Geen bouwvergunning nodig voor buitendijkse koelwateruitlaat centrale Essent
De Raad van State is in zijn uitspraak van oordeel dat 'niet is gebleken dat tussen het binnendijkse deel en het buitendijkse deel een constructieve samenhang bestaat'. De feitelijke koelwateruitlaat eindigt namelijk bij de teen van de dijk en is niet constructief verbonden met de buitendijkse leidammen en breuksteen op de zeebodem. Ook heeft de Raad van State geoordeeld dat het buitendijkse deel van de koelwateruitlaat – vanwege de manier waarop dat deel wordt aangelegd – evenmin een zelfstandig bouwwerk is. Dit betekent dat voor het buitendijkse gedeelte geen bouwvergunning is vereist, aldus de hoogste bestuursrechter.
De Raad van State heeft verder de bezwaren van de Waddenvereniging tegen de hoogte van de centrale en de schoorsteen afgewezen. De vereniging vreesde dat de centrale en de schoorsteen niet goed zouden worden ingepast in de bestaande skyline. Dit zou in strijd zijn met de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee.
Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk. Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201000404/1.
Deze uitspraak gaat niet over de afwijzing door het gemeentebestuur van het verzoek van Greenpeace om op te treden tegen de aanleg van het buitendijkse deel van de koelwateruitlaat in de Waddenzee. Daarvoor loopt momenteel een andere procedure bij de rechtbank in Groningen.