Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 12 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1124
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 27 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1123
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 26 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1125
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluiten van 26 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1194
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 30 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1104
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij tussenuitspraak van 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1886, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Goirle opgedragen om binnen 26 weken na verzending van die uitspraak de daarin omschreven gebreken in het op 18 februari 2020 vastgestelde bestemmingsplan "[locatie 1]" te herstellen met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen over de gebreken in dat besluit. Het plan voorziet in de realisatie van een pension voor 45 honden en 20 katten op het perceel [locatie 1] te Riel. Het plangebied ligt ten zuidwesten van de bebouwde kom van Riel, in het buitengebied. Het betreft een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met een boerderij en bijgebouwen, waarin wordt beoogd bedrijfsmatig de honden en katten te huisvesten (een dierenpension). Ook mag op dit perceel worden gewoond in een bedrijfswoning. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 2] en [appellant sub 2] aan de [locatie 3], in de directe omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen zoals dat gewijzigd is vastgesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1134
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Noord-Brabant
Bij besluit van 27 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van zijn woning aan de [locatie 1] in Den Haag door het plaatsen van een dakterras op de uitbouw van de winkel aan de [locatie 2] in Den Haag. [vergunninghouder] heeft een dakterras gerealiseerd op de uitbouw van de winkel aan de [locatie 2] in Den Haag. Om dit dakterras te legaliseren, heeft hij een aanvraag om verlening van een omgevingsvergunning ingediend. Het college heeft toepassing gegeven aan de afwijkingsbevoegdheid. [appellant A] is eigenaar van de panden aan de [locatie 3] en [locatie 4] en van de woning aan de [locatie 5] in Den Haag. [bedrijf] is huurder van de woning aan de [locatie 5]. Het dakterras rust op de fundering van de muren van de panden aan de [locatie 3] en [locatie 4] en [locatie 5]. Het hekwerk van het dakterras is in de muur van [locatie 5] verankerd. [appellanten] zijn het niet eens met de verlening van de omgevingsvergunning
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1157
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 21 januari 2021 heeft de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming geweigerd handhavend op te treden tegen de Centrale Organisatie voor Opslag en Verwerking van Radioactief Afval N.V.. Bij besluit van 15 april 2021 heeft de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] betoogt dat de ANVS haar verzoek om handhavend op te treden ten onrechte heeft afgewezen. Zij wijst erop dat COVRA geen openheid heeft gegeven over de wijze waarop zij haar tarieven vaststelt aan het algemeen publiek en, blijkens het besluit van 15 april 2021, ook slechts in zeer beperkte mate openheid heeft gegeven aan de ANVS zelf. Dat betekent volgens [appellante] dat COVRA haar tarieven in elk geval niet op transparante wijze heeft vastgesteld, en dat daardoor ook niet kan worden beoordeeld of die tarieven wel op objectieve en niet-discriminerende wijze zijn vastgesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1152
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Kernenergie
- Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 15 november 2019 (hierna: primair besluit 1) heeft de korpschef van politie een verzoek om openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) gedeeltelijk afgewezen. Op 19 augustus 2019 heeft [appellant] de korpschef verzocht om digitale kopieën van alle documenten betreffende zijn aangifte met het nummer PL1100-2017105702-1 (dan wel nummer PL1228-2014031718-1) en de daarop volgende klachten onder meer over de weigering van twee politiemedewerkers om aangifte op te nemen van nieuwe strafbare feiten. Naar aanleiding van dit verzoek heeft de korpschef een zoekslag gedaan naar documenten. Dit heeft 26 documenten opgeleverd die onder het verzoek vallen. De korpschef heeft de openbaarmaking van vijf van deze documenten geweigerd. De overige documenten zijn in kopie aan [appellant] toegezonden, waarbij bepaalde passages onleesbaar zijn gemaakt. Op 22 maart 2020 heeft [appellant] in aanvulling op zijn eerdere verzoek, verzocht om openbaarmaking van alle e-mails, inclusief bijlagen, uit de mailboxen van de twee politiemedewerkers die de aangifte met het nummer PL1100-2017105702-1 hebben behandeld, uit de back-up bestanden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1150
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Hoger beroep
- Openbaarheid
Bij besluit van 28 januari 2020 heeft de minister beslist op het verzoek van [appellante] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur om informatie over een melding bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. [appellante] heeft in 2019 een verzoek gedaan op grond van de Wob om informatie over een melding die het Groene Hart Ziekenhuis heeft gedaan bij de inspectie over een mogelijke calamiteit. Die mogelijke calamiteit betreft het overlijden van het ongeboren kind van [appellante]. [appellante] betoogt dat uit de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de wetsgeschiedenis niet blijkt dat toestemming van de patiënt voor openbaarmaking van medische gegevens slechts in een concreet geval en voor een bepaald doel kan worden gegeven. Zij stelt dat de rechtbank dat niet heeft gemotiveerd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1171
- Datum uitspraak
- 20 maart 2024
- Hoger beroep
- Openbaarheid