Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Ons werk.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
202107590/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 1 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 14 oktober 2021 heeft de raad van de gemeente Montferland het bestemmingsplan "Didam, Herontwikkeling Schoolstraat e.o." vastgesteld en besloten geen exploitatieplan vast te stellen. Bij besluit van 2 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Montferland aan de vennootschap onder firma [bedrijf] Projectontwikkeling een omgevingsvergunning voor het herstellen van de gevel van het voormalige raadhuis en het bouwen van twee complexen met winkels en woningen, inclusief het inrichten van het terrein, op verscheidene locaties in Didam verleend. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van twee supermarkten en woningen mogelijk in de Schoolstraat en omgeving, in het centrum van Didam. Er bevinden zich hier gebouwen die hun oorspronkelijke functie hebben verloren. Op de locatie van het voormalige gemeentehuis voorziet het plan in een nieuwe supermarkt (van Coop) met daarboven zestien appartementen. Het pand waarin op dit moment de Coop-supermarkt is gevestigd, zal - net als een deel van het voormalige gemeentehuis - worden gesloopt.
- Datum uitspraak
- 1 februari 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Gelderland
202107989/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 1 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 14 juli 2020 heeft het bestuur van de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft op medische gronden een urgentieverklaring aangevraagd bij het bestuur van de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond. Ze heeft depressieve klachten en spier- en botpijn. Ze woont samen met haar zoon in een kleine kamer. De SUWR heeft de aanvraag bij het besluit van 14 juli 2020 afgewezen, omdat [appellante] niet woont in een zelfstandige woning met een geldig contract op haar naam. Ze is onderhuurder op haar huidige adres en heeft daardoor geen huurovereenkomst met de woningcorporatie. Daarnaast zijn geen bijzonderheden geconstateerd die aanleiding geven om af te wijken van de regelgeving. Bij het besluit van 12 oktober 2020 heeft de SUWR het bezwaar van [appellante] ongegrond verklaard, met dien verstande dat "zelfstandige woning" in het besluit van 14 juli 2020 moet worden gelezen als "zelfstandige woonruimte".
- Datum uitspraak
- 1 februari 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Verordeningen
202200194/1/V6(uitspraak wordt op woensdag 1 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 11 december 2020 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [bedrijf] een boete opgelegd van € 48.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. Het door een arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW op ambtsbelofte opgemaakte boeterapport van 22 augustus 2019 houdt in dat uit onderzoek is gebleken dat in de periode van 2 november 2018 tot en met 21 maart 2019, of tenminste delen daarvan, zes vreemdelingen met de Chinese nationaliteit arbeid ten dienste van [bedrijf] hebben verricht als Technical of After Sales Engineer ([partij A], [partij B], [partij C], [partij D] en [partij E]) of als leidinggevende ([partij F]), terwijl daarvoor geen tewerkstellingsvergunningen waren afgegeven en de vreemdelingen niet in het bezit waren van een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid. De vreemdelingen waren in dienst van het Chinese moederbedrijf. Dit betekent dat [bedrijf] artikel 2, eerste lid, van de Wav heeft overtreden. De minister heeft [bedrijf] daarom een boete opgelegd.
- Datum uitspraak
- 1 februari 2023
- Hoger beroep
- Boete
202200304/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 1 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 28 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Halderberge aan [appellant] een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 7.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag tot de datum van uitbetaling, en bepaald dat het voor de behandeling van de aanvraag geheven recht van € 300,00 wordt teruggestort en dat een vergoeding van € 345,00 wordt toegekend voor de in verband met de behandeling van de aanvraag redelijkerwijs gemaakte kosten van rechtsbijstand. [appellant] is eigenaar van de onroerende zaak aan de [locatie 1] in Oud Gastel. Bij brief van 27 januari 2020, ontvangen op 7 februari 2020, heeft hij het college verzocht om tegemoetkoming in de planschade die hij heeft geleden in verband met de inwerkingtreding van het bij besluit van 6 augustus 2019 vastgestelde uitwerkingsplan Oud Gastel Noord fase 3.
- Datum uitspraak
- 1 februari 2023
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
202200733/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 1 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 16 december 2021 heeft de raad van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten het bestemmingsplan "Wederikdreef te Nuenen" vastgesteld. Het plan maakt het mogelijk om woningen te realiseren aan de Wederikdreef te Nuenen. Woningstichting Helpt Elkander, de initiatiefnemer, wil om binnen het plangebied 18 sociale huurappartementen en 23 zorgwoningen te realiseren.
