Provincie Zeeland hoeft percentages vertrekregeling directeuren niet openbaar te maken

Gepubliceerd op 5 augustus 2015

Het college van gedeputeerde staten van Zeeland hoeft de percentages in de vertrekovereenkomsten met twee voormalige directeuren niet openbaar te maken. Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (5 augustus 2015) in een hoger beroepszaak die een aantal voormalige provincieambtenaren tegen het provinciebestuur had aangespannen. De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigt hiermee een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost‑Brabant.

Verzoek

De voormalige provincieambtenaren hadden het provinciebestuur op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gevraagd informatie uit de vertrekovereenkomsten openbaar te maken. Het gaat de voormalige ambtenaren om de percentages van het salaris en de opbouw van pensioen die de voormalige directeuren tijdens het buitengewoon verlof ontvangen. Ze vermoeden dat de voormalige directeuren een riantere financiële regeling hebben gekregen dan zij. Het provinciebestuur heeft de vertrekovereenkomsten geanonimiseerd en zonder de gevraagde percentages openbaar gemaakt, omdat de persoonlijke levenssfeer van de voormalige directeuren anders geschaad zou worden.

Persoonlijke levenssfeer

Namen van ambtenaren en hun salarisgegevens worden gezien als persoonlijke en dus te beschermen gegevens. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het provinciebestuur terecht geweigerd de percentages in de vertrekovereenkomsten openbaar te maken, omdat aan de hand daarvan kan worden berekend welk bedrag de voormalige directeuren bij benadering zullen ontvangen vanaf hun vertrek tot aan hun pensioen. Het provinciebestuur mocht het belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeer dan ook zwaarder laten wegen dan het publieke belang bij openbaarmaking van de percentages, aldus de hoogste bestuursrechter.

Vertrekregeling

Bij de reorganisatie in 2012 is een groot aantal ambtenaren met een financiële regeling vertrokken bij de provincie Zeeland. Op grond van deze regeling kon een medewerker die op 1 januari 2013 57 jaar of ouder was met behoud van dienstverband gebruik maken van een non-activiteitsverlof tot pensionering tegen een bepaald percentage van bezoldiging.

Lees hier de uitspraak met zaaknummers 201407169/1 en 201407163/1.