Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 8 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Renswoude geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van het bijgebouw op het perceel [locatie A] in Renswoude (hierna: het perceel) voor bewoning door arbeidsmigranten. [appellant] exploiteert een agrarisch bedrijf en camping op het perceel. Het perceel heeft in het geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2010" de agrarische bestemming met de aanduidingen ‘Bed & Breakfast’ en ‘minicamping’. Het college heeft op 27 juni 2006 aan [appellant] een vergunning verleend voor vier B&B eenheden boven een stal voor paarden achter de woning op het perceel van [appellant]. [appellant] wil in dat gebouw echter arbeidsmigranten huisvesten en heeft daarvoor een omgevingsvergunning aangevraagd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1455
- Datum uitspraak
- 2 april 2025
- Hoger beroep
- Project strijd bestemmingsplan
Bij besluit van 4 september 2020 heeft de burgemeester van Uithoorn een last onder bestuursdwang opgelegd en de woning aan de [locatie] in Uithoorn voor drie maanden gesloten. [wederpartij] is eigenaar en bewoner van de woning aan de [locatie] in Uithoorn. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek naar de zoon van [wederpartij] heeft de politie op 28 juli 2020 de woning doorzocht. In een van de slaapkamers heeft de politie een ingebouwde ruimte aangetroffen met daarin: 25 potten die waren gevuld met afgeknipte stengels en wortels van hennepplanten, twee assimilatielampen, een koolstoffilter, een slakkenhuis, een aan-/afzuiginstallatie en een droognet. Op de vloer lagen resten van hennepplanten, waaronder een afknipte henneptop. De burgemeester heeft op grond van de bevindingen van de politie besloten om de woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet en overeenkomstig het Geüniformeerd bestuursrechtelijk handhavingsbeleid met betrekking tot overtredingen van de Opiumwet (Sluitings- en heropeningsbeleid) voor drie maanden te sluiten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1422
- Datum uitspraak
- 2 april 2025
- Hoger beroep
- Drugs
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 10 maart 2021 heeft de minister aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.750,00 wegens overtreding van de Arbeidstijdenwet. Bij besluit van 20 december 2021 heeft de minister het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Op 19 oktober 2019 heeft een toezichthouder van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een bedrijfsinspectie uitgevoerd bij [appellante] naar onder andere de naleving van de bepalingen van de Atw. Nadien zijn op 21 oktober 2019 specifieke gegevens gevorderd en er zijn, nadat diverse bestanden waren aangeleverd, op 18 november 2019 ontbrekende C- en M- bestanden en overige gegevens gevorderd. Bij het onderzoek heeft de toezichthouder geconstateerd dat een deugdelijke registratie van arbeids- en rusttijden ontbrak, omdat ten aanzien van één voortuig bij één medewerker voor achttien dagen de zogenoemde M-bestanden ontbraken. Daardoor was geen controle op de naleving van de Atw mogelijk en is artikel 4:3, eerste lid, van de Atw achttien keer overtreden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1415
- Datum uitspraak
- 2 april 2025
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 27 mei 2021 heeft de korpschef het wapenverlof, de Europese vuurwapenpas en de erkenning explosieven civiel gebruik van [appellant] ingetrokken. De minister van Justitie en Veiligheid heeft het wapenverlof en de Europese vuurwapenpas ingetrokken, omdat [appellant] een daaraan verbonden voorschrift niet in acht heeft genomen. Aanleiding hiervoor is dat bij een politiecontrole bleek dat het wapen niet in de daarvoor bestemde wapenkluis was opgeborgen. De vrouw en zoon van [appellant] waren ook in de woning aanwezig toen het wapen zich buiten de wapenkluis bevond. Naar aanleiding van deze feiten heeft de korpschef ook de erkenning ingetrokken, omdat hij vindt dat aan [appellant] het houden van wapens niet langer kan worden toevertrouwd. De rechtbank is de minister en de korpschef in hun motivering gevolgd. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de minister en de korpschef het wapenverlof, de Europese vuurwapenpas en de erkenning mocht intrekken. Volgens [appellant] lag zijn wapen op het moment van de controle niet in de kluis, omdat hij het wapen aan het schoonmaken was.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1468
- Datum uitspraak
- 2 april 2025
- Hoger beroep
- Wapens en munitie
Bij besluit van 16 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst [wederpartij] onder oplegging van een dwangsom onder meer gelast de witte verflaag op de gevel van het pand aan de [locatie] in Hengelo (Gld.) te verwijderen. [wederpartij] was (mede)eigenaar van een pand aan de [locatie] in Hengelo (Gld.). Hij heeft de gevel van het pand wit geverfd. Bij besluit van 16 februari 2021 heeft het college [wederpartij] onder meer gelast de gevel terug te brengen in de oorspronkelijke staat door het verwijderen van de witte verflaag of door de gevel te verven in een andere kleur. Aan de last is een dwangsom verbonden. Bij besluit van 22 maart 2021 heeft het college de aan de last verbonden begunstigingstermijn verlengd tot zes weken na het besluit op bezwaar. Bij besluit van 27 augustus 2021 heeft het college de begunstigingstermijn verlengd tot zes weken na de uitspraak van de rechtbank. Bij het besluit op bezwaar van 19 juli 2021 heeft het college zich op het standpunt gesteld dat de witgeverfde gevel in strijd is met artikel 12, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1454
- Datum uitspraak
