Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het definitief plaatsingsplan gewijzigde en aanvullende locaties ondergrondse restafvalcontainers (hierna: ORAC’s) voor de wijk Statenkwartier II (buurt 7) in het stadsdeel Scheveningen in Den Haag vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie 07-42C in de Viviënstraat ter hoogte van huisnummer 29 aangewezen voor de plaatsing van twee ORAC’s. Bij besluit van 14 juni 2020 heeft het college het "Definitief plaatsingsplan ondergrondse restafvalcontainers Statenkwartier (buurt 7), Scheveningen, Den Haag" vastgesteld. Hierin zijn locaties voor de plaatsing van ORAC’s aangewezen, waaronder locatie 07-42B ter hoogte van de overzijde van Viviënstraat 84. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 21 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1680, het in die zaak bestreden besluit onder meer vernietigd voor zover het deze locatie betreft. [appellant] en anderen wonen in de directe nabijheid van de aangewezen locatie. Zij zijn het niet eens met de nieuwe locatie, met name vanwege de loopafstandsvoorwaarde die volgens hen wordt overschreden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1621
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het Definitief plaatsingsplan gewijzigde en aanvullende locaties ondergrondse restafvalcontainers (hierna: ORAC’s) voor de wijk Statenkwartier II (buurt 7) in het stadsdeel Scheveningen in Den Haag ) vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie 07-65B in de Frankenstraat ter hoogte van huisnummer 18 aangewezen voor de plaatsing van twee ORAC’s. Bij besluit van 14 juni 2020 heeft het college het ‘Definitief plaatsingsplan ondergrondse restafvalcontainers Statenkwartier (buurt 7), Scheveningen, Den Haag’ vastgesteld. Hierin zijn locaties voor de plaatsing van ondergrondse afvalcontainers aangewezen, waaronder locatie 07-65A aan de lange zijde van het plantsoen ter hoogte van de Van Oldenbarneveltlaan 90. Bij uitspraak van 28 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1680, heeft de Afdeling dat besluit vernietigd voor zover dat ziet op de locaties 07-42B, 07-40B, 07-44B, 07-65A en 07-61A. [appellant] en anderen wonen in de directe nabijheid van de bestreden locatie en zijn het om verschillende redenen niet eens met de aanwijzing van deze locatie.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1624
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het Definitief plaatsingsplan gewijzigde en aanvullende locaties ondergrondse restafvalcontainers voor de wijk Statenkwartier II (buurt 7) in het stadsdeel Scheveningen in Den Haag vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie 07-44C in de Ten Hovestraat ter hoogte van huisnummer 22 aangewezen voor de plaatsing van twee ORAC’s. Bij het bestreden besluit heeft het college zes gewijzigde en één aanvullende locatie aangewezen. De locatie 07-44B is hierin gewijzigd. De nieuwe locatie 07-44C dient ter vervanging van locatie 07-44B en is voorzien op de Ten Hovestraat ter hoogte van huisnummer 22. Op deze locatie zullen twee ORAC’s worden geplaatst. Appellanten wonen in de directe nabijheid van de bestreden locatie en zijn het om verschillende redenen niet eens met de aanwijzing van deze locatie.In deze procedure gaat het om de aanwijzing van een locatie voor twee ORAC’s.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1626
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 29 september 2022 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Kavel de Machinist" vastgesteld. Het plangebied wordt aan de noord- en noordoostzijde begrensd door het water van de Coolhaven, en aan de zuidzijde door de Willem Buytewechstraat. Direct ten westen van het plangebied ligt het gemeentelijk monument De Machinist, dat in gebruik is voor horeca en als zalencentrum. Het bestemmingsplan maakt de bouw van een woongebouw met een maximale bouwhoogte van 50 m met maximaal 60 woningen en andere functies in de plint, en een deels ondergrondse parkeergarage mogelijk. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] wonen in de nabijheid van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het bestemmingsplan, omdat zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1611
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Zuid-Holland
Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Zuidplas het bestemmingsplan "Van ’t Verlaat en Leliestraat, Zevenhuizen" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van de gronden van sportpark Van 't Verlaat en woonzorgcentrum De Zevenster. Het bestemmingsplan maakt de bouw van in totaal 359 woningen mogelijk. Het gaat hierbij onder meer om zorgwoningen, aanleunwoningen en woonblokken met grondgebonden woningen en appartementengebouwen. De bestemming "Maatschappelijk" maakt de zorgwoningen mogelijk. De bestemming "Wonen" maakt de bouw van de andere woningen mogelijk. Ten oosten van het plangebied ligt het bedrijventerrein waar [appellant A], [appellant B] en Zevenbouw Beheer gedeeltelijk eigenaar van zijn. Aannemersbedrijf Zevenbouw Beheer is één van de gebruikers van het daar gelegen bedrijfscomplex. Zij vrezen dat zij door de korte afstand van de (zorg-)woningen tot het bedrijventerrein zullen worden belemmerd in de bedrijfsvoering.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1612
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Zuid-Holland
Bij besluit van 9 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel zijn beslissing om op 8 maart 2021 spoedeisende bestuursdwang toe te passen met betrekking tot de werkzaamheden aan [locatie] in Texel op schrift gesteld. Bij dit besluit heeft het college ook een last onder dwangsom opgelegd strekkend tot het stilgelegd houden van de werkzaamheden. Bij besluit van 6 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] is eigenaar van de percelen aan [locatie] in De Koog. Een toezichthouder van het college heeft op 8 maart 2021 geconstateerd dat er kap-, zaag- en snoeiwerkzaamheden werden verricht aan bomen en struiken op de kadastrale percelen T 3620 en 3485 en heeft [appellante] mondeling gelast om deze werkzaamheden stil te leggen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1593
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 13 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant B] en [appellant B] gezamenlijk een bestuurlijke boete van € 20.500,00 opgelegd. Bij besluit van 27 januari 2021 heeft het college het door [appellant B] en [appellant B] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift niet tijdig is ingediend en deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. De rechtbank heeft het door [appellant B] en [appellant B] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. [appellant B] en [appellant B] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de termijnoverschrijding in bezwaar niet verschoonbaar is. Zij voeren hiertoe aan dat zij wegens bijzondere omstandigheden niet in staat waren om tijdig bezwaar te maken. Die omstandigheden waren dat de zwangerschap van [appellant B] in mei 2020 in een miskraam is geëindigd en [appellant B] tijdens de bezwaartermijn opnieuw zwanger was. Door deze zwangerschap waren [appellant B] en [appellant B] ontregeld. [appellant B] heeft zich ook op enig moment tijdens de bezwaartermijn ziek gemeld van zijn werk.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1600
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 30 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg aan [appellant] een boete van € 4.000,- opgelegd wegens het zonder vergunning onttrekken van de woning aan [locatie] in Tilburg aan de woningvoorraad. Op 12 maart 2019 heeft een toezichthouder van de gemeente Tilburg geconstateerd dat er een hennepkwekerij aanwezig was in de woning aan [locatie] in Tilburg. Volgens het college was [appellant] ten tijde van de constatering van de overtreding de huurder van de woning. Bij de energieleverancier, Enexis, was [appellant] bekend als energiecontractant. Voor zover [appellant] niet betrokken is bij de aangetroffen situatie c.q. de woningonttrekking, kan deze in ieder geval aan hem worden toegerekend, aldus het college. [appellant] kan zich met dit oordeel niet verenigen en heeft hoger beroep ingesteld. Niet in geschil is dat er sprake is geweest van een overtreding. Evenmin is in geschil dat [appellant] ten tijde van de overtreding niet in de woning woonde en dat hij niet de exploitant was van de hennepkwekerij. Partijen zijn alleen verdeeld over de vraag of [appellant] als functioneel overtreder kan worden aangemerkt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1608
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 1 november 2022 heeft de raad van de gemeente Krimpenerwaard het bestemmingsplan "Kadijk 4B t/m 4E Bergambacht" vastgesteld. Het plan voorziet in het omzetten van vier bedrijfswoningen naar vier burgerwoningen op de percelen Kadijk 4B t/m E in Bergambacht. [appellant] woont op het perceel [locatie A] in Bergambacht, 500 m ten zuiden van het plangebied. [appellant] betoogt dat de raad bij de vaststelling van het plan niet voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de toekomstige bewoners van de woningen die met het plan mogelijk worden gemaakt. [appellant] voert aan dat het geluidsonderzoek dat ten grondslag ligt aan het plan niet deugt en dat er niet wordt voldaan aan de normen ten aanzien van omgevingsgeluid/lawaai voor burgerwoningen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1625
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Zuid-Holland
Bij besluit van 9 februari 2022 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het verzoek van [appellant] om een persoonlijke betalingsregeling toegewezen en bepaald dat hij € 40,00 aan teruggevorderde huur- en zorgtoeslag per maand moet betalen. [appellant] heeft in het jaar 2018 te veel huur- en zorgtoeslag ontvangen. Daarom heeft de dienst bij besluiten van 1 mei 2020 de teveel uitbetaalde huur- en zorgtoeslag voor een bedrag van € 1.226,00 en € 1.176,00 van hem teruggevorderd. Ten tijde van de besluitvorming door de dienst stond nog een terugvordering huur- en zorgtoeslag van € 400,00 en € 380,00 open. Het hoger beroep heeft geen betrekking op de hoogte van de bedragen die van [appellant] worden teruggevorderd. Tussen partijen is in geschil of de dienst de terugbetalingscapaciteit op juiste wijze heeft vastgesteld en of de dienst, gelet op de persoonlijke omstandigheden van [appellant], heeft kunnen volstaan met het toekennen van een standaardbetalingsregeling.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1622
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Geld