Uitspraken over toestaan vluchten boven Waddenzee voor zeehondenobservatie

Gepubliceerd op 1 april 2009

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (1 april 2009) twee uitspraken gedaan over het uitvoeren van vliegtuigtellingen van zeehonden en vluchten voor de observatie van zeehonden boven de Waddenzee en de Noordzeekustzone.

Eén uitspraak gaat over de vergunning die het college van gedeputeerde staten van Friesland op grond van de Natuurbeschermingswet heeft verleend aan 'Wageningen IMARES' voor het uitvoeren van die vliegtellingen. De vergunning heeft ook betrekking op het zenderen van zeehonden in de Waddenzee en de Noordzeekustzone. Onderzoeksinstituut IMARES verzamelt ter nakoming van internationale verplichtingen in opdracht van het ministerie van Landbouw de gegevens over de aantallen zeehonden in de beschermde gebieden. De Stichting Zeehondencrèche Lenie 't Hart uit Pieterburen is tegen de vergunning in beroep gekomen bij de Raad van State. De Raad van State is van oordeel dat het provinciebestuur zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vliegtellingen en het zenderen van de zeehonden geen 'significante effecten' hebben voor de beschermde natuurgebieden. De vliegtellingen kunnen weliswaar een verstorend effect hebben voor de aanwezige vogels en zeehonden in het gebied, maar de tellingen en het zenderen zijn noodzakelijk om de ontwikkeling van de zeehondenpopulatie goed te kunnen volgen. Met betrekking tot het aanbrengen van zenders heeft de Raad van State verder in aanmerking genomen dat jaarlijks maximaal 30 gewone en 30 grijze zeehonden van een zender worden voorzien. Dit staat gelijk aan slechts 0,7% van de populatie gewone en aan slechts 1,6% van de populatie grijze zeehonden. De vergunning van IMARES is met de uitspraak van de Raad van State onherroepelijk geworden.

De andere uitspraak gaat over de weigering door het provinciebestuur om aan de zeehondencrèche van Lenie 't Hart een eigen vergunning te verlenen voor het uitvoeren van observatievluchten boven het gebied. De zeehondencrèche wil gedurende drie jaar vier vluchten per jaar uitvoeren boven de Waddenzee om zeehonden te kunnen observeren. Het doel van de vluchten is gegevens te verzamelen voor wetenschappelijk onderzoek en voor de opvang van zeehonden. Het provinciebestuur heeft de vergunning geweigerd, omdat het uitvoeren van vluchten boven het gebied niet noodzakelijk zou zijn. Onderzoeksinstituut IMARES verzamelt al gegevens over zeehondenpopulaties in het gebied en deze gegevens zijn openbaar beschikbaar. Volgens de zeehondencrèche maakt IMARES alleen de algemene eindresultaten van de tellingen openbaar en niet de gedetailleerde onderliggende gegevens die zij nodig zegt te hebben voor haar wetenschappelijke onderzoek. De Raad van State is in zijn uitspraak van vandaag van oordeel dat het provinciebestuur de vergunning aan de zeehondencrèche niet heeft kunnen weigeren met alleen het argument dat de gegevens die zij nodig heeft, reeds openbaar beschikbaar zijn en dat daarom haar activiteit waarvoor zij vergunning had gevraagd, niet noodzakelijk was. Gevolg van deze uitspraak is dat het college van gedeputeerde staten van Friesland een nieuwe beslissing moet nemen over het wel of niet toestaan van observatievluchten door de zeehondencrèche van Lenie 't Hart, naast de vluchten die IMARES al uitvoert.

Lees de volledige tekst van de uitspraken: 200800020/1 (IMARES) en 200800021/1 (zeehondencrèche).