Uitspraak Hof van Justitie over openbare-ordebegrip in de Terugkeerrichtlijn
Aanleiding
De zaken gaan overtwee besluiten van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie die tot gevolg hebben dat de vreemdelingen Nederland onmiddellijk moesten verlaten. Normaal krijgen vreemdelingen vier weken de tijd om vrijwillig te vertrekken, maar de staatssecretaris is daar in deze zaken van afgeweken omdat de vreemdelingen een gevaar voor de openbare orde zouden vormen.
Vragen
De Afdeling bestuursrechtspraak wilde van het Hof van Justitie in Luxemburg weten hoe het begrip 'gevaar voor de openbare orde' in de Terugkeerrichtlijn moet worden uitgelegd. Zo wil de Afdeling bestuursrechtspraak weten of een vreemdeling al een gevaar voor de openbare orde vormt als hij alleen verdacht wordt van een misdrijf, of dat daarvan alleen sprake kan zijn bij een veroordeling door de rechter en zo ja, of die veroordeling dan ook onherroepelijk moet zijn.
Verder wilde de Afdeling bestuursrechtspraak van het Hof van Justitie weten of de staatssecretaris nog andere feiten en omstandigheden moet betrekken bij de vraag of een vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde, zoals de ernst en aard van het misdrijf, het tijdsverloop en de intentie van de vreemdeling.
Ten slotte wilde de Afdeling bestuursrechtspraak uitleg over de vraag of deze feiten en omstandigheden een rol spelen bij de keuze van de staatssecretaris tussen aan de ene kant het verkorten van de termijn om Nederland vrijwillig te verlaten en aan de andere kant het geheel achterwege laten van een termijn voor vrijwillig vertrek.
Voortzetting behandeling
Met de antwoorden van het Hof van Justitie in Luxemburg is nog geen einde gekomen aan de procedures bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Zij heeft destijds de behandeling van de zaken geschorst in afwachting van de antwoorden van het Hof. Nu het Hof van Justitie de prejudiciële vragen heeft beantwoord, zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling van de zaken voortzetten.
Lees het persbericht en de uitspraak met zaaknummers 201112799/1 en 201202062/1 waarin de prejudiciële vragen zijn te lezen die de Afdeling bestuursrechtspraak in oktober 2013 aan het Hof in Luxemburg heeft gesteld.
De volledige tekst van de uitspraak van het Hof van Justitie kunt u hier lezen.