Raad van State stelt vragen aan Hof in Luxemburg over gevolgen van schending van Europeesrechtelijk verdedigingsbeginsel

Gepubliceerd op 5 juli 2013

​De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in twee hogerberoepszaken van vreemdelingen zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De procedure heeft betrekking op besluiten van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarin de bewaring van de vreemdelingen met ten hoogste twaalf maanden is verlengd op grond van de Terugkeerrichtlijn.

Vragen

De Raad van State wil uitleg van het Hof over de gevolgen van schending van het algemene beginsel van de eerbiediging van de rechten van de verdediging, het zogenoemde verdedigingsbeginsel, dat in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is opgenomen. De Raad van State wil van het Hof weten of een schending door de staatssecretaris van dit beginsel 'zonder meer en in alle gevallen meebrengt dat de bewaring moet worden opgeheven'. Als dat niet het geval is, wil de Raad van State van het Hof weten of het verdedigingsbeginsel zich verzet tegen de wijze waarop de Raad van State tot nu toe invulling heeft gegeven aan de belangenafweging bij zo'n gebrek. Hierbij wordt naast de ernst van de schending van dit beginsel en de daardoor geschonden belangen van de vreemdeling ook rekening gehouden met de belangen van de lidstaat die door de verlenging van de bewaring zijn gediend.

Hoge Raad

De Hoge Raad heeft eerder dit jaar in een fiscale zaak ook prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie over de gevolgen die de nationale rechter moet verbinden aan schending van het verdedigingsbeginsel. De Raad van State kan een antwoord op deze vragen – los nog van het verschil in context – niet afwachten, omdat spoedig moet worden beslist op de hoger beroepen van de vreemdelingen, die in bewaring zitten. De Raad van State heeft daarom aanleiding gezien om in deze zaken ook prejudiciële vragen te stellen en het Hof te verzoeken de vragen met spoed te beantwoorden.

Schorsing behandeling

De behandeling van de hogerberoepszaken bij de Raad van State wordt geschorst in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Als het Hof de vragen met spoed beantwoordt, zijn deze antwoorden naar verwachting binnen drie tot vier maanden te verwachten. Daarna zal de Raad van State de behandeling van deze bewaringszaken voortzetten en uiteindelijk hierin een definitieve uitspraak doen.

Lees hier de volledige tekst van de verwijzingsuitspraak met zaaknummers 201304861/1/T1 en 201305033/1/T1.