Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Ons werk.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
202203243/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 8 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 21 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Voorst het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de opslag van kuilgrasbalen op het Landgoed Matanze aan de [locatie 1] in Terwolde afgewezen. [appellant] woont in de woning op het perceel [locatie 2] in Terwolde. Zijn perceel grenst aan het Landgoed Matanze, waarvan [partij A] mede-eigenaar is. [appellant] heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen de opslag van kuilgrasbalen op de gronden aan de noordzijde van het landgoed. Dat verzoek heeft het college afgewezen, omdat de opslag volgens hem in overeenstemming is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Terwolde 2012".
- Datum uitspraak
- 8 februari 2023
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
202204346/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 8 februari 10:15 uur gepubliceerd)
EPZ en de Werkgroep Leefomgeving Borssele hebben beroep ingesteld tegen het inpassingsplan "Net op zee IJmuiden Ver Alpha". Het inpassingsplan heeft betrekking op een ondergrondse hoogspanningsverbinding waarmee duurzame energie, die in de toekomst op zee wordt opgewekt in het nieuwe windenergiegebied IJmuiden Ver, naar de gemeente Borsele wordt getransporteerd. Partijen zijn het erover eens dat het project bijdraagt aan duurzame energie en onderschrijven het belang van duurzame ontwikkelingen, maar EPZ vreest dat de aanlanding van het project in Borssele negatieve invloed heeft op de exploitatie van de huidige kernenergiecentrale en een belemmering zal vormen voor de ontwikkeling van nieuwe kernenergiecentrales in Borssele. Het project zal leiden tot instabiliteit van en capaciteitsproblemen op het hoogspanningsnet. De Werkgroep Leefomgeving Borssele vreest voor aantasting van de leefomgeving in Borssele en de natuurwaarden in natuurgebied ’t Sloe, dat een groene buffer vormt tussen Borssele en het naastgelegen industriegebied.
- Datum uitspraak
- 8 februari 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- Inpassingsplan
202204608/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 8 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 2 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalten de fysieke afsluiting op de zandweg Oude Scheperweg, nabij de aansluiting met de Heidedijk, opgeheven door het verwijderen van het afsluithek en het verwijderen van de verkeersborden L8 (‘doodlopende weg’) en onderborden OB52 (‘uitgezonderd fietsers) volgens het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens. [appellanten] zijn sinds 2009 bewoners van [locatie]. Zij hebben zich bij brief van 8 maart 2017 tot het college gewend omdat zij hinder en schade ervaren als gevolg van landbouwverkeer dat over de zandweg rijdt. Na verschillende contacten met het college, hebben [appellanten] onder andere bij brief van 21 januari 2018 het college verzocht om het hek dat naar aanleiding van het besluit van 15 juni 1993 is geplaatst te verplaatsen naar het begin van hun perceel. Het landbouwverkeer dat vanaf het nabij gelegen agrarische perceel via een aansluiting tussen het bestaande hek en [locatie] de zandweg oprijdt, zou met de voorgestelde locatie van het hek niet meer vanaf de westzijde langs het huis van [appellanten] kunnen rijden.
- Datum uitspraak
- 8 februari 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Wegenverkeerswet
202204966/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 8 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 28 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden een breedtebeperking ingesteld met een vrije doorgang van 2 meter voor de Prins in Hooge Mierde, nabij het kruispunt Poppelsedijk-Prins Hendriklaan. Bij besluit van 1 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden het door het college van burgemeester en wethouders van Hilvarenbeek daartegen ingestelde bezwaar ongegrond verklaard. De gemeente Hilvarenbeek heeft tegen het besluit van 1 december 2021 beroep ingesteld. De Rechtbank heeft ambtshalve geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat de gemeente Hilvarenbeek geen bezwaar heeft gemaakt maar het college van burgemeester en wethouders van Hilvarenbeek. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat hangende de bezwaartermijn duidelijk is geworden dat de gemeente Hilvarenbeek als rechtspersoon partij is. De gemeente Hilvarenbeek bestrijdt dit oordeel van de rechtbank. Zij voert allereerst aan dat de rechtbank ten onrechte ambtshalve heeft onderzocht of de gemeente Hilvarenbeek ook de partij was die bezwaar heeft gemaakt.
