Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 687
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202202791/1/A2

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 6 april 2022 van de rechtbank. Daarin heeft de rechtbank het beroep van [appellant] tegen het besluit van 21 september 2020 gegrond verklaard, het besluit van 21 september 2020 vernietigd voor zover daarin aan [appellant] een subsidiebedrag van € 681,00 en een dwangsom van € 1.260,00 is toegekend, bepaald dat [appellant] recht heeft op een subsidiebedrag van € 1.362,00 en een dwangsom van € 1.442,00 en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde gedeelten van het besluit van 21 september 2020. Ook is de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap veroordeeld tot betalen van een schadevergoeding aan [appellant] tot een bedrag van € 1.500,00 vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1870
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202202791/1/A2

202403468/1/A2

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 24 april 2024 van de rechtbank Amsterdam, waarbij de rechtbank het beroep van [appellante] tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 12 juni 2023 ongegrond heeft verklaard. Bij dit besluit heeft het college het bezwaar van [appellante] tegen het besluit van 31 januari 2023 tot afwijzing van haar aanvraag om een urgentieverklaring ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1782
Datum uitspraak
14 april 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202403468/1/A2

202403566/1/A2

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 29 april 2024 van de rechtbank Gelderland, waarbij de rechtbank het beroep van de stichting tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen van 22 november 2022 ongegrond heeft verklaard. Bij dit besluit heeft het college het bezwaar van de stichting tegen het besluit van 15 juli 2022 tot afwijzing van haar aanvraag om subsidie ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1783
Datum uitspraak
14 april 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202403566/1/A2

202400049/1/A2

In mei 2022 hebben toezichthouders van de gemeente Dalfsen een sticker op de fiets van [appellant] geplakt waarop stond dat de gestalde fiets zou worden verwijderd. Het college van burgemeester en wethouders van Dalfsen heeft het bezwaar van [appellant] op 17 augustus 2022 gegrond verklaard, maar de last onder bestuursdwang abusievelijk niet ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1639
Datum uitspraak
10 april 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202400049/1/A2

202400259/1/A2

Op 23 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen het paspoort van [appellant] vervallen verklaard door een naamswijziging. Op 23 mei 2022 heeft het college het paspoort van [appellant] vervallen verklaard door een naamswijziging. Omdat dit besluit niet aangetekend naar hem is verzonden, was [appellant] niet op de hoogte. Op 1 september 2022 heeft [appellant] het college aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade, bestaat uit de door hem gemaakte kosten voor een niet-genoten vakantie. Het college heeft op 11 november 2022 het deel van de kosten vergoed dat in direct verband staat tot het niet ontvangen van het besluit van 23 mei 2022. Tegen dit besluit heeft [appellant] bezwaar gemaakt. Omdat het bezwaar een verzoekschrift betreft als bedoeld in de artikelen 8:99 en 8:90 van de Awb, heeft het college het doorgestuurd naar de rechtbank. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gestelde schade niet het gevolg is van een onrechtmatig besluit of een voorbereidingshandeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1638
Datum uitspraak
10 april 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Paspoort
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202400259/1/A2

202403163/1/A2

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 4 april 2024 van de rechtbank waarin het beroep van [appellant] tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ongegrond is verklaard. Het geschil gaat over de bestuurlijke boete van € 10.000,00 die het college aan [appellant] heeft opgelegd voor het in gebruik geven van woonruimte aan een huishouden dat niet beschikt over een huisvestingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1858
Datum uitspraak
10 april 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202403163/1/A2

202405386/1/A2

Het CBR heeft op 14 maart 2024 [appellant] een onderzoek naar de rijgeschiktheid opgelegd, omdat hij volgens de politie onder invloed van drugs een auto heeft bestuurd. [appellant] betwist niet dat hij onder invloed was van drugs, wel dat hij de auto bestuurde op 12 februari 2023.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1746
Datum uitspraak
10 april 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202405386/1/A2

202405827/1/A2

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 8 augustus 2024 van de rechtbank waarin het beroep van [appellant] tegen de beslissing van de Dienst Toeslagen ongegrond is verklaard. Het geschil betreft de vaststelling van de huurtoeslag voor 2020 op € 0,00 en de terugvordering van het ontvangen voorschot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1859
Datum uitspraak
10 april 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202405827/1/A2

202501716/1/A2

Het verzoek richt zich tegen de beslissing van 27 maart 2025, waarbij het college van bestuur van de Radboud Universiteit aan [verzoekster] met ingang van die dag voor drie maanden een campus- en onderwijsverbod aan de Radboud Universiteit heeft opgelegd. [verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Naar aanleiding van het verzoek heeft de voorzieningenrechter op de zitting met partijen gesproken en vastgesteld dat met hen een afspraak kan worden gemaakt. De voorzieningenrechter zal daarom tot de datum waarop op het bezwaarschrift wordt beslist de volgende voorlopige voorziening treffen. Het in het besluit van 27 maart 2025 aan [verzoekster] opgelegde campus- en onderwijsverbod wordt met onmiddellijke ingang geschorst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1601
Datum uitspraak
8 april 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202501716/1/A2

202500946/2/R1

Bij besluit van 27 november 2024 heeft de raad van de gemeente Amstelveen onder meer het exploitatieplan "De Scheg Midden" vastgesteld. [verzoekster] heeft daartegen beroep ingesteld en heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Op de zitting is vastgesteld dat [verzoekster] ten tijde van de vaststelling van het plan en tijdens de beroepstermijn geen eigenaar was van gronden in het plangebied en geen grondexploitatieovereenkomst heeft gesloten. Zij heeft ook geen vestiging in de omgeving van het plangebied. Daarom is zij geen belanghebbende bij het bestreden besluit. De voorzieningenrechter verwacht dat het beroep van [verzoekster] niet-ontvankelijk wordt verklaard, omdat zij geen belanghebbende is en ook geen zienswijze tegen het ontwerp exploitatieplan naar voren heeft gebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1548
Datum uitspraak
3 april 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202500946/2/R1
vorige pagina1234...69volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon