Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
202301810/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 24 april 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 9 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellant] onder oplegging van een dwangsom van € 15.000,00 gelast om het zonder omgevingsvergunning gerealiseerde bouwwerk in de tuin bij het pand op het perceel aan de [locatie] in Amsterdam te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] exploiteert een horecabedrijf aan de [locatie] in Amsterdam. Op 22 februari 2022 hebben toezichthouders van de gemeente het perceel geïnspecteerd. De resultaten van deze inspectie zijn opgenomen in een rapport van bevindingen. In het rapport staat dat aan de achtergevel van het bestaande pand een bouwwerk is opgericht dat bijna de gehele tuin beslaat. Het bouwwerk is op zeer provisorische en amateuristische wijze gebouwd met een combinatie van nieuw materiaal en afvalmateriaal, veelal onbehandeld hout en een rood eerder gebruikt golfplatendak van diverse losse onderdelen, aldus het rapport. Het bouwwerk heeft een buitenzijde die bestaat uit diverse planken, latjes en ander bouwmateriaal, onsamenhangend aangebracht en van diverse maten en kleuren. Het bouwwerk maakte een onprofessionele en rommelige indruk.
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
202302872/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 24 april 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 22 maart 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een verzoek van [appellante] om extra uren voor rechtsbijstand afgewezen. Bij formulier van 14 augustus 2018 heeft [appellante] de raad verzocht om 40 extra uren toe te kennen voor de toegevoegde rechtsbijstand in een strafzaak. Bij besluit van 11 september 2018, gehandhaafd bij besluit van 12 februari 2019, heeft de raad dit verzoek afgewezen. De raad heeft aan de afwijzing ten grondslag gelegd dat uit de overgelegde stukken niet blijkt dat sprake is van een bijzondere rechtsvraag of van een zodanig omvangrijk juridisch relevant feitencomplex dat de zaak in redelijkheid niet binnen de tijdgrens kan worden afgehandeld. [appellante] heeft geen beroep ingesteld tegen het besluit van 12 februari 2019. Bij formulier van 18 februari 2019 heeft [appellante] opnieuw om 40 extra uren verzocht. Zij heeft daarbij onder meer naar voren gebracht dat zij studie moet verrichten in verband met een bijzondere rechtsvraag, namelijk welke betekenis moet worden gehecht aan getuigenverklaringen als aan de getuigen is meegedeeld dat zij aangetroffen drugs mogen houden.
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtsbijstand
202306672/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 24 april 10:15 uur gepubliceerd)
Bij beslissing van 7 september 2023 heeft het ROC Da Vinci College de inschrijving van [appellant] voor de BOL-opleiding Management Retail voor het studiejaar 2023-2024 ongedaan gemaakt. [appellant] heeft zich op 14 december 2022 aangemeld voor de BOL-opleiding Management Retail voor het studiejaar 2023-2024. Het ROC Da Vinci College heeft [appellant] per e-mail van 29 maart 2023 laten weten dat hij voorwaardelijk is geplaatst voor de opleiding. Om de plaatsing definitief te maken, moest [appellant] volgens de e-mail aan een aantal voorwaarden voldoen, waaronder aanwezigheid bij het kennismakingsgesprek en deelname aan het introductieprogramma. [appellant] is aanwezig geweest bij het kennismakingsgesprek, maar heeft niet deelgenomen aan het introductieprogramma. Het ROC Da Vinci College heeft de voorwaardelijke inschrijving van [appellant] daarom bij de beslissing van 7 september 2023 ongedaan gemaakt. [appellant] heeft daartegen bezwaar gemaakt op 21 september 2023.
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Studentenzaken
202400561/1/V2(uitspraak wordt op woensdag 24 april 10:15 uur gepubliceerd)
Deze uitspraak gaat over het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot het instellen van een besluit- en vertrekmoratorium voor vreemdelingen afkomstig uit de Palestijnse gebieden. Onder de Palestijnse gebieden verstaat de staatssecretaris Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Het besluitmoratorium betekent dat de termijn waarbinnen asielaanvragen van (staatloze) Palestijnse vreemdelingen door de staatssecretaris moeten worden behandeld, wordt verlengd. Het vertrekmoratorium betekent dat vreemdelingen die moeten terugkeren naar de Palestijnse gebieden, gedurende zes maanden niet hoeven te vertrekken. In die periode hebben zij onder meer recht op opvang. Het beroep van de vreemdeling gaat alleen over het besluitmoratorium. De vraag staat centraal of het besluitmoratorium rechtmatig is. Deze uitspraak is van belang voor alle (staatloze) Palestijnse vreemdelingen die op het moment van het besluitmoratorium een asielaanvraag hebben lopen waarop de staatssecretaris nog niet heeft beslist.
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Vreemdelingenkamer - Overige
202400562/1/V2(uitspraak wordt op woensdag 24 april 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 10 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een zogenoemd besluit- en vertrekmoratorium bekendgemaakt voor vreemdelingen uit de Palestijnse gebieden (Stcrt. 2024, nr. 149). De vreemdeling stelt dat hij afkomstig is uit Gaza. De staatssecretaris bestrijdt dit niet. De vreemdeling heeft in 2022 in Nederland asiel aangevraagd.
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Vreemdelingenkamer - Overige
202400579/1/V2(uitspraak wordt op woensdag 24 april 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 10 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een zogenoemd besluit- en vertrekmoratorium bekendgemaakt voor vreemdelingen uit de Palestijnse gebieden (Stcrt. 2024, nr. 149). De vreemdeling stelt dat zij afkomstig is uit Gaza. De staatssecretaris bestrijdt dit niet. De vreemdeling heeft in 2023 in Nederland asiel aangevraagd. Haar echtgenoot en vier minderjarige kinderen verblijven nog in Gaza, aldus de vreemdeling.
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Vreemdelingenkamer - Overige