Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 7 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal een aanvraag van [appellant] om tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] te Overveen. Bij brief van 29 oktober 2019 heeft hij het college verzocht om vergoeding van de onevenredige schade die hij in de vorm van een waardevermindering van de woning en een aantasting van het woongenot heeft geleden door de bouw van de wijk Bijduinhof direct achter de woning. Volgens [appellant] bestaat de schade uit een aantasting van de privacy en het uitzicht en uit een verminderde zonlichttoetreding in de tuin en de woning. Verder heeft het ophogen van de gronden van het plangebied tot een peil van 3,42 m boven NAP ertoe geleid dat hij in de tuin het gevoel heeft dat hij in een kuil staat. Ook is een onaangename windcirculatie in de tuin ontstaan. Op 16 juni 2011 heeft de rechtsvoorganger van Mount Koraal met de gemeente Bloemendaal een overeenkomst gesloten, waarbij zij zich heeft verbonden eventuele door het college toe te kennen tegemoetkomingen in planschade als gevolg van de verandering van het planologische regime.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4401
- Datum uitspraak
- 29 november 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Schadevergoeding
Bij besluit van 27 mei 2021, met kenmerk UHT-DC I, heeft de Belastingdienst/Toeslagen [appellant] een compensatiebedrag van € 60.000,00 toegekend naar aanleiding van een verzoek om herbeoordeling van kinderopvangtoeslag over de jaren 2008 en 2009. Bij besluit van dezelfde dag, met kenmerk UHT-DC-I A, heeft de Belastingdienst/Toeslagen een verzoek om compensatie over de jaren 2010 en 2011 afgewezen. Deze uitspraak gaat over de door [appellant] gevraagde compensatie in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag. [appellant] heeft over de jaren 2008, 2009 en 2010 op voorschotbasis kinderopvangtoeslag ontvangen voor zijn dochter. De over deze jaren toegekende kinderopvangtoeslag is naderhand op nihil vastgesteld. Daardoor moest [appellant] de over deze jaren ontvangen kinderopvangtoeslag terugbetalen. Over 2011 is geen kinderopvangtoeslag toegekend of uitbetaald. [appellant] betoogt in hoger beroep dat geen belangenafweging heeft plaatsgevonden en dat de aangeleverde stukken niet op de juiste waarde zijn geschat. Hij is gedupeerde voor alle jaren, dus ook over de jaren 2010 en 2011, en voldoet aan alle voorwaarden voor compensatie over die jaren.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4426
- Datum uitspraak
- 29 november 2023
- Hoger beroep
- Geld
Bij besluit van 26 juli 2022 heeft de Raad van Bestuur een aanvraag van [bedrijf] van 17 juni 2022 om verlening van een tewerkstellingsvergunning voor [wederpartij] afgewezen. Volgens het eerste lid van artikel 15 van de Opvangrichtlijn moeten de lidstaten ervoor zorgen dat asielzoekers uiterlijk negen maanden na het indienen van een asielverzoek toegang krijgen tot de arbeidsmarkt. In het tweede lid van artikel 15 staat dat de lidstaten mogen bepalen onder welke voorwaarden asielzoekers toegang tot de arbeidsmarkt krijgen en dat zij ervoor moeten zorgen dat asielzoekers daadwerkelijk toegang tot die arbeidsmarkt hebben. In Nederland is dit zo geregeld dat een asielzoeker zes maanden na het indienen van zijn asielaanvraag onder bepaalde voorwaarden mag werken. De belangrijkste voorwaarde is de zogeheten ’24-weken-eis’. Deze eis houdt in dat een asielzoeker binnen een tijdsbestek van 52 weken maximaal 24 weken mag werken. Voor de overige 28 weken binnen dit tijdsbestek hebben zij geen toegang tot de arbeidsmarkt. In deze uitspraak staat de vraag centraal of de 24-weken-eis verenigbaar is met artikel 15, tweede lid, van de Opvangrichtlijn.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4418
- Datum uitspraak
- 29 november 2023
- Hoger beroep
- Wet arbeid vreemdelingen
Bij beslissing van 27 juli 2023 heeft het college van beroep voor de examens van de Hogeschool van Amsterdam het door [appellante] ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Deze zaak gaat om de beoordeling van de onderwijseenheid Assessment jaar 2. De kern van het geschil dat partijen verdeeld houdt is of de beslissing van 7 juni 2022 van de Examencommissie Social Work terecht door het college in stand is gelaten. Bij die beslissing is een herbeoordeling uitgevoerd van het portfolio dat [appellante] met het oog op het assessment heeft ingeleverd. Die herbeoordeling was nodig omdat het beroep van [appellante] tegen de eerste beoordeling van het portfolio door het college bij uitspraak van 25 februari 2021 gegrond was verklaard. Reden daarvan was dat bij de beoordeling de regels van de Onderwijs- en Examenregeling (hierna: OER) niet in acht waren genomen en in het bijzonder dat de examinator, overeenkomstig de Handleiding competentie assessment 2019-2020, ten onrechte het niveau waarop de competenties waren behaald in aantal ECTS, in plaats van een cijfer op schaal van 1 tot en met 10 had uitgedrukt. Bij de eerste beoordeling van het portfolio zijn 43 ECTS toegekend.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4408
- Datum uitspraak
- 29 november 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 26 mei 2023 heeft het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam het verzoek van [appellant] om voor het studiejaar 2023-2024 te worden ingeschreven voor de opleiding Aviation voltijd afgewezen. [appellant] heeft op 25 mei 2023 een verzoek tot inschrijving gedaan voor de opleiding Aviation voltijd. Het college heeft dat verzoek afgewezen omdat hij geen toelatingsrecht heeft. Dat komt omdat [appellant] zich niet vóór 1 mei voor de opleiding heeft ingeschreven. In de beslissing van 11 augustus 2023 heeft het college het door [appellant] tegen de beslissing van 25 mei 2023 ingediende bezwaarschrift met overneming van het advies van de Geschillenadviescommissie ongegrond verklaard. [appellant] is het met die beslissing niet eens. Hij wijst er op dat hij op het moment van de inschrijving ingeschreven stond, en een bachelor Aeronautics volgde, aan de Europese vestiging van Embry Riddle in Frankfurt. Gelet op artikel 4.2, eerste lid, van het Studentenstatuut 2022-2023 komt hij daarom wel voor inschrijving in aanmerking. Deze instelling is immers een onderwijsinstelling als bedoeld in dat artikel.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4407
- Datum uitspraak
- 29 november 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij besluit van 15 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4372
- Datum uitspraak
- 28 november 2023
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluiten van 11 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard en aanvragen van vreemdeling 1 en vreemdeling 2 om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4386
- Datum uitspraak
- 28 november 2023
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluiten van 20 augustus 2020 heeft de minister van Buitenlandse Zaken aanvragen van de vreemdeling en haar minderjarige kinderen om hun visa voor kort verblijf te verlenen, afgewezen
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4376
- Datum uitspraak
- 28 november 2023
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 28 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4387
- Datum uitspraak
- 28 november 2023
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 24 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4353
- Datum uitspraak
- 28 november 2023
- Hoger beroep
- Asiel