Processen-verbaal van verhoren vuurwerkramp Enschede hoeven niet openbaar

Gepubliceerd op 20 april 2011

De minister van Veiligheid en Justitie hoeft de processen-verbaal van verhoren met leden van het Tolteam en andere betrokkenen bij het strafrechtelijk onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede niet openbaar te maken. Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (20 april 2011) in een zaak tussen twee ex-rechercheurs van het Tolteam en de minister. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep meer mogelijk.

De ex-rechercheurs hadden de minister op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gevraagd alle informatie openbaar te maken die is gebruikt voor het rijksrechercherapport over het functioneren van het Tolteam in het strafrechtelijk onderzoek naar de vuurwerkramp. Volgens hen zou daaruit blijken dat het onderzoek naar de ramp niet goed is uitgevoerd. Het rijksrechercherapport zelf heeft de minister in 2007 na een aanvankelijke weigering al openbaar gemaakt, waarbij wel enkele passages en namen van betrokkenen zijn weggelakt. De ex-rechercheurs willen echter dat alle documenten die de basis vormen voor het rechercherapport openbaar worden gemaakt, waaronder de processen-verbaal van de uitgewerkte verhoren.

Naar het oordeel van de Raad van State hoeft de minister de processen-verbaal van de uitgewerkte verhoren niet openbaar te maken, omdat 'dit kan leiden tot onevenredige benadeling van de Staat'. Aannemelijk is dat ambtenaren en andere getuigen in de toekomst minder bereidwillig zullen zijn om aan dergelijke onderzoeken mee te werken of terughoudender zullen zijn in hun verklaringen, aldus de hoogste bestuursrechter. Het rijksrechercherapport is grotendeels openbaar gemaakt, zodat volgens de Raad van State ook zonder openbaarmaking van de verhoren en de afgelegde verklaringen uit die verhoren het 'publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering' in voldoende mate is gediend.

Met betrekking tot andere documenten bevestigt de Raad van State de eerdere uitspraak van de rechtbank in Almelo van oktober 2010 dat de minister beter moet motiveren waarom openbaarmaking van die desbetreffende documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur achterwege moet blijven. Het gaat om onder meer de bijlagen bij die verhoren en niet openbaar gemaakte passages uit zes overzichtsprocessen-verbaal. De minister zal dus nog wel opnieuw moeten beslissen over de geheimhouding van deze brondocumenten.

Klik hier voor de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201010133/1.