Raad van State herziet eerdere uitspraak over 'Oostvlietpolder' niet

Gepubliceerd op 22 juli 2009

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State herziet haar eerdere uitspraak van november 2008 over het bestemmingsplan 'Oostvlietpolder' van de gemeente Leiden niet. Dat heeft zij in een uitspraak van vandaag (22 juli 2009) bepaald.

De vereniging 'Vrienden Oostvlietpolder' had om herziening van de eerdere uitspraak verzocht. Volgens haar zou de Raad van State destijds tot een andere uitspraak zijn gekomen als hij op de hoogte was geweest van een bepaalde memo van een ambtenaar van de provincie. De Raad van State oordeelt nu dat de vereniging de inhoud van de memo al vóór de uitspraak over het bestemmingsplan kende. Hiermee wordt niet voldaan aan één van de eisen die de Algemene wet bestuursrecht stelt om een eerder gedane rechterlijke uitspraak te kunnen herzien.

Het bestemmingsplan 'Oostvlietpolder' maakt de aanleg van een bedrijventerrein in de Oostvlietpolder en de nabijgelegen Hofpolder mogelijk. Over het bestemmingsplan zijn de afgelopen jaren al een aantal juridische procedures gevoerd. In de uitspraak van november 2008 is ingegaan op de noodzakelijke aanpassing van de Lammeschansbrug om de toename van het verkeer te verwerken. Volgens de vereniging was aanpassing van de brug niet mogelijk omdat die niet stevig genoeg zou zijn. De Raad van State oordeelde in november 2008 dat het college van gedeputeerde staten op de rechtszitting had verzekerd dat dit wél het geval was. Met de memo wilde de vereniging alsnog aantonen dat de provincie vóór die uitspraak wist dat aanpassing van de brug niet mogelijk was. Het college van gedeputeerde staten handhaaft zijn standpunt dat de Lammeschansbrug stevig genoeg is en wijst er overigens op dat de bewuste memo niet tot een ander standpunt aanleiding geeft.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak op het herzieningsverzoek en hier de volledige tekst van de uitspraak over het bestemmingsplan 'Oostvlietpolder'.