Gebruik van luchtvaartterrein Twente mag worden voortgezet

Gepubliceerd op 30 oktober 2013

​De minister van Defensie mocht weigeren om de aanwijzing van luchtvaartterrein Twente als militair luchtvaartterrein in te trekken. Ook mocht de minister weigeren het besluit in te trekken waarbij een geluidzone rondom het luchtvaartterrein is ingesteld. Dit betekent dat het aanwijzings- en geluidszonebesluit in stand blijven en het gebruik van luchtvaartterrein Twente mag worden voortgezet tot 1 november 2014. Op dat moment vervallen beide besluiten automatisch. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (30 oktober 2013). Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Verzoek

Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente en een inwoner van Hengelo hadden om intrekking van beide besluiten verzocht, omdat volgens hen het militair gebruik van het luchtvaartterrein al jaren geleden is beëindigd. De minister wees dat verzoek in mei 2011 af, omdat intrekking van de besluiten verstrekkende gevolgen zou hebben voor het luchtvaartterrein en het 'civiele medegebruik' dat daarvan wordt gemaakt.

Rechtbank

De rechtbank in Almelo oordeelde in november 2012 dat de minister niet gerechtigd was om de intrekking van het aanwijzingsbesluit te weigeren. De rechtbank vernietigde daarop de weigeringsbesluiten en trok zelf alsnog het aanwijzingsbesluit en het geluidzonebesluit in. Om de 'civiele medegebruikers' van het luchtvaartterrein de mogelijkheid te geven zich voor te bereiden op de nieuwe situatie, heeft de rechtbank de besluiten ingetrokken met ingang van 7 november 2013, één jaar na de uitspraak van de rechtbank.

Raad van State

Naar het oordeel van de Raad van State heeft de rechtbank ten onrechte de weigeringsbesluiten ingetrokken. Zo is nergens in de Luchtvaartwet bepaald dat een aanwijzing als luchtvaartterrein moet worden ingetrokken, zodra het militaire gebruik is geëindigd. En omdat dezelfde wet ook medegebruik van een militair luchtvaartterrein door de burgerluchtvaart mogelijk maakt, mocht de minister met die belangen rekening houden in zijn besluiten, aldus de Raad van State. Ten slotte mocht de minister eveneens de overgang van militair luchtvaartterrein naar burgerluchtvaartterrein bij zijn besluiten betrekken.

Lees hier de uitspraak met zaaknummer 201211740/1.