Op dit moment geen uitzetting mogelijk naar Marokko

Gepubliceerd op 2 april 2015

Sinds begin december 2014 is er geen zicht op uitzetting van Marokkaanse vreemdelingen binnen een redelijke termijn. Dit blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (2 april 2015) op de hoger beroepen van Marokkaanse vreemdelingen tegen twee uitspraken van de rechtbank Den Haag. Zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn is een voorwaarde voor de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om een vreemdeling die geen verblijfsrecht heeft in Nederland, in zogenoemde vreemdelingenbewaring te mogen stellen.

Verdrag

Sinds oktober 2014 worden geen zogenoemde laissez passer meer afgegeven door de Marokkaanse autoriteiten. Zo'n laissez passer is bij een vreemdeling zonder paspoort nodig om hem te kunnen uitzetten. De staatssecretaris heeft op de zitting bij de Afdeling bestuursrechtspraak bevestigd dat de Marokkaanse autoriteiten in december 2014 "concreet en zonder voorbehoud" hebben aangegeven dat de reden is dat Nederland het sociale zekerheidsverdrag met Marokko wil opzeggen.

Geen concrete aanknopingspunten

De staatssecretaris spant zich op diverse niveaus in om de Marokkaanse autoriteiten te bewegen om alsnog mee te werken aan de gedwongen terugkeer van vreemdelingen naar Marokko. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatssecretaris echter geen helderheid kunnen geven over de inhoud van die gesprekken of over de termijn waarbinnen de Marokkaanse autoriteiten alsnog hun medewerking zullen verlenen aan gedwongen terugkeer. Dit betekent dat er "op dit moment geen concrete aanknopingspunten zijn dat Marokkaanse vreemdelingen op korte termijn kunnen worden uitgezet", aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.

Gevolg van de uitspraak

De uitspraak betekent dat er op dit moment geen vreemdelingen naar Marokko kunnen worden uitgezet.

Lees de volledige tekst van de uitspraken met zaaknummers 201500942/1 en 201501797/1.