Minister wijst terecht verzoek Irakees echtpaar af

Gepubliceerd op 25 mei 2009

De staatssecretaris van Justitie heeft het verzoek van een Irakees echtpaar om hen een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te verlenen terecht afgewezen. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vandaag bepaald.

De staatssecretaris had de verblijfsvergunning in december 2006 geweigerd, maar het echtpaar was het daar niet mee eens omdat zij in hun thuisland een reëel risico zouden lopen om aan ernstige en individuele bedreiging te worden blootgesteld. De staatssecretaris had volgens hen aan een Europese richtlijn moeten toetsen, omdat daarin een nieuwe toelatingsgrond zou staan. In die richtlijn staan minimumnormen voor de erkenning van vreemdelingen die internationale bescherming behoeven.

De Raad van State is van oordeel dat een specifieke bepaling in artikel 29 van de Nederlandse Vreemdelingenwet dezelfde bescherming biedt als de bepaling uit de richtlijn. De Raad van State is tot dit oordeel gekomen nadat hij prejudiciële vragen had gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. Volgens de Raad van State beoogt de bepaling uit de richtlijn bescherming te bieden "in uitzonderlijke situaties waarbij de mate van willekeurig geweld in een gewapend conflict dermate hoog is" dat een persoon bij terugkeer door zijn enkele aanwezigheid daar een reëel risico loopt op ernstige bedreiging. Een dergelijke uitzonderlijke situatie deed zich echter niet voor in het geval van het Irakese echtpaar, zo heeft de Raad van State geoordeeld.

Overigens betekent dit niet dat het echtpaar Nederland nu onmiddellijk zal moeten verlaten. Staatssecretaris Albayrak heeft in mei 2008 aan het echtpaar om een andere reden een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd verleend. Dit heeft zij gedaan, nadat de rechtbank in Almelo eerder had geoordeeld dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag van het echtpaar moest nemen. De rechtbank in Almelo moet nog een oordeel geven over het beroep tegen dit besluit.

Klik hier (pdf, 1 MB) voor de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 200702174/2/V2.