Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij brief van 24 juni 2024 heeft verzoekster de Afdeling verzocht om herziening van de hiervoor genoemde uitspraak van 16 mei 2024.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3375
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2024
- Herziening
- Regulier
Bij besluit van 31 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 1 juli 2024 heeft de rechtbank het beroep, voor zover gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, niet-ontvankelijk verklaard, en het beroep, voor zover gericht tegen het besluit van 31 januari 2024, ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3372
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 5 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3427
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2024
- Voorlopige voorziening
- Asiel
Bij besluit van 24 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3429
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2024
- Voorlopige voorziening
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 13 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen geweigerd aan [appellant sub 2] een vergunning te verlenen voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie] in Nijmegen in maximaal vier onzelfstandige wooneenheden, te bewonen door maximaal vier personen. [appellant sub 2] is eigenaar van een woning aan de [locatie] in Nijmegen. Hij heeft bij het college een aanvraag ingediend voor een vergunning voor het omzetten van deze zelfstandige woning in vier onzelfstandige wooneenheden. Het college heeft de aanvraag geweigerd, omdat niet wordt voldaan aan het overgangsrecht en de fysieke toets van de ‘Beleidsregels omzetting en onttrekking van zelfstandige woonruimte Nijmegen 2018 B’. De rechtbank heeft het beroep van [appellant sub 2] tegen het besluit van 7 december 2018 onder verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank van 24 januari 2020 gegrond verklaard. In die uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat artikel 12 van de Huisvestingsverordening Nijmegen 2019 onverbindend is wegens strijd met artikel 2 van de Huisvestingswet 2014, omdat de noodzaak voor het vergunningenstelsel gebrekkig is onderbouwd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3392
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 31 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen geweigerd aan [wederpartij] een vergunning te verlenen voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie A] in Nijmegen in maximaal zes onzelfstandige woonruimten. Bij besluit van 14 maart 2019 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van [wederpartij] tegen het besluit van 14 maart 2019 onder verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank van 24 januari 2020 (ECLI:NL:RBGEL:2020:398) gegrond verklaard. In die uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat artikel 12 van de Hvv 2019 onverbindend is wegens strijd met artikel 2 van de Huisvestingswet 2014, omdat de noodzaak voor het vergunningenstelsel onvoldoende is onderbouwd. Het college kan zich niet verenigen met het oordeel van de rechtbank en betoogt in hoger beroep dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat artikel 12 van de Hvv 2019 onverbindend is. Aan de vergunningplicht ligt, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, wel een onderbouwing ten grondslag die voldoet aan de in de Huisvestingswet 2014 gestelde eisen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3393
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij tussenuitspraak van 19 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3028, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de minister van Defensie opgedragen om met inachtneming van wat in overweging 6.3 van die uitspraak is overwogen het gebrek in de besluiten van 7 november 2019 en 3 december 2019 te herstellen door - nadat [appellant] de gelegenheid is geboden zijn verzoek nader te beperken en suggesties te doen als bedoeld in overweging 11 - een nieuwe zoekslag te verrichten om te onderzoeken of de documenten waar [appellant] om heeft verzocht al dan niet kunnen worden verstrekt en de Afdeling binnen zestien weken na verzending van deze tussenuitspraak te berichten over de uitkomst daarvan. De minister heeft een nieuwe zoekslag verricht en twee documenten aangetroffen. Het gaat om een document over het onderwerp MARINEE en een document over operatie Fatima. De minister heeft besloten die documenten gedeeltelijk aan [appellant] te verstrekken. De gegevens die hij niet heeft verstrekt, zijn geweigerd omdat zij buiten de reikwijdte van het verzoek vallen of onleesbaar zijn, of omdat zij persoonsgegevens of actuele werkwijzen betreffen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3398
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2024
- Hoger beroep
- Openbaarheid
Bij besluit van 22 mei 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Drenthe het verzoek van [appellant sub 2] om handhavend op te treden tegen het verbreden van een bestaande put (put 1), het aanleggen van een nieuwe put (put 2) en het gebruik van beide putten nabij het Natura 2000-gebied "Holtingerveld" door [appellante sub 1], afgewezen wat betreft put 1. Wat betreft put 2 heeft het college het verzoek toegewezen en een last onder dwangsom opgelegd aan [appellante sub 1]. Op het perceel M972 is in 1998 een waterput (put 1) aangelegd. [appellante sub 1] gebruikt deze put vanaf 2018 voor de (bollen)teelt. Op perceel M558 heeft [appellante sub 1] in maart 2019 een waterput (put 2) laten aanleggen en in gebruik genomen ten behoeve van de (bollen)teelt. [appellant sub 2] woont aan de [locatie] in Uffelte, gelegen in het Natura 2000-gebied "Holtingerveld" en heeft verzocht om handhavend optreden tegen het gebruik van de putten, de verbreding van put 1 en de aanleg van put 2, omdat niet is uitgesloten dat de grondwateronttrekking kan leiden tot significante gevolgen voor het Natura 2000-gebied Holtingerveld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3388
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
- Natuurbescherming
Bij besluit van 28 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen het handhavingsverzoek van [appellant] en [persoon A] met betrekking tot de bouw van hun woning aan de [locatie A] te Vinkeveen afgewezen. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie A] in Vinkeveen. Zijn woning is gebouwd door [bouwbedrijf]. Tijdens de bouw van de woning heeft hij het college verzocht om tegen [bouwbedrijf] handhavend op te treden wegens overtreding van onder andere de Wabo en het Bouwbesluit 2012. Het college heeft dit verzoek afgewezen en de afwijzing in het besluit op bezwaar gehandhaafd, onder aanvulling van de motivering. De rechtbank heeft geoordeeld dat [appellant] geen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn zaak. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij geen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Hij voert aan dat hij wel belang heeft, omdat hij schade heeft geleden die hij op de gemeente wil verhalen in een civiele procedure.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3394
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Oranjebonnen" vastgesteld. Oranjebonnen is de aanduiding voor de Oranjebuitenpolder en de Bonnenpolder tussen Hoek van Holland en Maassluis. Het plan voorziet in de mogelijkheid om in dit agrarische gebied ruimte te bieden voor natuurontwikkeling en recreatieve voorzieningen, waarbij ook wordt ingezet op het versterken van de beleving van het gebied door behoud en ontwikkeling van landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Het gaat om 128 ha nieuwe natuur waarvan 30 ha is bestemd voor de functie natuurbegraven. Het bestemmingsplan maakt op drie verschillende locaties tussen het Staelduinse bos en de Bonnenweg natuurbegraven mogelijk. Appellanten zijn het er niet mee eens zijn het er niet mee eens dat binnen het plangebied natuurbegraven mogelijk wordt gemaakt. Zij vrezen dat het natuurbegraven een negatieve invloed zal hebben op de mogelijkheden voor hun bedrijfsvoering.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3413
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Zuid-Holland