Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
202002631/3/R2(uitspraak wordt op woensdag 20 maart 10:15 uur gepubliceerd)
Bij tussenuitspraak van 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1886, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Goirle opgedragen om binnen 26 weken na verzending van die uitspraak de daarin omschreven gebreken in het op 18 februari 2020 vastgestelde bestemmingsplan "[locatie 1]" te herstellen met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen over de gebreken in dat besluit. Het plan voorziet in de realisatie van een pension voor 45 honden en 20 katten op het perceel [locatie 1] te Riel. Het plangebied ligt ten zuidwesten van de bebouwde kom van Riel, in het buitengebied. Het betreft een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met een boerderij en bijgebouwen, waarin wordt beoogd bedrijfsmatig de honden en katten te huisvesten (een dierenpension). Ook mag op dit perceel worden gewoond in een bedrijfswoning. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 2] en [appellant sub 2] aan de [locatie 3], in de directe omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen zoals dat gewijzigd is vastgesteld.
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Noord-Brabant
202103425/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 20 maart 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 21 januari 2021 heeft de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming geweigerd handhavend op te treden tegen de Centrale Organisatie voor Opslag en Verwerking van Radioactief Afval N.V.. Bij besluit van 15 april 2021 heeft de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] betoogt dat de ANVS haar verzoek om handhavend op te treden ten onrechte heeft afgewezen. Zij wijst erop dat COVRA geen openheid heeft gegeven over de wijze waarop zij haar tarieven vaststelt aan het algemeen publiek en, blijkens het besluit van 15 april 2021, ook slechts in zeer beperkte mate openheid heeft gegeven aan de ANVS zelf. Dat betekent volgens [appellante] dat COVRA haar tarieven in elk geval niet op transparante wijze heeft vastgesteld, en dat daardoor ook niet kan worden beoordeeld of die tarieven wel op objectieve en niet-discriminerende wijze zijn vastgesteld.
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Kernenergie
- Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
202201948/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 20 maart 10:15 uur gepubliceerd)
[appellant] en anderen hebben tegen het uitblijven van een reactie op hun brieven waarin zij de Trustbelastingdienst verzocht hebben uitvoering te geven aan het exoneratie-arrest van de Hoge Raad van de Kinderen van 8 december 2020 en het uitblijven van een besluit op hun verzoek op grond van de Wet openbaar bestuur beroep ingesteld bij de rechtbank. [appellant A] en anderen vinden dat zij recht hebben op een erfdeel van € 1.500.000,- uit een geboortetrust. Dit recht blijkt volgens hen uit het exoneratie-arrest van de Hoge Raad van de Kinderen. Naar aanleiding van dit arrest hebben [appellant A] en anderen de Trustbelastingdienst verzocht om uitvoering te geven aan hun beneficiaire aanvaarding van dat erfdeel door het ondertekenen en voorzien van een stempel van de algemene volmacht, waarmee de procedure om de erfenis tot uitkering te laten komen in gang wordt gezet. Zij hebben daartoe documenten toegestuurd aan de Trustbelastingdienst. De brieven zijn gestuurd naar een postbusnummer van de Belastingdienst in Heerlen. Ook hebben [appellant A] en anderen een Wob-verzoek ingediend om duidelijk te krijgen wie verantwoordelijk is voor het beantwoorden van hun brieven.
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Hoger beroep
- Openbaarheid
202202986/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 20 maart 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 27 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Losser geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen ter legalisatie van de geplaatste zonnepanelen op het perceel nabij [locatie] in De Lutte. Bij besluit van 4 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Losser het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] heeft op 4 oktober 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de legalisatie van de al op zijn perceel aanwezige zonnepanelen. De zonnepanelen zijn in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied", dat aan het perceel de bestemming "Agrarisch - 2" heeft toegekend. Het college wenst geen medewerking te verlenen aan het afwijken van het bestemmingsplan. De reden hiervoor is dat de aanvraag leidt tot een onaanvaardbare afbreuk van het bebouwingsbeeld, de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. In navolging van het advies van de bezwaarschriftencommissie heeft het college in het besluit van 4 mei 2021 het door [appellant] gemaakte bezwaar tegen het besluit van 27 november 2020 ongegrond verklaard en de weigering in stand gelaten.
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Hoger beroep
- Project strijd bestemmingsplan
202204231/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 20 maart 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 21 juni 2022 heeft de raad het uitwerkingsplan "Gommerwijk West-west" en het gelijknamige exploitatieplan vastgesteld. Het uitwerkingsplan maakt de bouw van 510 woningen ten westen van Enkhuizen mogelijk. Het exploitatieplan is vastgesteld met het oog op kostenverhaal en het sturen van het grondgebruik met locatie-eisen. Het exploitatieplan is vastgesteld omdat het kostenverhaal niet geheel via gemeentelijke grondverkoop of anterieure overeenkomsten kon worden verzekerd. Appellanten hebben gronden in eigendom in het plangebied of wonen in de directe omgeving daarvan. Zij kunnen zich om uiteenlopende redenen niet met het uitwerkingsplan en/of het exploitatieplan verenigen. [appellanten sub 1] wonen aan de [locatie 1] ten oosten van het plangebied. Zij verzetten zich tegen het uitwerkingsplan, onder meer omdat zij vrezen als gevolg daarvan meer overlast te zullen ondervinden. Timpaan en BPD hebben gronden in het plangebied in eigendom. Zij verzetten zich tegen zowel het exploitatieplan als uitwerkingsplan omdat beide plannen volgens hen te veel beperkingen bevatten voor het ontwikkelen van woningen op hun gronden.
