Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Ons werk.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 15 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deurne aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een veldschuur op het perceel aan de [locatie] te Liessel. Op het perceel staat een veldschuur die in 1956 zonder een vergunning is gebouwd. [vergunninghouder] en zijn echtgenote, die hoogbejaard zijn, wonen sinds 1992 in het gebouw. In het voorheen geldende bestemmingsplan was het gebouw bestemd als een noodwoning. De raad van de gemeente Deurne heeft naderhand het bestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Buitengebied" vastgesteld. Daarin is voor het gebruik dat [vergunninghouder] en zijn echtgenote van de veldschuur maken persoonsgebonden overgangsrecht opgenomen. Dat betekent dat zij de veldschuur legaal bewonen. Voor de veldschuur is echter nooit een bouwvergunning verleend. Om die reden heeft [wederpartij], die op het perceel daarnaast woont, aan het college om handhaving gevraagd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1152
- Datum uitspraak
- 20 april 2022
- Eerste aanleg - meervoudig
- Bouwen
Bij besluit van 22 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Montfoort een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] te Montfoort en het naast de woning gelegen terrein en de bijbehorende vletsloot. Hij heeft bij brief van 20 december 2017 een aanvraag ingediend om een tegemoetkoming in de planschade die hij heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 11 maart 2013 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied 2012 (hierna: het bestemmingsplan 2012). Aan deze aanvraag is ten grondslag gelegd dat, voor zover hier van belang, het onder het nieuwe planologische regime niet meer is toegestaan om een deel van de vletsloot als ligplaats voor woonschepen te gebruiken en dit tot een waardevermindering van de onroerende zaken heeft geleid.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1148
- Datum uitspraak
- 20 april 2022
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 16 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxtel de bij besluit van 27 juni 2013 aan [appellant] verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen ingetrokken voor zover deze gaat over de bouw van een nieuwe stal op de [locatie] te Liempde. [appellant] heeft op het perceel een varkenshouderij. Hij wil op het perceel een nieuwe stal (hierna: stal 7) bouwen om de varkenshouderij uit te breiden. Bij besluit van 27 juni 2013 heeft het college aan [appellant] een vergunning verleend voor de bouw van stal 7. Die stal is niet gebouwd. [partij] woont op ongeveer 28 m afstand van de vergunde stal 7. Hij heeft in 2015 het college verzocht om de vergunning in te trekken. Het college heeft dit verzoek bij besluit van 14 juni 2016 afgewezen. Volgens het college was het door [appellant] destijds voldoende aannemelijk gemaakt dat op korte termijn zou worden gestart met de bouwwerkzaamheden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1154
- Datum uitspraak
- 20 april 2022
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Bouwen
Bij besluit van 30 oktober 2019 heeft de burgemeester van Heilo CMC en Hells Angels Motorcycle North West bevolen het terrein en het pand op het perceel Kanaalweg 11A in Heiloo uiterlijk op 12 november 2019 om 10.00 uur voor onbepaalde tijd te sluiten en gesloten te houden. Daarbij heeft de burgemeester medegedeeld dat als CMC en/of HAMC NW niet aan het bevel voldoet, de burgemeester op 12 november 2019 zelf zal overgaan tot sluiting van het terrein en het pand. CMC is een motorclub. Zij gebruikte het pand op het terrein aan de [locatie] in Heiloo als clubhuis. Uit een bestuurlijke rapportage van de Politie eenheid Noord-Holland van 10 september 2019 volgt volgens de burgemeester dat CMC onderdeel is van HAMC NW en dat de grond en het clubhuis aan de [locatie] in Heiloo worden gebruikt door HAMC NW. Dit standpunt wordt volgens de burgemeester ondersteund door een gespreksverslag van 17 februari 2016 dat plaatsvond tussen de Driehoek Alkmaar en CMC.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1136
- Datum uitspraak
- 20 april 2022
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 22 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Renkum aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vrijstaande woning op het perceel [locatie 1] in Oosterbeek. Het college heeft bij besluit van 22 juni 2017 aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een vrijstaande woning op de locatie [locatie 1] in Oosterbeek. De omgevingsvergunning heeft betrekking op de activiteiten het (ver)bouwen van een bouwwerk en het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. [wederpartij] is eigenaar van het perceel [locatie 2]. Op 27 december 2017 heeft [wederpartij] het college verzocht handhavend op te treden ten aanzien van het perceel [locatie 1] wegens het bouwen van een bouwwerk zonder omgevingsvergunning, het handelen in strijd met het bestemmingsplan en het vellen van bomen zonder omgevingsvergunning.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1144
