Uitspraken

Bij besluit van 24 september 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Donkerstraat Heesselt" vastgesteld.

Het beroep richt zich tegen het besluit van 28 april 2010, waarbij het college een verzoek van [appellant] om registratie als kiezer voor de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal op 9 juni 2010 heeft afgewezen.

Bij besluit van 20 december 2007 heeft het college het door [appellant] (hierna: Van Leeuwen) gemaakte bezwaar tegen het besluit van 20 september 2007, waarbij het college aan [partij] bouwvergunning tweede fase heeft verleend voor het veranderen van een woonboerderij op het perceel [locatie] te [plaats], ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 2 april 2009 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 27 november 2008, verzonden op dezelfde dag, van de rechtbank Roermond.

​Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 10 oktober 2008, verzonden op dezelfde dag, van de rechtbank Middelburg (hierna: de rechtbank).

​Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 19 augustus 2008, verzonden op 1 september 2008, van de rechtbank Groningen (hierna: de rechtbank).

​Bij besluit van 5 februari 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Drenthe (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Hoogeveen (hierna: de raad) bij besluit van 5 juli 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Stadscentrum, deelplan Woonpark Bilderdijk" (hierna: het plan).

​Het hoger beroep is gericht tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda (hierna: de voorzieningenrechter) van 29 februari 2008, verzonden op dezelfde dag, waarbij, voor zover hier van belang, het door [appellant] tegen het besluit van het college en de burgemeester van 20 december 2007 ingestelde beroep gegrond is verklaard, dat besluit is vernietigd en het college en de burgemeester zijn opgedragen om met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen een nieuw besluit te nemen.

Bij besluit van 5 april 2004, voorzover thans van belang, heeft appellant bepaald dat voor het horecabedrijf aan de [locatie] te [plaats] gedurende vijf jaren nadat het besluit tot intrekking van de vergunning onherroepelijk is geworden, een vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet wordt geweigerd.

Door middel van zowel aanplakking op het aanplakbord aan het raadhuis als publicatie in de Soester Courant op 26 januari 2005 heeft verweerder (hierna: het centraal stembureau) kennis gegeven van de vaststelling van de uitslag van het referendum, gehouden over het besluit van de gemeenteraad van Soest van 3 juni 2004 en daarbij vermeld dat deze niet geldt als een raadgevende uitspraak tot afwijzing.