- Datum uitspraak
- 1 februari 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Brabant
202201097/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 1 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 25 november 2021 heeft de raad van de gemeente Bergeijk het bestemmingsplan "Voorderstraat-Heiereind Ong." vastgesteld. Het plan maakt twee woningen aan de zuidkant van Riethoven mogelijk. Eén woning is mogelijk gemaakt op het perceel met het kadastrale nummer E 165 naast de woning aan de [locatie 1]. De andere woning is mogelijk gemaakt op het perceel met het kadastrale nummer E 61 dat aan de Heiereind ligt. Voor deze woning is een zogeheten ruimte-voor-ruimte-titel van Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte CV aangekocht. ORR is door de provincie Noord-Brabant opgericht en is een 100% deelneming van de provincie. [partij] is de initiatiefnemer van de twee woningen. [appellant] woont aan de [locatie 2] in Riethoven ten oosten van het perceel dat aan de Heiereind ligt. Hij woont op een afstand van ongeveer 100 m van het perceel dat aan de Voorderstraat ligt. Hij vreest dat het plan zal leiden tot een ernstige aantasting van zijn woon- en leefklimaat.
- Datum uitspraak
- 1 februari 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Noord-Brabant
202201115/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 1 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 19 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dongen aan [appellant] een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 20.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 oktober 2016 tot aan de dag van uitbetaling. [appellant] is sinds 24 december 1996 eigenaar van de woning met bijbehorend perceel aan de [locatie] te Dongen. Het geschil gaat over de hoogte van de door de rechtbank aan [appellant] toegekende tegemoetkoming in de planschade die hij in de vorm van waardevermindering van de onroerende zaak heeft geleden als gevolg van een planologische verandering ten behoeve van woningbouw op ten zuiden en zuidwesten van de onroerende zaak gelegen gronden aan de Leeuweriklaan.
- Datum uitspraak
- 1 februari 2023
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
202201469/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 1 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 12 april 2021 heeft het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft bij het dagelijks bestuur een urgentieverklaring aangevraagd. Zij heeft een kind van - inmiddels - vier jaar oud en woont in een éénkamerwoning van Stichting Huisvesting Werkende Jongeren. Zij is met spoed op zoek naar andere huisvesting, omdat zij vindt dat haar woning onveilig is voor haar kind wegens drank- en drugsgebruik door jongeren in het pand. Daarnaast ervaart zij hinder van geluidsoverlast. Ook geeft zij aan dat zij in een ruimere woning rust zal vinden.
- Datum uitspraak
- 1 februari 2023
- Hoger beroep
- Verordeningen
202201506/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 1 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 23 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem een aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] is in 2003 vanuit Soedan naar Nederland gevlucht. Naar aanleiding van gebeurtenissen in Soedan heeft hij PTSS gekregen, waarvoor hij in Nederland bij verschillende GGZ-instellingen in behandeling is geweest. Hij geeft aan nog niet uitbehandeld te zijn. Hij is in financiële problemen gekomen, waardoor hij in 2019 zijn woning moest verlaten.
- Datum uitspraak
- 1 februari 2023
- Hoger beroep
- Verordeningen
202201752/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 1 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen een aanvraag van [appellante] om toekenning van kindgebonden budget over 2017, afgewezen. [appellante] heeft op 10 augustus 2019 een aanvraag ingediend om kindgebonden budget over 2017 aan haar toe te kennen. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de aanvraag afgewezen. Volgens de dienst ontving [appellante] in 2017 kinderbijslag van de Sociale Verzekeringsbank. Omdat zij toen niet ook al een toeslag ontving, wordt zij niet geacht een aanvraag voor het kindgebonden budget te hebben gedaan. Daarom had zij zelf een aanvraag moeten indienen. Aan [appellante] was uitstel verleend voor het doen van de aangifte inkomstenbelasting 2017 tot 1 mei 2019. Daarom kon zij tot 1 mei 2019 kindgebonden budget over 2017 aanvragen. De aanvraag van 10 augustus 2019 is volgens de Belastingdienst/Toeslagen dan ook te laat ingediend. [appellante] is het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld. Volgens haar is niet relevant dat zij de aanvraag te laat heeft ingediend, omdat zij kinderbijslag ontving en de Belastingdienst/Toeslagen daarom automatisch had moeten beoordelen of zij recht had op kindgebonden budget en haar hierover een bericht had moeten sturen.
- Datum uitspraak
- 1 februari 2023
- Hoger beroep
- Geld