Gelders provinciebestuur hoeft niet alle informatie over declaratiegedrag te verstrekken

Gepubliceerd op 22 mei 2013

Het college van gedeputeerde staten van Gelderland hoeft de zogenoemde Quick Scan van het onderzoek naar declaraties niet in zijn geheel openbaar te maken. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (22 mei 2013). Een voormalig lid van provinciale staten van Gelderland had het provinciebestuur om de gehele openbaarmaking van de Quick Scan verzocht. In de Quick Scan adviseert een ambtenaar het college van gedeputeerde staten met betrekking tot vragen van provinciale staten over declaraties van gedeputeerden over 2008.

Naar het oordeel van de Raad van State staan in paragrafen van de Quick Scan opvattingen, voorstellen, aanbevelingen en conclusies van de opsteller van het document, waardoor deze persoonlijke beleidsopvattingen bevatten. Informatie over persoonlijke beleidsopvattingen hoeft op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet te worden verstrekt. Een beoordeling van door de ambtenaar geselecteerde feiten in een andere paragraaf van de Quick Scan is “een samenhangend geheel van kwalificerende oordelen over het declaratiegedrag van de leden van gedeputeerde staten” en is “zodanig met de persoonlijke beleidsopvattingen verweven” dat het provinciebestuur ook deze informatie niet hoefde te verstrekken, aldus de hoogste bestuursrechter.

Het voormalige lid van provinciale staten heeft in deze procedure nog aangevoerd dat het op de weg van het provinciebestuur had gelegen om de informatie te verstrekken in een vorm die niet tot concrete personen herleidbaar zou zijn, gelet op het belang van openheid en transparantie. Ook hiervan heeft het provinciebestuur naar het oordeel van de Raad van State in redelijkheid mogen afzien, omdat “binnen een bestuursorgaan vrijelijk van gedachten moet kunnen worden gewisseld, zonder dat de verantwoordelijke bestuurder daarop naderhand kan worden aangesproken.”

Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

Lees hier de volledige uitspraak met zaaknummer 201206872/1.