Procesregeling vreemdelingenzaken


Procesregeling vreemdelingenzaken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Procesregeling vreemdelingenzaken 2014).

In deze Procesregeling zijn de uitgangspunten neergelegd die de Afdeling bestuursrechtspraak als rechtscollege beoogt toe te passen bij de uitoefening van haar processuele bevoegdheden in vreemdelingenzaken. De Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014 is van overeenkomstige toepassing. Onder omstandigheden kan aanleiding bestaan om van die uitgangspunten af te wijken. De regeling bevat geen verbindende voorschriften en er kunnen geen aanspraken aan worden ontleend. De publicatie ervan gebeurt louter ter voorlichting van partijen, niet om verplichtingen of aanspraken in het leven te roepen of uit te breiden.

Inhoud:

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:
a. vreemdelingenzaak: zaak waarop hoofdstuk 7 van de Vreemdelingenwet 2000 van toepassing is;
b. AA-zaak: vreemdelingenzaak met betrekking tot een besluit op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 ten aanzien waarvan de beroepstermijn van één week van artikel 69, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 van toepassing is;
c. bewaringszaak: vreemdelingenzaak met betrekking tot een besluit tot oplegging van een vrijheidsontnemende maatregel, als bedoeld in de artikelen 6, eerste en tweede lid, 58 en 59 van de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel 2 - Overeenkomstige toepassing Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014

Met inachtneming van deze regeling is in vreemdelingenzaken de Procesregeling van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven 2014 (Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014) van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 - Griffierecht vreemdelingenzaken

(artikel 86, eerste lid, Vreemdelingenwet 2000)

In afwijking van artikel 8, eerste lid, van de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014 geldt in vreemdelingenzaken een termijn van twee weken om het verschuldigde griffierecht te voldoen.

In afwijking van artikel 8:41, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedraagt de termijn binnen welke bijschrijving of storting van het verschuldigde bedrag dient plaats te vinden, twee weken. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan een kortere termijn stellen.

Artikel 4 - Herstel verzuim vreemdelingenzaken

(artikel 85, derde lid, Vreemdelingenwet 2000)
1. In afwijking van artikel 9 van de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014 geldt voor vreemdelingenzaken in eerste en enige aanleg dat de appellant bij aangetekende brief wordt uitgenodigd binnen twee weken na de datum van de verzending van de uitnodiging het verzuim te herstellen.
2. In afwijking van artikel 9 van de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014 geldt voor vreemdelingenzaken in hoger beroep dat de appellant bij aangetekende brief wordt uitgenodigd binnen twee weken na de datum van de verzending van de uitnodiging het verzuim te herstellen, als bedoeld in artikel 6:5, aanhef en eerste lid, onder a en b, van de Awb dan wel het tweede of derde lid van die bepaling.

Indien niet is voldaan aan het eerste of tweede lid, aan artikel 6:5 van de Awb of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het hoger beroep, wordt het hoger beroep niet ontvankelijk verklaard. Artikel 6:6 van de Awb is niet van toepassing, indien niet is voldaan aan de vereisten genoemd in artikel 6:5, eerste lid, onder c en d, of aan het eerste lid of tweede lid van dit artikel.

Artikel 5 - Aantonen vertegenwoordigingsbevoegdheid vreemdelingenzaken

In afwijking van artikel 10 van de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014 geldt in vreemdelingenzaken voor de daar bedoelde handeling een termijn van een week.

Artikel 6 - Toezending stukken vreemdelingenzaken

1. In afwijking van artikel 13 van de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014 geldt ten aanzien van vreemdelingenzaken in eerste en enige aanleg dat een afschrift van het beroepschrift wordt gezonden aan het bestuursorgaan, met het verzoek om binnen twee weken de op zaak betrekking hebbende stukken aan de Afdeling te zenden, alsmede een verweerschrift in te dienen.
2. In afwijking van artikel 13 van de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014 wordt bij vreemdelingenzaken in hoger beroep een afschrift van het beroepschrift aan de andere partij gezonden, met het verzoek om binnen twee weken een reactie in te dienen. In een AA-zaak of een bewaringszaak is de termijn voor het indienen van een reactie ten hoogste een week.

Artikel 7 - Deskundigenonderzoek vreemdelingenzaken

In afwijking van artikel 15 van de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014 kunnen in vreemdelingenzaken kortere termijnen worden gesteld.

Artikel 8 - Onderzoek ter zitting en heropening onderzoek vreemdelingenzaken

1. In afwijking van artikel 19, eerste lid, van de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014 geldt ten aanzien van vreemdelingenzaken dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen en de oproeping om in persoon dan wel in persoon of bij gemachtigde ter zitting te verschijnen in de regel twee weken tevoren bij aangetekende brief wordt verzonden.
2. In een AA-zaak of een bewaringszaak kan de termijn, bedoeld in het eerste lid, worden verkort tot twee werkdagen voor de dag van de zitting. Indien de termijn wordt verkort tot minder dan een week voor de dag van de zitting, geschieden de uitnodiging en oproeping zo mogelijk tevens bij faxbericht of telefonisch.

Artikel 9 - Slotbepaling

1. Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.
2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. De Procesregeling vreemdelingenzaken 2012 vervalt met ingang van die datum.
3. Deze regeling wordt aangehaald als: Procesregeling vreemdelingenzaken 2014.