Provincie Limburg mag 700 meter lang tracédeel van 'Buitenring Parkstad Limburg' aanleggen
Opheffing schorsing
De Raad van State is van oordeel dat met een gedeeltelijke opheffing van de schorsing van het inpassingsplan – in afwachting van een definitieve uitspraak – 'geen onomkeerbare gevolgen zijn te verwachten' voor de Natura 2000-gebieden 'Brunssummerheide' en 'Geleenbeekdal'. Daarbij is van belang dat de provincie uitdrukkelijk heeft toegezegd dat dit deel van het tracé niet in gebruik zal worden genomen voordat de Raad van State een definitieve uitspraak heeft gedaan in deze zaak. Het tracédeel waarvoor de werkzaamheden nu zijn toegestaan, ligt op minimaal vijf kilometer afstand van de beschermde natuurgebieden.
Aanleiding opheffingsverzoek
Aanleiding voor het verzoek van de provincie om de schorsing op te heffen, is de beslissing van de Raad van State in mei2013 om de einduitspraak over het inpassingsplan aan te houden. De Raad van State deed dat, omdat hij in een zaak over het tracébesluit A2 's‑Hertogenbosch-Eindhoven zogenoemde prejudiciële vragen had gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De Raad van State wilde van het Hof van Justitie in Luxemburg uitleg over de Europese Habitatrichtlijn en verwachtte dat de antwoorden van het Hof van Justitie ook relevant waren voor de zaak over de Buitenring Parkstad Limburg. Het Hof heeft deze vragen op 15 mei jl. beantwoord. Naar verwachting zalde Raad van State later dit jaar de zaak over de A2 en daarna de zaak over de buitenring op een rechtszitting behandelen.
Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201207642/13.