- Datum uitspraak
- 8 februari 2023
- Hoger beroep
- Wegenverkeerswet
202207360/1/V1(uitspraak wordt op woensdag 8 februari 10:15 uur gepubliceerd)
In het besluit van 18 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, ingewilligd. Daarbij heeft de staatssecretaris bepaald dat de vreemdelingen vanaf 18 april 2023 een afspraak kunnen maken bij de Nederlandse ambassade (de Afdeling leest: het consulaat) te Istanbul om een mvv-sticker af te halen. In de uitspraak van 23 december 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit vernietigd voor zover daarin is bepaald dat de vreemdelingen pas vanaf 18 april 2023 een afspraak kunnen maken om een mvv-sticker af te halen. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
- Datum uitspraak
- 8 februari 2023
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
202207400/1/V1(uitspraak wordt op woensdag 8 februari 10:15 uur gepubliceerd)
In het besluit van 10 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, ingewilligd. Daarbij heeft de staatssecretaris bepaald dat de vreemdelingen vanaf 11 mei 2023, of zoveel eerder als referent geschikte huisvesting heeft, een afspraak kunnen maken om een mvv-sticker af te halen. In de uitspraak van 22 december 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdelingen en referent ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit vernietigd, voor zover de staatssecretaris daarin heeft bepaald dat de vreemdelingen pas vanaf 11 mei 2023, of zoveel eerder als referent geschikte huisvesting heeft, een afspraak kunnen maken om een mvv-sticker af te halen en de staatssecretaris opgedragen om binnen een week de Nederlandse ambassade te Nur-Sultan (de Afdeling leest: Astana) te machtigen om de vreemdelingen de mvv-sticker meteen te geven. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
- Datum uitspraak
- 8 februari 2023
- Hoger beroep
- Regulier
202207496/1/V1(uitspraak wordt op woensdag 8 februari 10:15 uur gepubliceerd)
In het besluit van 10 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, ingewilligd. Daarbij heeft de staatssecretaris bepaald dat de vreemdelingen vanaf 13 april 2023, of zoveel eerder als referent geschikte huisvesting heeft, een afspraak kunnen maken om een mvv sticker aan te vragen. In de uitspraak van 23 december 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdelingen en referent ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit vernietigd, voor zover de staatssecretaris daarin heeft bepaald dat de vreemdelingen pas vanaf pas vanaf 13 april 2023, of zoveel eerder als referent geschikte huisvesting heeft, een afspraak kunnen maken om een mvv sticker af te halen en de staatssecretaris opgedragen de vreemdelingen binnen twee weken na de datum van de uitspraak de gevraagde mvv te verlenen. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
- Datum uitspraak
- 8 februari 2023
- Hoger beroep
- Regulier
202300030/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 8 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij beslissing van 26 augustus 2022 heeft de examencommissie van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) [appellant] een bindend negatief studieadvies (hierna: BNSA) gegeven voor de bacheloropleiding Bedrijfskunde/Business Administration. [appellant] is het niet eens met dit advies en wil doorgaan met zijn studie. Omdat hij bij het college geen gelijk heeft gekregen, is hij in beroep gegaan. Hij vindt dat vanwege zijn persoonlijke omstandigheden - de zorgelijke situatie van zijn vader en zijn lidmaatschap van de Faculteitsraad - van een BNSA had moeten worden afgezien. De examencommissie heeft [appellant] een BNSA gegeven. Om te voldoen aan de norm moest hij alle vakken van bachelor 1 (B1) hebben gehaald, al dan niet door middel van compensatie van één vak. B1 omvat 60 studiepunten, oftewel 60 EC. Hij heeft 58 EC behaald. [appellant] is het niet eens met dit advies en wil doorgaan met zijn studie. Omdat hij bij het college geen gelijk heeft gekregen, is hij in beroep gegaan. Hij vindt dat vanwege zijn persoonlijke omstandigheden - de zorgelijke situatie van zijn vader en zijn lidmaatschap van de Faculteitsraad - van een BNSA had moeten worden afgezien.
- Datum uitspraak
- 8 februari 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
202300041/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 8 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij beslissing van 18 juli 2022 heeft de Centrale Studentenadministratie van Hogeschool Inholland aan [appellante] meegedeeld dat zij wordt uitgeschreven van de opleiding Pabo VT en wordt afgemeld bij de IND. [appellante] volgde als internationale studente sinds september 2021 de opleiding Pabo VT aan de Hogeschool Inholland. Als internationale studente moest [appellante] in verband met haar verblijfsvergunning elk jaar voldoen aan de studienorm die volgt uit artikel 3.87a van het Vreemdelingenbesluit 2000, in samenhang gelezen met artikel 1 van de Regeling normering studievoortgang vanwege verblijfsvergunning in verband met studie en artikel 5.5 van de Gedragscode internationale student hoger onderwijs. Deze norm bedraagt 30 studiepunten per studiejaar. In het studiejaar 2021-2022 heeft [appellante] 5 studiepunten behaald. Bij de beslissing van 18 juli 2022 heeft de CSA aan [appellante] meegedeeld dat zij wordt uitgeschreven van de opleiding Pabo VT en wordt afgemeld bij de IND omdat zij in het studiejaar 2021-2022 niet heeft voldaan aan de studienorm.
- Datum uitspraak
- 8 februari 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
202300043/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 8 februari 10:15 uur gepubliceerd)
Bij beslissing van 18 juli 2022 heeft de Centrale Studentenadministratie van Hogeschool Inholland aan [appellante] meegedeeld dat zij wordt uitgeschreven van de opleiding Pabo VT en wordt afgemeld bij de IND. [appellante] volgde als internationale studente sinds september 2021 de opleiding Pabo VT aan de Hogeschool Inholland. Als internationale studente moest [appellante] in verband met haar verblijfsvergunning elk jaar voldoen aan de studienorm die volgt uit artikel 3.87a van het Vreemdelingenbesluit 2000, in samenhang gelezen met artikel 1 van de Regeling normering studievoortgang vanwege verblijfsvergunning in verband met studie en artikel 5.5 van de Gedragscode internationale student hoger onderwijs. Deze norm bedraagt 30 studiepunten per studiejaar. In het studiejaar 2021-2022 heeft [appellante] 21 studiepunten behaald. Bij de beslissing van 18 juli 2022 heeft de CSA aan [appellante] meegedeeld dat zij wordt uitgeschreven van de opleiding Pabo VT en wordt afgemeld bij de IND omdat zij in het studiejaar 2021-2022 niet heeft voldaan aan de studienorm.
- Datum uitspraak
- 8 februari 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken