Uitspraak 201706688/2/A2


Volledige tekst

201706688/2/A2.
Datum beslissing: 3 juli 2018

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het hoger beroep van:

de directie van de Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW),
appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 3 juli 2017 in zaak nr. 16/2655 in het geding tussen:

[wederpartij], wonend te [woonplaats],

en

de RDW.

Procesverloop

De RDW heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 3 juli 2017 in zaak nr. 16/2655.

De RDW heeft een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

Het betreft de volgende stukken:
• de Vakbijlage Forensisch Voertuigidentificatie Onderzoek Versie 1.0 van januari 2009;
• de van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit verkregen fabrieksinformatie van 1 en 10 september 2015.

Overwegingen

1. De RDW heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de stukken kennis zal nemen.

2. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.

3. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het door de RDW gediende algemeen belang om voertuigcriminaliteit te bestrijden zwaarder dan het belang van [wederpartij] om kennis nemen van de stukken.

In de Vakbijlage Forensisch Voertuigidentificatie Onderzoek wordt toegelicht hoe en met welke technieken een forensisch voertuigidentificatie onderzoek over het algemeen plaatsvindt of kan plaatsvinden. De resultaten van dergelijk onderzoek worden onder meer gebruikt bij strafrechtelijk onderzoek. Indien de informatie in de Vakbijlage algemeen bekend zou worden, zal het voor politie en RDW lastiger kunnen worden om vast te stellen of een voertuigidentiteit is vervalst. In de fabrieksinformatie worden de oorspronkelijke identiteitsgegevens van de auto van [wederpartij] vermeld. Met deze gegevens zou een samengesteld voertuig kunnen worden voorzien van de oorspronkelijke gegevens.

4. De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek toe.

Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. R. van Dijken, griffier.

w.g. Daalder w.g. Van Dijken
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer griffier

Uitgesproken in het openbaar op 3 juli 2018

595