Afdeling bestuursrechtspraak vraagt conclusie aan staatsraad advocaat-generaal over termijn herziening voorschotten en vaststelling toeslagen

Gepubliceerd op 23 september 2015

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zes zaken over kinderopvangtoeslagen een conclusie gevraagd aan staatsraad advocaat-generaal mr. Keus. In alle zaken heeft de Belastingdienst/Toeslagen verstrekte voorschotten voor kinderopvangtoeslag in het nadeel van de aanvragers herzien of de toeslag in hun nadeel definitief vastgesteld en de eerder uitbetaalde voorschotten teruggevorderd. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad advocaat‑generaal gevraagd of aan zo'n herziening en vaststelling een definitieve, uiterste termijn is verbonden. In twee van de zaken is de Belastingdienst/Toeslagen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak. In de andere zaken zijn de aanvragers in hoger beroep gekomen.

Achtergrond

In deze zes zaken heeft de Belastingdienst/Toeslagen meer dan vijf jaar nadat de voorschotten kinderopvangtoeslag waren verstrekt, de voorschotten in het nadeel van de aanvragers herzien of de kinderopvangtoeslag definitief lager vastgesteld. In de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) zijn geen uiterste, bindende termijnen opgenomen waarbinnen de voorschotten kunnen worden herzien. De termijn waarbinnen de kinderopvangtoeslag definitief moet zijn vastgesteld zijn slechts zogenoemde termijnen van orde.

Verzoek aan de staatsraad advocaat-generaal

De Afdeling bestuursrechtspraak vindt uit een oogpunt van rechtszekerheid dat een aanvrager binnen een bepaalde termijn duidelijkheid moet krijgen over zijn aanspraak op een toeslag. Daarom heeft zij de staatsraad advocaat-generaal gevraagd of, net als in het belastingrecht, een uiterste, bindende termijn geldt waarbinnen de Belastingdienst/Toeslagen nog bevoegd is voorschotten te herzien of kinderopvangtoeslagen definitief vast te stellen. Hem is ook gevraagd om aandacht te besteden aan de verjaringstermijnen en andere vergelijkbare bindende termijnen binnen het algemeen bestuursrecht en het civiele recht.

Verdere verloop van de procedure

De Afdeling bestuursrechtspraak zal de zaken op 14 december 2015 op een rechtszitting behandelen. De staatsraad advocaat-generaal brengt zijn conclusie uiterlijk zes weken na deze zitting uit. De conclusie wordt gepubliceerd en aan partijen toegezonden met de mogelijkheid om hierop te reageren. Na het verstrijken van die reactietermijn zal de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak doen in deze zaken.

Nemen van een conclusie

Met het nemen van een conclusie door de staatsraad advocaat-generaal wordt meer dan met de rechterlijke uitspraak zelf gelegenheid geboden om een rechtsvraag te plaatsen in een breder verband. De conclusie kan een bijdrage leveren aan de kwaliteit en de inzichtelijkheid van de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid. Dat geldt te meer nu de rechtbanken Den Haag, Rotterdam, Gelderland en Noord-Holland, die zich eerder over deze zaken bogen, verschillende uitspraken deden.