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Noord-Holland
202205385/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 20 maart 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 7 april 2021 heeft de minister voor Medische Zorg een aanvraag van BrabantZorg om aanvullende subsidie op grond van de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19 afgewezen. Op 1 oktober 2020 is de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19 in werking getreden. Op grond van deze regeling kunnen zorgaanbieders subsidie aanvragen voor het uitkeren van een bonus aan zorgprofessionals die een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd in verband met de uitbraak van het coronavirus. BrabantZorg is een grote zorgaanbieder die werkzaam is in vier regio’s in de provincie Noord-Brabant. Zij heeft zorgprofessionals in loondienst (medewerkers), maar huurt ook zorgprofessionals in (derden). Op 5 november 2020 heeft zij een aanvraag ingediend voor een subsidie voor 5759 medewerkers en 175 derden. Bij besluit van 27 november 2020 heeft de minister die subsidie toegekend, ten bedrage van € 10.672.450,00. Na het indienen van de aanvraag van 5 november 2020 is BrabantZorg erachter gekomen dat er meer medewerkers en derden aan de voorwaarden voor een zorgbonus voldeden dan waar zij bij die aanvraag van uit was gegaan.
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Hoger beroep
- Subsidie
202302031/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 20 maart 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 2 februari 2023 heeft de raad van de gemeente Ommen het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening [locatie] Ommen" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt de uitbreiding van Camping Anna’s Hoeve, eigendom van [partij], met groepstenten en een recreatieterrein mogelijk. De voornaamste wijziging in het plan is dat het kadastrale perceel 7048 de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie" krijgt toegekend. Dit perceel had onder het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied Ommen" nog de bestemming "Agrarische Doeleinden". Op dit perceel zal het mogelijk worden om tussen 9.00 en 22.00 uur te voorzien in sport en spel voor groepen. Aan de overige gronden van de camping is de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" toegekend. Het plan maakt ook het gebruik van alle gronden en bouwwerken binnen het plangebied voor evenementen mogelijk. Dit mogen maximaal 5 evenementen per jaar zijn met een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement. Deze evenementen hebben een uiterlijke sluitingstijd van 22.00 uur.
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Overijssel
202303465/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 20 maart 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 4 februari 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland de aanvraag van Zuiderzee voor een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming voor de wijziging van een varkenshouderij afgewezen. Het college heeft vastgesteld dat de aangevraagde bedrijfssituatie niet leidt tot een toename van stikstofdepositie op relevante Natura 2000-gebieden ten opzichte van de referentiesituatie. Het college heeft de referentiesituatie ontleend aan de vergunning die op grond van de Wet milieubeheer op 16 juni 2008 voor de varkenshouderij is verleend. Op grond van artikel 9.4, achtste lid, van de Wnb in samenhang met het voorgaande heeft het college bepaald dat voor de aangevraagde activiteit geen natuurvergunning nodig is. Het college heeft de aanvraag daarom afgewezen. Deze afwijzing wordt een positieve weigering genoemd. De rechtbank heeft het besluit vernietigd. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de milieuvergunning geen aanknopingspunten biedt voor het oordeel dat bij de verlening daarvan artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn in acht is genomen.
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Natuurbescherming
202306776/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 20 maart 10:15 uur gepubliceerd)
[appellant] en anderen hebben tegen het uitblijven van een reactie op hun brieven van 10 mei 2021 waarin zij de Raad van State en de Trustbelastingdienst verzocht hebben uitvoering te geven aan het exoneratie-arrest van de Hoge Raad van de Kinderen van 8 december 2020 en het uitblijven van een besluit op hun verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) beroep ingesteld bij de rechtbank. [appellant A] en anderen vinden dat zij recht hebben op een erfdeel van € 1.500.000,- uit een geboortetrust. Dit recht blijkt volgens hen uit het exoneratie-arrest van de Hoge Raad van de Kinderen. Naar aanleiding van dit arrest hebben [appellant A] en anderen de Raad van State verzocht om uitvoering te geven aan hun beneficiaire aanvaarding van dat erfdeel door het ondertekenen en voorzien van een stempel van de algemene volmacht, waarmee de procedure om de erfenis tot uitkering te laten komen in gang wordt gezet. Zij hebben daartoe documenten toegestuurd aan de Raad van State. Ook hebben [appellant A] en anderen een Woo-verzoek ingediend om duidelijk te krijgen wie verantwoordelijk is voor het beantwoorden van hun brieven.
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Hoger beroep
- Openbaarheid