Raad van State vernietigt opnieuw aanwijzingsbesluit voor luchthaven Lelystad

Gepubliceerd op 7 december 2011

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het besluit van de toenmalige ministers van Verkeer en Waterstaat en van VROM vernietigd dat de verdere ontwikkeling van luchthaven Lelystad mogelijk moet maken. Dit blijkt uit een uitspraak van vandaag (7 december 2011). Tegen het besluit hadden onder meer de gemeentebesturen van Dronten en Zeewolde, de belangenvereniging Almere-Hout en een groot aantal agrarische ondernemers uit de provincie Flevoland beroep aangetekend. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

Het kabinet wil Lelystad Airport geleidelijk ontwikkelen tot een zakelijke luchthaven. Het is tevens de bedoeling dat ongeregelde vluchten worden verplaatst van Schiphol naar Lelystad en dat lijnverbindingen naar Europese bestemmingen met passagiersvliegtuigen van beperkte omvang worden opgezet. Het kabinet wil de bestaande start- en landingsbaan verlengen van 1.250 tot 2.100 meter, zodat in een later stadium ook grotere vliegtuigen gebruik kunnen maken van de luchthaven. Het aantal vliegbewegingen en de openstelling van de luchthaven zullen op termijn worden uitgebreid. Vanwege recente economische ontwikkelingen achtten de toenmalige ministers het niet realistisch dat direct geïnvesteerd zal worden in een baanverlenging. Vooruitlopend hierop is volgens hen echter wel een ontwikkeling tot zakenluchthaven en rendabele exploitatie mogelijk. In het besluit wordt dan ook voorzien in een tijdelijke en een definitieve situatie.

De Raad van State is van oordeel dat de Luchtvaartwet het mogelijk maakt dat de geldigheid van de definitieve geluidszone is gekoppeld aan het moment waarop de verlengde start- en landingsbaan in gebruik wordt genomen. Maar nu niet duidelijk is wanneer dat moment zal plaatsvinden, is 'niet zeker dat dit tijdstip is gelegen op ten hoogste tien jaar na mededeling van het aanwijzingsbesluit in de Staatscourant'. Daarmee wordt niet voldaan aan de eis die de Luchtvaartwet stelt, aldus de hoogste bestuursrechter. Bovendien hebben de toenmalige ministers zich bij de besluitvorming 'niet in redelijkheid op de voorgestane aan- en uitvliegroutes kunnen baseren'. Naar het oordeel van de Raad van State moeten deze routes bij de vaststelling van het aanwijzingsbesluit vast staan, wat nu niet het geval is. Het is op dit moment niet zeker via welke routes daadwerkelijk zal worden gevlogen en het is dan ook niet mogelijk de gevolgen van het aanwijzingsbesluit te beoordelen. Tot slot oordeelt de Raad van State mede op basis van het deskundigenrapport dat 'niet op voorhand is uit te sluiten dat agrarische bedrijven in de omgeving van de luchthaven geen nadelige effecten zullen ondervinden als gevolg van de luchthaven.'

Om de verdere ontwikkeling van luchthaven Lelystad mogelijk te maken, is een nieuw besluit nodig. Gelet op de zwaarwegende belangen van luchthaven Lelystad heeft de Raad van State in de uitspraak bepaald dat de luchthaven tot die tijd in de huidige omvang in werking mag zijn.

Het is niet de eerste keer dat de Raad van State zich uitspreekt over luchthaven Lelystad. Reeds drie keer eerder, in november 2003, in mei 2005 en in oktober 2007, heeft de Raad van State de aanwijzingsbesluiten vernietigd.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 200909551/1.