vaartuigen ambtshalve gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd. [appellante B] en [appellante C] zijn twee van de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor passagiersvervoer van onbepaalde naar bepaalde tijd. Bij de besluiten van 22 april 2024 heeft het college de einddatum van 22 exploitatievergunningen die zouden verlopen op 1 maart 2026, 1 maart 2028 of 1 maart 2030 verlengd tot 1 maart 2028, 1 maart 2030 of 1 maart 2032. [appellante B] en [appellante C] zijn twee van de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor passagiersvervoer van onbepaalde naar bepaalde tijd. Bij de Afdeling waren hierover 51 zaken aanhangig. Deze zaken bevatten veel nagenoeg gelijkluidende gronden van algemene aard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3980
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 4 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de exploitatievergunning voor passagiersvervoer van Eco Boats Amsterdam gewijzigd in een exploitatievergunning voor bepaalde tijd. Eco Boats Amsterdam had een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd. Bij besluit van 4 juni 2020 heeft het college deze exploitatievergunning gewijzigd in een exploitatievergunning voor bepaalde tijd. De exploitatievergunning zou verlopen op 1 maart 2028. Bij besluit van 22 april 2024 heeft het college de exploitatievergunning verlengd met twee jaar. Volgens het college is het niet mogelijk om binnen de resterende tijd een zorgvuldige uitgifteronde voor de tranche 2026 te organiseren. Het college heeft daarom besloten de geplande uitgifterondes voor nieuwe vergunningen per 1 maart 2026, 2028 en 2030 uit te stellen met twee jaar. Eco Boats Amsterdam behoort tot de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor de passagiersvaart van onbepaalde naar bepaalde tijd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3983
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij twee besluiten van 4 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de eerder voor onbepaalde tijd aan Sloepdelen verleende exploitatievergunningen voor passagiersvervoer voor 30 vaartuigen ambtshalve gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd. Bij de wijzigingsbesluiten gericht aan Sloepdelen heeft het college bepaald dat de exploitatievergunning voor 10 fluisterboten afloopt op 1 maart 2024, voor 10 fluisterboten op 1 maart 2026 en voor 10 fluisterboten op 1 maart 2028. Bij het wijzigingsbesluit gericht aan Adam’s Boats heeft het college bepaald dat de exploitatievergunning voor 10 tuindersvletten afloopt op 1 maart 2026. Bij het wijzigingsbesluit gericht aan Adam’s Boats heeft het college bepaald dat de exploitatievergunning voor 10 tuindersvletten afloopt op 1 maart 2026.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3974
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluiten van 4 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam twee exploitatievergunningen voor passagiersvervoer van Tulpa Tours gewijzigd in exploitatievergunningen voor bepaalde tijd. Tulpa Tours had twee exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd voor de vaartuigen Andante en Buggy. Bij besluiten van 4 juni 2020 heeft het college deze exploitatievergunningen gewijzigd in exploitatievergunningen voor bepaalde tijd. Bij besluiten van 22 april 2024 heeft het college de exploitatievergunningen voor beide vaartuigen verlengd met twee jaar. Volgens het college is het niet mogelijk om binnen de resterende tijd een zorgvuldige uitgifteronde voor de tranche 2026 te organiseren. Het college heeft daarom besloten de geplande uitgifterondes voor nieuwe vergunningen per 1 maart 2026, 2028 en 2030 uit te stellen met twee jaar. Tulpa Tours behoort tot de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor de passagiersvaart van onbepaalde naar bepaalde tijd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3984
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 4 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een exploitatievergunning voor passagiersvervoer van Holy Boat gewijzigd in een exploitatievergunning voor bepaalde tijd. Holy Boat had een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd voor het gelijknamige vaartuig Holy Boat. Met het besluit van 4 juni 2020 heeft het college deze exploitatievergunning gewijzigd in een exploitatievergunning voor bepaalde tijd met als einddatum 1 maart 2030. Bij besluit van 22 april 2024 heeft het college de exploitatievergunning voor het vaartuig verlengd met twee jaar. Volgens het college is het niet mogelijk om binnen de resterende tijd een zorgvuldige uitgifteronde voor de tranche 2026 te organiseren. Het college heeft daarom besloten de geplande uitgifterondes voor nieuwe vergunningen per 1 maart 2026, 2028 en 2030 uit te stellen met twee jaar. Holy Boat behoort tot de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor de passagiersvaart van onbepaalde naar bepaalde tijd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3985
