Baggerstort in Gooimeer mag gedeeltelijk doorgaan

Gepubliceerd op 9 december 2009

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (9 december 2009) in een uitspraak bepaald dat het storten van baggerspecie in een voormalige zandwinput in het Gooimeer bij Huizen mag doorgaan. Tegelijkertijd heeft de Raad van State in een andere uitspraak bepaald dat het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland een nieuw besluit moet nemen over de baggerstort een voormalige zandwinput in het Gooimeer bij Naarden. Het provinciebestuur had beide vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet verleend. Het Antislib Platform Gooimeer (APG) heeft tegen beide vergunningen beroep ingesteld.

De Raad van State is van oordeel dat het provinciebestuur bij de vergunning voor de baggerstort in het Gooimeer bij Naarden onderzoek had moeten doen naar de gevolgen voor het natuurgebied die deze baggerstort in combinatie met de stort op een andere locatie zou kunnen veroorzaken. Daarom heeft de Raad van State de vergunning voor deze baggerstort vernietigd. Het provinciebestuur had al eerder vergunning verleend voor de baggerstort in het Gooimeer bij Huizen. Bij het verlenen van deze vergunning kon het provinciebestuur geen rekening houden met de baggerstort op andere locaties, omdat er op dat moment nog geen andere vergunningen voor het storten waren verleend. Daarom mag die baggerstort wel doorgaan.

Het APG vreesde verder dat de baggerspecie gevaarlijke stoffen zou bevatten die schadelijk zijn voor de visstand in het natuurgebied 'Eemmeer, Gooimeer en IJmeer'. Hierdoor zal de baggerstort volgens hem ook nadelige gevolgen hebben voor de watervogels in het gebied. Ook zouden de vogels last hebben van het geluid dat met het storten gepaard gaat. De Raad van State heeft deze bezwaren ongegrond verklaard.

Tegen uitspraken van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraken met zaaknummers 200805338/1(Huizen) en 200809149/1(Naarden).