- 2 april 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 29 november 2022 heeft de raad van de gemeente Noordwijk besloten tot vaststelling van de Bodembeheernota deel B en bodemkwaliteitskaart plangebied Bronsgeest in Noordwijk. De bodembeheernota is vastgesteld voor het gebied "Bronsgeest", dat zich ten noordoosten van de kern Noordwijk bevindt. Bronsgeest is een voormalige bollenteeltlocatie waarvoor plannen bestaan om deze te herontwikkelen tot nieuwbouwlocatie voor maximaal 350 woningen. In de bodembeheernota staat dat de raad de mogelijkheden om licht vervuilde gebiedseigen grond in het plangebied te hergebruiken wil vergroten. De raad heeft daarom de bodembeheernota vastgesteld op grond van het destijds geldende artikel 44 van het Besluit bodemkwaliteit. [appellante] kan zich met het besluit van 29 november 2022 niet verenigen, omdat dit besluit volgens haar diverse procedurele en inhoudelijke onrechtmatigheden bevat.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1436
- Datum uitspraak
- 2 april 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Bodembescherming
Bij brief heeft [verzoekster] verzocht om wraking van mr. D.A. Verburg als lid van de enkelvoudige kamer van de Afdeling belast met de behandeling in zaak nr. 202300825/1/R2. [verzoekster] heeft, samengevat, aan haar verzoek om wraking ten grondslag gelegd dat, als gevolg van de gang van zaken op de zitting van 13 maart 2025, de staatsraad bij haar de indruk heeft gewekt vooringenomen te zijn. [verzoekster] betoogt onder meer dat zij zich niet serieus genomen voelde door onterecht te zijn onderbroken, dat onjuiste informatie werd gegeven en dat de staatsraad ter zitting veelvuldig aangaf dat [verzoekster] geen kansrijke zaak had. Ook zou zij de voor haar belangrijkste beroepsgrond onvoldoende naar voren hebben kunnen brengen, zou haar dochter, mogelijk onbedoeld en tegen haar wens, als procespartij zijn aangemerkt omdat de staatsraad haar op een plaats vooraan in de zittingszaal had gezet en zou door non-verbale communicatie met de gemeente ongelijkheid zijn gecreëerd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1360
- Datum uitspraak
- 2 april 2025
- Wraking
- Bouwen
Bij besluit van 20 juli 2018 hebben gedeputeerde staten van Overijssel aan de maatschap, op grond van (paragraaf 9.4 van) het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017, een subsidie verleend van € 221.476,62 voor het verplaatsen van haar landbouwbedrijfsgebouw(en) en dit bedrag tegelijkertijd (ongewijzigd) vastgesteld. De maatschap exploiteerde een melkveebedrijf aan de [locatie 1] in Mariënheem, gemeente Raalte. Dit bedrijf, waar ongeveer 340 melkkoeien met bijbehorend jongvee werden gehouden, was gelegen op 550 meter van het Natura 2000-gebied Boetelerveld en op 200 meter van de rondom dat natuurgebied te realiseren bufferzone. Op 4 april 2016 is een zogeheten overeenkomst inzake bedrijfsverplaatsing tot stand gekomen tussen de maatschap en de provincie Overijssel. Daarbij zijn door de maatschap (onder andere) een aantal nabij het Boetelerveld gelegen cultuurgronden, die gebruikt werden voor de exploitatie van het bedrijf, aan de provincie Overijssel verkocht. De provincie kan door het verwerven van die gronden maatregelen treffen die voor de instandhouding van het Boetelerveld noodzakelijk zijn.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1461
- Datum uitspraak
- 2 april 2025
- Eerste aanleg - meervoudig
- Subsidie
Bij besluit van 23 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden aan RTR Exploitatie B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een bestaand winkelpand tot appartementen op de percelen Voorstreek 101 en 101b in Leeuwarden. Op 23 maart 2021 heeft het college aan RTR Exploitatie B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een bestaand winkelpand tot acht appartementen op de percelen Voorstreek 101 en 101b in Leeuwarden. Het college heeft daarbij gebruik gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid uit artikel 7.5.1, aanhef en onder a, van de planregels van het bestemmingsplan "Binnenstad". [appellant] woont op het perceel [locatie], naast het perceel waar de omgevingsvergunning betrekking op heeft, en heeft daartegen bezwaar gemaakt. Bij besluit van 26 oktober 2021 heeft het college het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het door [appellant] ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 26 oktober 2021 vernietigd. Volgens de rechtbank heeft het college het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning onvoldoende gemotiveerd ten aanzien van het aspect parkeren.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1460
- Datum uitspraak
- 2 april 2025
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluiten van 28 juli 2020 en 29 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roerdalen aan [appellant A] en aan [appellant B] een last onder dwangsom opgelegd. Het college heeft een last onder dwangsom opgelegd aan zowel [appellant A] als [appellant B], omdat zij caravans hebben geplaatst en houden op hun woonwagenstandplaats aan de Linderweg te Melick. Dit levert volgens het college een overtreding op van artikel 5.6, eerste lid, onder b, van de Algemene Plaatselijke Verordening en artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Als [appellant] de caravans niet weg haalt en houdt, wordt een dwangsom verbeurd van € 2.500,00 per week met een maximum van € 10.000,00. Volgens het controlerapport van 18 mei 2020 heeft een verbalisant op 14 april 2020 het perceel aan de Linderweg bezocht. Aanleiding was een melding over het langdurig stallen van caravans op de weg binnen de bebouwde kom. [appellant] heeft de verbalisant uitgelegd dat er voor kampbewoners geen verzekeringsmaatschappijen zijn die caravans verzekeren om ergens te kunnen stallen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1424
- Datum uitspraak
- 2 april 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom