Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 19 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [wederpartij] een vergunning verleend voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie] te Den Haag in onzelfstandige woonruimte voor 14 personen. Deze uitspraak ziet op de vergunningplicht voor omzetting die is opgenomen in de Huisvestingsverordening Den Haag 2019 en de Huisvestingsverordening Den Haag 2023. Het gaat om de situatie waarbij het college in eerste instantie de gevraagde omzettingsvergunning - een vergunning om zelfstandige woonruimte om te zetten in onzelfstandige woonruimte - heeft verleend aan de aanvrager. Omwonenden hebben daartegen bezwaar gemaakt. Het college heeft, na heroverweging in het kader van de bezwaarprocedure, de verleende vergunning herroepen en de aanvraag afgewezen op basis van een gewijzigd inzicht, neergelegd in regelgeving. Dit heeft geleid tot verschillende procedures over de vergunningplicht, waarbij vergelijkbare rechtsvragen spelen. In deze uitspraak geeft de Afdeling voor deze procedures een algemeen beoordelingskader.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3424
- Datum uitspraak
- 28 augustus 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 26 augustus 2019 heeft de burgemeester van Haarlem onder aanzegging van bestuursdwang [appellant] gelast om binnen veertien dagen de exploitatie van het massage- en acupunctuurbedrijf te beëindigen en beëindigd te houden. Bij de politie zijn in 2017 meldingen binnengekomen dat in het bedrijf van [appellant] aan de [locatie] in Haarlem seksuele diensten tegen betaling worden aangeboden. Naar aanleiding hiervan is op 11 oktober 2018 een controle in het bedrijf uitgevoerd, waarbij door een spermahond op twee plaatsen in twee massagekamers spermasporen zijn aangetroffen. Daarna heeft een aangewezen toezichthouder (een zogenoemde mystery guest), die is belast met het toezicht op de naleving van de voorschriften in de Algemene plaatselijke verordening die gelden voor seksinrichtingen, het bedrijf bezocht. Van zijn bevindingen is op 4 juni 2019 proces-verbaal opgemaakt. Daarin staat onder meer dat aan de desbetreffende toezichthouder een seksuele dienst werd aangeboden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3479
- Datum uitspraak
- 28 augustus 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Verordeningen
Bij besluit van 21 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard besloten om in de Zeelberg te Valkenswaard, ter hoogte van huisnummer 82, een zogenoemde landbouwsluis aan te leggen en het weggedeelte in beide richtingen gesloten te verklaren, met uitzondering van fietsers en bromfietsers. Bij het besluit van 20 april 2021 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat hij geen belanghebbende is. De rechtbank heeft geoordeeld dat [appellant] geen belanghebbende is. De rechtbank stelt vast dat de woningen van [appellant] en de buurtgenoten niet zijn gelegen aan de Zeelberg en De Sil waarvoor het college een verkeersbesluit heeft genomen. Het realiseren van de landbouwsluis heeft daarom geen directe gevolgen voor het weggebruik en hun woongenot.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3510
- Datum uitspraak
- 28 augustus 2024
- Hoger beroep
- Wegenverkeerswet
Bij besluit van 28 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te beëindigen en beëindigd te houden binnen 6 maanden na dagtekening van het besluit. Volgens de last kan [appellant] dit onder andere doen door de recreatiewoning met overkapping en de aan de berging gerealiseerde overkapping te verwijderen en verwijderd te houden, of de inhoud van de recreatiewoning terug te brengen naar 200 m³ en de twee overkappingen te verwijderen en verwijderd te houden op [kavel] op het vakantiepark Bonte Vlucht in Doorn. [appellant] is eigenaar van het perceel en de daarop gebouwde recreatiewoning en berging. [partij] is eigenaar van een aangrenzend perceel op het recreatiepark. [partij] heeft het college op 15 april 2020 verzocht om handhavend op te treden tegen de berging. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat [appellant] de recreatiewoning en twee overkappingen zonder omgevingsvergunning en in strijd met het geldende bestemmingsplan heeft gebouwd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3496
- Datum uitspraak
- 28 augustus 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij uitspraak van 29 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2023:2225, heeft de Afdeling het onderzoek in de zaak heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak omtrent de gevorderde schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De stichting heeft de Afdeling in een nader stuk in zaak nr. 202204749/2/R1 verzocht een schadevergoeding toe te kennen omdat de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden is overschreden. Bij de bepaling van de schadevergoeding geldt als uitgangspunt een tarief van € 500,00 per half jaar waarmee de termijn is overschreden, waarbij het totaal van de overschrijding naar boven wordt afgerond. Dat betekent dat de stichting recht heeft op een schadevergoeding voor een overschrijding van de termijn van vijf maal een half jaar van steeds € 500,00, dus € 2.500,00.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3477
- Datum uitspraak
- 28 augustus 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Schadevergoeding
Bij besluit van 26 april 2022 heeft de raad van de gemeente Staphorst het bestemmingsplan "Buitengebied part. herz. Westerstouwe 31, 33 en Kastanjelaan 2F Staphorst" vastgesteld. Het plan maakt de herontwikkeling van de percelen Westerstouwe 31 en 33 en de Kastanjelaan 2F in Staphorst mogelijk. De bedrijfsgebouwen en het bijbehorende woonhuis op het perceel Westerstouwe 31 en 33 worden gesloopt en daarvoor in de plaats maakt het plan zes rijwoningen mogelijk. Op het perceel Kastanjelaan 2F wordt een vrijstaande woning mogelijk gemaakt. Voor dit perceel is een voorwaardelijke verplichting opgenomen ten behoeve van de landschappelijke inpassing van de woning en de bij de woning behorende natuurontwikkeling op dat perceel. De initiatiefnemer van het plan is [initiatiefnemer]. [appellant] woont aan de [locatie] te Staphorst, naast het perceel Westerstouwe 31 en 33, en is het niet eens met de ontwikkelingen die het plan mogelijk maakt. [appellant] betoogt dat het plan ook na de aanpassing van de plantoelichting nog steeds in strijd is met artikel 2.1.6, eerste lid, van de Omgevingsverordening 2017. Volgens hem is aanpassing van de plantoelichting niet voldoende.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3493
- Datum uitspraak
- 28 augustus 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Overijssel
Bij besluit van 8 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boekel de aanvraag van [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] om tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] zijn eigenaar van de woning aan de [locatie 1] in Boekel (hierna: de woning). Op het naastgelegen perceel aan de [locatie 2] bevindt zich een champignonkwekerij met een verwerkingshal. Bij besluit van 22 augustus 2017 heeft het college aan de exploitant van de champignonkwekerij verleend voor het tijdelijk huisvesten van 24 werknemers. Op 22 februari 2018 heeft de gemeenteraad van Boekel het bestemmingsplan Omgevingsplan Buitengebied 2016 vastgesteld. Op 17 juni 2019 hebben [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] het college verzocht om tegemoetkoming in planschade. Zij stellen dat zij schade in de vorm van waardevermindering van de woning hebben geleden door de verlening van de omgevingsvergunning en de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3483
- Datum uitspraak
- 28 augustus 2024
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij besluit van 9 november 2021 heeft de minister voor Rechtsbescherming een aanvraag van [appellant] voor een verklaring omtrent het gedrag (VOG) afgewezen. [appellant] heeft een VOG aangevraagd voor de functie van pakketten bezorger, vervoerder, koerier bij Smart Service B.V. in Oostzaan. Op zijn aanvraag is het algemene screeningprofiel van toepassing verklaard. Daarnaast zijn de volgende risicogebieden van toepassing: - met contante en/of girale gelden en/of (digitale) waardepapieren omgaan; - het beschikken over goederen; - (rijdend) vervoer waarbij goederen, producten, post en pakketten worden getransporteerd en/of bezorgd, anders dan het intern transport binnen een bedrijf. De minister heeft de aanvraag van de VOG beoordeeld aan de hand van een objectief en een subjectief criterium. Aan het objectieve criterium is voldaan als het delict waarvoor de aanvrager veroordeeld is, indien herhaald en gelet op het risico voor de samenleving, een belemmering vormt voor een behoorlijke uitoefening van de functie. In dat geval wordt de VOG geweigerd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3506
- Datum uitspraak
- 28 augustus 2024
- Hoger beroep
- Verklaring omtrent gedrag
Bij besluit van 22 september 2021 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het kindgebonden budget van [appellante] voor de periode vanaf juni 2021 opnieuw berekend en van € 2.594,00 naar € 1.513,00 verlaagd. In geschil is of de Belastingdienst/Toeslagen de minderjarige partner van [appellante] terecht heeft aangemerkt als haar toeslagpartner als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen voor de periode van september 2021 tot en met december 2021. [appellante] had ten tijde hier van belang een relatie met [persoon]. Op 9 mei 2021 hebben zij een zoon gekregen. [appellante] stond vanaf 11 mei 2021 tot aan haar meerderjarigheid op 23 april 2023 onder toezicht van Stichting Samen Veilig Midden-Nederland. Zij is door de kinderrechter uit huis geplaatst. Bij besluit van 23 juli 2021 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot kindgebonden budget voor [appellante] opnieuw berekend op een bedrag van € 2.594,00. Het kindgebonden budget is verhoogd met de tegemoetkoming voor alleenstaande ouders (de zogenoemde alleenstaande ouderkop).
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3497
- Datum uitspraak
- 28 augustus 2024
- Hoger beroep
- Geld
Bij besluit van 6 augustus 2021 heeft het CBR [appellant] een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer opgelegd. Op 15 juli 2021 heeft de politie aan het CBR een schriftelijke mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wvw 1994. In die mededeling is vermeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid en/of lichamelijke of geestelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen waarvoor zijn rijbewijs is afgegeven. Deze mededeling is gebaseerd op een mutatierapport van 15 juli 2021 en een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van 23 september 2021. Volgens deze stukken heeft [appellant] op 11 juli 2021 als bestuurder van een personenauto onder andere over een betonnen wegafscheiding gereden, slingerend rijgedrag vertoond en snelheidsovertredingen begaan, omdat hij 100 km/u heeft gereden, waar een maximumsnelheid van 60 km/u is toegestaan, en hij binnen de bebouwde kom 80 km/u heeft gereden. Het CBR heeft naar aanleiding van de mededeling van 15 juli 2021 een EMG opgelegd aan [appellant]. Dit is een verplichte cursus, waarbij de cursist leert waarom het belangrijk is om veilig en verantwoord te rijden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:3498
- Datum uitspraak
- 28 augustus 2024
- Hoger beroep
- Wegenverkeerswet