Betfair had kans moeten krijgen mee te dingen naar kansspelvergunningen

Gepubliceerd op 23 maart 2011

De toenmalige minister van Justitie had het Britse Betfair in 2005 moeten laten meedingen naar kansspelvergunningen voor het organiseren van sportprijsvragen en van een totalisator op de uitslag van harddraverijen en paardenrennen in Nederland. Dit heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vandaag (23 maart 2011) in een uitspraak bepaald. De minister had voor deze activiteiten al vergunningen verleend aan De Lotto respectievelijk 'Scientific Games Racing' (SGR). Hij weigerde de aanvragen van Betfair, omdat de Nederlandse Wet op de kansspelen bepaalt dat dergelijke vergunningen maar aan één bedrijf kunnen worden verleend (éénvergunningstelsel).

Betfair kwam in januari 2007 tegen deze beslissing van de minister in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens de Britse kansspelaanbieder was de beslissing van de minister om haar geen vergunningen te verlenen in strijd met het vrij verkeer van diensten in het EG-verdrag. Dat geldt ook voor de beslissingen om de vergunningen van De Lotto en SGR te verlenen.

De Raad van State is van oordeel dat de minister de Europese regels over het vrij verkeer van diensten heeft beperkt door Betfair als aanbieder niet mee te laten dingen naar de kansspelvergunningen. Het Hof van Justitie in Luxemburg heeft in juni 2010 naar aanleiding van zogenoemde prejudiciële vragen van de Raad van State bepaald dat de overheid dit alleen mag doen als zij strenge controle kan uitoefenen op de activiteiten van de exploitant van de vergunning. Aangezien er in de huidige situatie geen bijzondere relatie bestaat tussen de minister als vergunningverlener enerzijds en De Lotto en SGR anderzijds die een strenge controle als bedoeld door het Hof van Justitie met zich brengt, is er naar het oordeel van de Raad van State voor de minister 'geen rechtvaardiging om zonder enige oproep tot mededinging de vergunningen aan hen te verlenen en daardoor te verlengen'. De Raad van State is daarnaast van oordeel dat de vergunning die Betfair in het Verenigd Koninkrijk heeft voor haar internetdiensten, haar niet het recht geeft om ook kansspelen in Nederland op internet aan te bieden. Die aanvraag heeft de minister wel terecht afgewezen, aldus de hoogste bestuursrechter.

De Wet op de kansspelen verbiedt weddenschappen en andere kansspelen in Nederland te organiseren zonder een vergunning. In deze wet staat verder dat de vergunningen voor het organiseren van sportprijsvragen en voor het organiseren van een totalisator op de uitslag van harddraverijen en paardenrennen slechts aan één bedrijf kunnen worden verleend. Dit zogenoemde éénvergunningstelsel beschermt volgens de minister de consument en gaat illegaliteit, criminaliteit en gokverslaving tegen. De Raad van State heeft in de verwijzingsuitspraak in deze zaak geoordeeld dat de minister dit stelsel als zodanig mag hanteren.

Betfair is bemiddelaar bij kansspelen op het gebied van onder meer sportevenementen en harddraverijen. Het bedrijf is in het Verenigd Koninkrijk gevestigd en is actief in meerdere Europese landen. Het bedrijf is telefonisch en via internet al bereikbaar voor inwoners van Nederland, maar wil onder meer ook sportprijsvragen en een totalisator organiseren in Nederland.

Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 200700622/1/H3-A.