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij 28 besluiten van 4 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. de eerder voor onbepaalde tijd aan de reders verleende exploitatievergunningen voor passagiersvervoer voor 28 vaartuigen ambtshalve gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd. Bij de besluiten van 22 april 2024 heeft het college de einddatum van de exploitatievergunningen die zouden verlopen op 1 maart 2026, 1 maart 2028 of 1 maart 2030 verlengd tot 1 maart 2028, 1 maart 2030 of 1 maart 2032. Algemene Amsterdamse Rederij Noord-Zuid, Blue Boat Company, Amsterdam Canal Cruises, Rederij Nassau, Amsterdam Boothuur, [appellante A] en Rederij De Jordaan zijn zeven van de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor passagiersvervoer van onbepaalde naar bepaalde tijd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3975
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 29 juli 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming het verzoek van [appellant sub 1] om een afschrift te verstrekken van persoonsgegevens op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming, afgewezen. [appellant sub 1] heeft bij brief van 28 april 2019 aan het NIFP verzocht om hem op grond van artikel 15 van de AVG inzage te geven in de feedbackformulieren die betrekking hebben op de Pro Justitia rapportages van 15 april 2019 en 17 april 2019 en hem afschriften daarvan te verstrekken. De minister heeft geweigerd om inzage en afschriften te verstrekken. In het besluit van 13 maart 2020 stelt hij dat de AVG niet van toepassing is. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in het kader van een strafzaak tegen [appellant sub 1] een pro Justitia rapportage opgevraagd. In een Pro Justitia rapportage worden onderzoeken van een onafhankelijke psychiater of psycholoog naar een persoon die betrokken is in een rechtszaak, vastgelegd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3948
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Openbaarheid
- Persoonsgegevens
Bij besluit van 5 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht beslist op een verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. [appellant] heeft het college verzocht om openbaarmaking van alle omgevingsvergunningen met bijbehorende asbestrapportages die in de periode 2008 tot 2020 door de gemeente Utrecht aan woningcorporatie Mitros zijn verleend. Bij besluit van 6 mei 2021 heeft het college 23 omgevingsdossiers gedeeltelijk openbaar gemaakt. Volgens [appellant] zijn dat niet alle stukken waar hij om heeft gevraagd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college over het adres Oude Wulvenlaan 51-1 geen stukken heeft overgelegd. Over de asbestconvenanten heeft de rechtbank overwogen dat het college onvoldoende zorgvuldig onderzoek heeft gedaan omdat het alleen in zijn digitale systemen heeft gezocht.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3978
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Openbaarheid
Bij besluit van 21 september 2020 heeft de minister minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verzoek van [appellant] om een integraal besluit te nemen over schadevergoeding, versterking en versterkingsmaatregelen, afgewezen. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Groningen. [appellant] woont in een gebied waar aardbevingen als gevolg van gaswinning voorkomen. [appellant] heeft op 13 december 2019 een melding gedaan bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen van een acuut onveilige situatie (AOS). Op 14 december 2019 heeft een bouwkundig inspecteur van het bedrijf W2N Groningen B.V. in opdracht van het Instituut de woning bezocht. In het AOS-inspectieverslag is de situatie niet als acuut onveilig beoordeeld. Het Instituut heeft de AOS-melding ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3958
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2024
- Hoger beroep
- Milieu - Overige