- Datum uitspraak
- 20 april 2022
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 24 september 2020 heeft de raad van de gemeente Wijchen het bestemmingsplan "De [locatie 1]" vastgesteld. Het plan voorziet in de mogelijkheid om vier vrijstaande woningen te realiseren op het perceel [locatie 1] en de tuin van de reeds bestaande woning op het perceel [locatie 2] te verruimen. De planlocatie is een voormalige intensieve veehouderij (konijnenfokkerij). Het perceel [locatie 2] valt ook onder de planlocatie. De huidige eigenaar van het perceel [locatie 1], Talis, zal de vier vrijstaande woningen realiseren en een deel van de grond verkopen aan de eigenaren van de [locatie 2], ten behoeve van de verruiming van de tuin van die woning. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie 3], welk perceel grenst aan de planlocatie. [appellant] woont zelf niet op het perceel [locatie 3], maar dat perceel wordt wel bewoond.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1155
- Datum uitspraak
- 20 april 2022
- Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
- RO - Gelderland
Bij besluit van 21 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen aan [wederpartij] voor het plaatsen van een dakkapel aan de achterzijde van de woning op het perceel [locatie] in Den Haag. Op 6 februari 2019 heeft [wederpartij] een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, voor het plaatsen van een dakkapel op het achterdakvlak van de woning. Uit de bij de aanvraag behorende bouwtekeningen blijkt dat deze vergunning is gevraagd voor het plaatsen van deze dakkapel op het nog gave dakvlak boven de al op dit achterdakvlak van de woning aanwezige dakkapel. Aldus wordt in het achterdakvlak voorzien in twee boven elkaar gelegen dakkapellen. Het college heeft bij besluit van 21 maart 2019 de aanvraag afgewezen omdat het bouwwerk niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, zoals neergelegd in de welstandsnota "Den Haag 2017".
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1139
- Datum uitspraak
- 20 april 2022
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 29 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor bouwen en gebruik in strijd met het bestemmingsplan van de begane grond van het pand aan de [locatie 1] te Eindhoven. [verguninghoudster] is de eigenaresse van het pand aan de [locatie 1] te Eindhoven. Op 29 november 2019 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor bouwen en het gebruik in strijd met het bestemmingsplan op de begane grond van het pand. De gronden hebben voor een deel de bestemming "Maatschappelijk" en voor een deel een woonbestemming. De daar gevestigde tandartsenpraktijk zal vervangen worden door vijf wooneenheden. [appellant] woont op [locatie 2] te Eindhoven, schuin tegenover het pand op [locatie 1]. Hij vreest dat de woningen zijn woon- en leefklimaat nadelig zullen beïnvloeden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1158
- Datum uitspraak
- 20 april 2022
- Hoger beroep
- Bouwen
[appellante] heeft op 11 januari 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een nieuw besluit op bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van Renkum naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 29 oktober 2020 in zaak nr. AWB 18/3521. Bij besluit van 22 juni 2017 heeft het college aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vrijstaande woning op het perceel [locatie] in Oosterbeek. Bij besluit van 16 mei 2018 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 29 oktober 2020 heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het door [appellante] tegen het besluit van 16 mei 2018 ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het college opgedragen binnen acht weken na de dag van verzending van de uitspraak een nieuw besluit op het bezwaar van [appellante] te nemen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1143
- Datum uitspraak
- 20 april 2022
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 10 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein een verbeurde dwangsom ingevorderd ter hoogte van € 5.000,00. Bij besluit van 14 juni 2019 heeft de burgemeester een verbeurde dwangsom ingevorderd van € 5.000,00 vanwege nog een overtreding. Bij besluiten van 12 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein opnieuw het door [partij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en de hoogte van de in te vorderen verbeurde dwangsommen lager vastgesteld. Bij besluit van 1 juni 2017 heeft de burgemeester aan [partij] een last onder dwangsom opgelegd wegens een overtreding van het verbod uit artikel 2:44, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening om op een openbare plaats inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1145
- Datum uitspraak
- 20 april 2022
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom