Overheden mogen 'doorbraak' maken bij geplande hoogwatergeul Reevediep

Gepubliceerd op 13 mei 2015

De minister van Infrastructuur en Milieu, de staatssecretaris van Economische Zaken, het college van gedeputeerde staten van Flevoland en de gemeenteraad van Kampen mogen enkele werkzaamheden verrichten in het gebied van de geplande hoogwatergeul Reevediep. Het gaat om het maken van een opening, de zogenoemde doorbraak, tussen de noordelijke plas in de Onderdijkse Waard en de IJssel. Hierdoor kan zand uit de IJssel worden aangevoerd waarmee dijken langs het Reevediep kunnen worden aangelegd. Dit blijkt uit een uitspraak van vandaag (13 mei 2015) van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hiermee is de eerder opgelegde gedeeltelijk schorsing van het bestemmingsplan 'IJsseldelta-Zuid' van de gemeente Kampen op twee onderdelen opgeheven.

Opheffing schorsing

De voorzieningenrechter benadrukt allereerst dat met deze uitspraak niet vooruitgelopen wordt op de einduitspraak over het 'Projectplan Waterwet Inrichting IJsseldelta-Zuid (Reevediep)' en de daarmee samenhangende besluiten, waaronder het bestemmingsplan 'IJsseldelta-Zuid' van de gemeente Kampen en de natuurvergunning van de staatssecretaris. De doorbraak en de aanleg van de dijken heeft naar zijn oordeel geen gevolgen voor het Natura 2000-gebied 'Veluwerandmeren'. De werkzaamheden vinden namelijk plaats in het uiterste noordoosten van het gebied, terwijl de Veluwerandmeren in het westen daarvan liggen. Hierbij acht de voorzieningenrechter van belang dat de eerder getroffen schorsing van februari 2015 erop was gericht om – in afwachting van einduitspraak – onomkeerbare gevolgen voor de Veluwerandmeren te voorkomen.

Aanleiding opheffingsverzoek

Aanleiding voor het verzoek van de overheden om de doorbraak aan te leggen is de daarmee samenhangende zandwinning in de IJssel op grond van het projectplan 'Zomerbedverlaging Beneden-IJssel'. Dat zand moet tijdelijk worden opgeslagen in de noordelijke plas in de Onderdijkse Waard voor de aanleg van de dijken. Om het zand van de IJssel naar de noordelijke plas te kunnen vervoeren is de doorbraak noodzakelijk, maar door de opgelegde schorsing kan die niet worden gerealiseerd. Volgens de overheden belemmert de schorsing daarmee de uitvoering van het projectplan 'Zomerbedverlaging Beneden-IJssel' dat wel al onherroepelijk is geworden. Uitvoering van dit project vinden de overheden noodzakelijk gelet op de beoogde waterstandverlaging in de IJssel in 2016. Bovendien heeft stillegging van dit plan ernstige financiële gevolgen, aldus de overheden.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201401736/5.