Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 19 juni 2023 heeft het CBR bepaald dat [appellant] zijn medewerking moet verlenen aan een rijvaardigheidsonderzoek. Het hiertegen gemaakt bezwaar heeft het CBR bij besluit van 31 juli 2023 ongegrond verklaard. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van [appellant] tegen het besluit van 31 juli 2023 ongegrond is verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4896
- Datum uitspraak
- 25 november 2024
- Hoger beroep
- Mondelinge uitspraak
- Wegenverkeerswet
Bij besluit van 17 juni 2022 heeft het CBR aan [appellant] een onderzoek naar drugsgebruik opgelegd. Omdat [appellant] de kosten voor dat onderzoek niet heeft betaald, heeft het CBR bij besluit van 2 augustus 2022 het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft het CBR bij besluit van 17 oktober 2022 ongegrond verklaard. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van [appellant] tegen het besluit van 17 oktober 2022 ongegrond is verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4895
- Datum uitspraak
- 25 november 2024
- Mondelinge uitspraak
- Wegenverkeerswet
[appellant] is eigenaar van een woning aan de [locatie] in Den Haag. Op 2 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag haar een last onder dwangsom opgelegd voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimten zonder vergunning en overbewoning van de woning. Tegen dit besluit heeft [appellant] geen bezwaar gemaakt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4970
- Datum uitspraak
- 21 november 2024
- Hoger beroep
- Mondelinge uitspraak
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Het beroep is gericht tegen de beslissing van 5 augustus 2024, waarbij het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen het door [appellant] gemaakte bezwaar tegen de beslissing van 15 april 2024 ongegrond heeft verklaard. In de beslissing van 15 april 2024 heeft het CvB aan [appellant] voor de selectieprocedure van de bacheloropleiding Tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen (hierna: de RUG) het rangnummer 209 toegekend. [appellant] voldoet niet aan de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het Reglement Selectie en Plaatsing, behorende bij de Regeling inschrijving en collegegeld 2024-2025 van de RUG en kan daarom - los van de hoogte van het verkregen rangnummer - niet beginnen aan de bacheloropleiding Tandheelkunde. Op de zitting bij de Afdeling heeft hij dit desgevraagd erkend. Gelet daarop kan [appellant] met het beroep niet het doel bereiken dat hij beoogt te bereiken. Hij heeft daarom geen belang bij een inhoudelijke beoordeling daarvan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4804
- Datum uitspraak
- 20 november 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mondelinge uitspraak
- Studentenzaken
Het verzoek richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Rheden van 28 mei 2024, waarbij het bestemmingsplan "Rheden, locatie Groenestraat-Oranjeweg (uitbreiding supermarkt)" is vastgesteld. De voorzieningenrechter is verzocht een voorlopige voorziening te treffen en het bestemmingsplan te schorsen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4834
- Datum uitspraak
- 15 november 2024
- Mondelinge uitspraak
- Bouwen
Het gaat in dit geding over twee punten: de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag om proceskosten die [appellante] in bezwaar heeft gemaakt te vergoeden, en het verzoek van [appellante] om schadevergoeding omdat de gehele procedure van bezwaar, beroep en hoger beroep te lang heeft geduurd (overschrijding van de redelijke termijn). Over de proceskosten die [appellante] in bezwaar heeft gemaakt, heeft de rechtbank terecht overwogen dat het college die alleen hoefde te vergoeden als hij het besluit waartegen bezwaar is gemaakt had herroepen wegens aan hem te wijten onrechtmatigheid. Dat volgt uit artikel 7:15 van de Awb. Het college heeft het besluit waarin de vergunning is geweigerd, herroepen omdat [appellante] een aangepaste bouwtekening had ingediend. En niet omdat het college tot de conclusie kwam dat het eerdere weigeringsbesluit onrechtmatig was.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4646
- Datum uitspraak
- 12 november 2024
- Hoger beroep
- Mondelinge uitspraak
- Schadevergoeding
Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Boekel van 23 november 2022, waarbij de raad het bestemmingsplan "Veegplan Kommen" heeft vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt meerdere initiatieven mogelijk verspreid over de kommen Boekel en Venhorst. In het ontwerpbestemmingsplan was ook een plandeel opgenomen dat zag op de locatie Zandhoek 1B in Boekel. In het vastgestelde plan is die locatie niet meegenomen. Volgens [appellant] heeft het bestemmingsplan ten onrechte geen betrekking op de gronden aan de Zandhoek 1B. Ook is er volgens hem niet inhoudelijk gereageerd op zijn zienswijze.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4657
- Datum uitspraak
- 11 november 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mondelinge uitspraak
- RO - Noord-Brabant
[appellante] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekend maken van een van rechtswege verleende vergunning. Bij uitspraak van 6 februari 2023 heeft de rechtbank het beroep van [appellante] tegen het niet tijdig nemen van een van rechtswege gegeven vergunning, niet-ontvankelijk verklaard. Volgens [appellante] heeft het college van burgemeester en wethouders van Borsele niet tijdig op haar aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de verbouw van haar bedrijfspand tot bedrijfswoning op het perceel [locatie] in Kwadendamme beslist en is de gevraagde omgevingsvergunning van rechtswege verleend. In deze procedure gaat het om de vraag of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het standpunt van het college juist is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4658
- Datum uitspraak
- 11 november 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mondelinge uitspraak
- RO - Zeeland
Bij besluit van 19 december 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Loon op Zand het door [appellant] ingediende verzoek om handhavend op te treden op onder meer het adres [locatie] in Loon op Zand, afgewezen. Op het perceel is het bestemmingsplan "Bedrijvenpark De Hoogt 2014" van toepassing. Voor het perceel geldt de bestemming "Bedrijventerrein". Aan de zuidzijde van het perceel bevindt zich een strook grond met onder andere de aanduiding "specifieke vorm van groen - afschermend groen" (hierna: groenstrook). [appellant] heeft een handhavingsverzoek ingediend, omdat het gebruik van de groenstrook door voertuigen gedurende de dag op de strook te parkeren en daar weer vanaf te halen, volgens hem, in strijd is met het bestemmingsplan. Op de groenstrook zijn volgens [appellant] namelijk alleen afschermende groenvoorzieningen toegestaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4669
- Datum uitspraak
- 11 november 2024
- Hoger beroep
- Mondelinge uitspraak
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
- RO - Noord-Brabant
Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Soest van 23 november 2023, waarbij de raad van de gemeente Soest het bestemmingsplan [locatie] te Soest, heeft vastgesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:4785
- Datum uitspraak
- 6 november 2024
- Mondelinge uitspraak
- RO - Utrecht