Uitspraak 201901745/1/R2


Volledige tekst

201901745/1/R2.
Datum uitspraak: 2 oktober 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant A] en [appellant B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), wonend te Reusel, gemeente Reusel-De Mierden,

en

de raad van de gemeente Reusel-de Mierden,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 18 december 2018, kenmerk 083-2018, heeft de raad het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De raad en [appellant] hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 september 2019, waar, zoals daags tevoren aangekondigd, geen der partijen zijn verschenen.

Overwegingen

1.    Het bestemmingsplan voorziet in de actualisatie en herziening van de bestemmingsplannen van het stedelijk gebied van de gemeente Reusel-De Mierden tot één integraal bestemmingsplan, dat een actueel en uniform planologisch-juridisch kader biedt.

Het plan kent onder meer woonbestemmingen toe met daarbij de mogelijkheid om aan huis verbonden beroepen of bedrijven uit te oefenen. Deze regeling geldt ook voor het in deze zaak bestreden plandeel [locatie] te Reusel. Hier oefent [appellant] een kappersbedrijf aan huis uit.

2.    [appellant] kan zich niet verenigen met de beperking die het plan aanbrengt voor een kappersbedrijf aan huis. Volgens de regels mag een dergelijk bedrijf niet meer dan één kapperstoel hebben. Kort gezegd stelt [appellant] dat deze beperking voor haar bedrijf in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en verder niet evenredig, niet handhaafbaar en in de praktijk niet realistisch is. Onder het vorige bestemmingsplan was namelijk toegestaan om een kapsalon door één persoon uit te oefenen, met meerdere stoelen en binnen een oppervlakte van 30 m2 uit te oefenen, zoals zij doet. Dit plan beperkt deze mogelijkheid ongemotiveerd. Dit betekent dat haar bedrijfsvoering ten onrechte onder het overgangsrecht is gebracht.

3.    De raad stelt dat het redelijk is om in het plan als geheel de mogelijkheid om kapperszaken aan huis te beperken, mede in het licht van het beleid om bedrijvigheid en dienstverlening in de kernen te concentreren en niet over het hele stedelijk gebied uit te laten waaieren. Daarom zijn aan huis verbonden beroepen wel toegestaan, mits beperkt. Die beperking wordt bij kapperszaken mede gewaarborgd door slechts één kappersstoel toe te staan. De raad erkent dat de huidige bedrijfsvorm van [appellant] toegestaan was onder het vorige bestemmingsplan. Omdat in dit specifieke geval de activiteit kleinschalig is en door één persoon wordt uitgevoerd, ziet de raad geen aanleiding om ervoor zorg te dragen dat deze activiteit actief wordt beëindigd. De huidige bedrijfsvoering blijft toegestaan onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan.

4.    In artikel 24, lid 24.4.2, van de planregels, die betrekking heeft op de bestemming "Wonen", is een regeling voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven opgenomen, luidende: "Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, zoals opgenomen in Bijlage 5 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven, in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn: (…)"

In bijlage 5 bij de planregels "Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven" is bij punt 7 onder meer opgenomen: "kappersbedrijf met niet meer dan één kappersstoel".

Dit betekent dat de bestaande bedrijfsvoering waarbij twee kapperstoelen worden gebruikt niet langer bij recht is toegestaan onder het plan. Op grond van de overgangsbepalingen in het plan blijft dit gebruik niettemin toegestaan.

5.    Uit de nader ingekomen stukken van zowel de raad als [appellant] blijkt het volgende. De raad stelt zich op het standpunt er geen zicht is op beëindiging van het gebruik, zodat het onder het overgangsrecht brengen van het bestaande gebruik niet mogelijk is. De raad brengt de mogelijkheid naar voren om een tekst aan bijlage 5 toe te voegen die ertoe strekt dat het bestaande gebruik als kappersbedrijf aan de [locatie] te Reusel planologisch wordt toegestaan. De raad spreekt hierbij de voorkeur uit dat de Afdeling hiervoor toepassing geeft aan het middel van de bestuurlijke lus.

[appellant] kan zich, blijkens haar stuk van dezelfde datum, verenigen met het vaststellen van de door de raad voorgestelde tekst.

6.    Omdat de raad zich ten aanzien van de mogelijkheid om aan de [locatie] een kappersbedrijf met meer dan één stoel uit te oefenen op een ander standpunt heeft gesteld dan bij vaststelling van het plan, zonder dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven, is het plan in zoverre vastgesteld in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient in zoverre wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden vernietigd.

7.    Met het oog op een spoedige beëindiging van het geschil ziet de Afdeling aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb op de hierna te melden wijze zelf in de zaak te voorzien en te bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit, voor zover dit is vernietigd.

De Afdeling zal overeenkomstig de door de raad naar voren gebrachte mogelijkheid aan de bestaande tekst onder punt 7 van bijlage 5 behorende bij de planregels: "kappersbedrijf met niet meer dan één kappersstoel", de volgende zinsnede toevoegen: "met uitzondering van [locatie] te Reusel waar een kappersbedrijf  uitgeoefend  door alleen de bewoner zonder personeel met maximaal twee kaptafels met bijbehorende twee stoelen en één wastafel is toegestaan".

8.    Weliswaar heeft de raad er een voorkeur voor uitgesproken dat de Afdeling toepassing geeft aan artikel 8:51a van de Awb (de bestuurlijke lus), maar de Afdeling zal gelet op artikel 8:41 a van de Awb, dat bepaalt dat de bestuursrechter het geschil zoveel mogelijk definitief beslecht, zelf in de zaak voorzien. Daarbij neemt zij in aanmerking dat de raad die optie uitdrukkelijk noemt, dat [appellant] met de door de raad voorgestelde tekst kan instemmen en dat niet aannemelijk is dat andere belanghebbenden worden geschaad door de positieve bestemming van de activiteiten die al plaatsvonden op deze locatie en mochten worden voortgezet zonder dat van bezwaren daartegen is gebleken.

9.    De uitspraak betekent dat het plan van kracht blijft, onder toevoeging van de genoemde zinssnede.

10.    Uit oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.

Proceskosten

11.    De raad dient ten aanzien van [appellant] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.    verklaart het beroep gegrond;

II.    vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Reusel-de Mierden van 18 december 2018, kenmerk 083-2018, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Stedelijk gebied 2018" voor zover de regeling voor een kappersbedrijf aan huis ook voor de [locatie] te Reusel het aantal kappersstoelen beperkt tot één;

III.    bepaalt dat aan de bestaande tekst onder punt 7 van bijlage 5 behorende bij de planregels: "kappersbedrijf  met niet meer dan één kappersstoel" de volgende zinsnede wordt toegevoegd: "met uitzondering van [locatie] te Reusel waar een kappersbedrijf uitgeoefend door alleen de bewoner zonder personeel  met maximaal twee kaptafels met bijbehorende twee stoelen en één wastafel is toegestaan";

IV.    bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;

V.    draagt de raad van de gemeente Reusel-de Mierden op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat de hiervoor vermelde onderdelen III en IV worden verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, http://www.ruimtelijkeplannen.nl.

VI.    veroordeelt de raad van de gemeente Reusel-de Mierden tot vergoeding van bij [appellant A] en [appellant B] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 512,00 (zegge: vijfhonderdtwaalf euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

VII.    gelast dat de raad van de gemeente Reusel-de Mierden aan [appellant A] en [appellant B] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 174,00 (zegge: honderdvierenzeventig euro) vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Scheele, griffier.

w.g. Polak    w.g. Scheele
lid van de enkelvoudige kamer    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2019

723.