Uitspraak 201903031/2/R1


Volledige tekst

201903031/2/R1.
Datum uitspraak: 20 juni 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

Proscopius Holding B.V., gevestigd te Zuilichem, gemeente Zaltbommel, en de Heeren van Suylichem B.V. (hierna tezamen en in enkelvoud: Proscopius)

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Zaltbommel,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Zaltbommel, Maas-Waalweg 15 Zuilichem" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft Proscopius beroep ingesteld. Proscopius heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 11 juni 2019, waar Proscopius, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door [drie gemachtigden], en de raad, vertegenwoordigd door mr. S. Haak, advocaat te Utrecht, en S. Verbaarschot, zijn verschenen.

Overwegingen

1.    Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

2.    Proscopius is eigenaar van het perceel Maas-Waalweg 15 te Zuilichem en exploiteerde tot 1 januari 2018 een partycentrum op dit perceel. Zij heeft het voornemen om op dit perceel en het naastgelegen perceel dat een agrarische bestemming heeft grootschalige huisvesting voor arbeidsmigranten te realiseren. Het gaat daarbij om zeven gebouwen met in totaal 200 wooneenheden. Het college van burgemeester en wethouders heeft op 11 juli 2017 besloten om medewerking te verlenen aan dit initiatief. Het was de bedoeling van het college om eerst een anterieure overeenkomst te sluiten en daarna een bestemmingsplanprocedure te starten. Naar aanleiding van maatschappelijke onrust over dit initiatief heeft de raad echter besloten om het beleid over huisvesting van arbeidsmigranten te heroverwegen. Er is nog geen nieuw beleid vastgesteld over de huisvesting van arbeidsmigranten. In afwachting van het nieuwe beleid heeft de raad in november 2017 een voorbereidingsbesluit genomen om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. Ook het plan is bedoeld om ongewenste ontwikkelingen op het perceel te voorkomen. In het plan is de mogelijkheid van logiesverstrekking op het perceel van Proscopius weggenomen uit het geldende bestemmingsplan "Buitengebied, Zaltbommel".

3.    Proscopius betoogt dat de raad in strijd met het vertrouwensbeginsel heeft gehandeld en onvoldoende rekening heeft gehouden met haar initiatief, haar belangen en de gedane toezeggingen. Volgens haar mocht zij er gerechtvaardigd op vertrouwen dat haar initiatief zou worden toegestaan, gelet op het principebesluit van het college van 11 juli 2017. Zij wijst er daarbij op dat het college dat besluit heeft genomen, omdat haar initiatief in overeenstemming was met beleid over de huisvesting van arbeidsmigranten dat de raad een maand daarvoor, op 1 juni 2017, had vastgesteld.

4.    De voorzieningenrechter wijst het verzoek af om drie redenen. De eerste reden is dat de voorzieningenrechter van oordeel is dat de raad niet heeft gehandeld in strijd met het vertrouwensbeginsel. De raad is niet gebonden aan het principebesluit van het college en mag een andere afweging maken dan het college. De bevoegdheid tot het vaststellen en wijzigen van een bestemmingsplan berust immers niet bij het college, maar bij de raad. Weliswaar heeft het college het initiatief getoetst aan het toentertijd geldende beleid over de huisvesting van arbeidsmigranten, maar in het principebesluit is vermeld dat het initiatief moet worden uitgewerkt en dat een planprocedure moet worden doorlopen. Het was dus geen gelopen race. De raad mag zijn beleid wijzigen naar aanleiding van actuele gebeurtenissen en gewijzigde inzichten. En dat is gebeurd naar aanleiding van de commotie die in de gemeente is ontstaan rondom het initiatief van Proscopius.

De tweede reden is dat Proscopius weinig baat heeft bij een schorsing van het plan. Een schorsing van het plan leidt er immers niet toe dat Proscopius haar voorgenomen initiatief met de 200 wooneenheden kan realiseren, aangezien daarvoor ook de bestemming van het naastgelegen perceel moet worden gewijzigd.

De derde reden is dat een schorsing van het plan kan leiden tot onomkeerbare gevolgen. Proscopius zou haar initiatief kunnen aanpassen zodanig dat het binnen het geldende plan past. Een aanvraag van Proscopius voor een omgevingsvergunning voor bouwen voor de huisvesting van arbeidsmigranten moet dan worden gehonoreerd. Dat is onwenselijk gelet op het feit dat het nieuwe beleid over de huisvesting van arbeidsmigranten nog in ontwikkeling is. Ter zitting is in dit verband van de zijde van de raad meegedeeld, dat - naar verwachting - op korte termijn meer duidelijkheid zal ontstaan over het nieuwe beleid en wat dit betekent voor het perceel van Proscopius. Het is redelijk dat van Proscopius wordt gevergd dit af te wachten.

5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. B.J. van Ettekoven, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.

w.g. Van Ettekoven    w.g. Van Driel Kluit
voorzieningenrechter    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 20 juni 2019

703.