Minister van I&M moet besluit tot verbreding van A1 't Gooi beter motiveren

Gepubliceerd op 2 maart 2011

Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu moet binnen twaalf weken het wegaanpassingsbesluit A1 't Gooi op één punt beter motiveren. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vandaag (2 maart 2011) bepaald in een zogenoemde tussenuitspraak. Het besluit maakt de aanleg van spitsstroken mogelijk bij het knelpunt op de A1 tussen Bussum en Eemnes. Het is onderdeel van de zogenoemde 'Spoedaanpak Wegen' die oud-minister Eurlings in 2009 lanceerde en waarmee hij dertig knelpunten in het Nederlandse wegennet versneld wilde aanpakken. Tegen het besluit hebben de Buurtpreventievereniging Craai uit Huizen, en een aantal inwoners uit Laren, Naarden en Bussum beroep ingesteld.

In de tussenuitspraak oordeelt de Raad van State dat de minister duidelijk moet maken dat de verkeersgegevens uit 2007 waar de minister zich op heeft gebaseerd, nog actueel zijn. In de Spoedwet wegverbreding is weliswaar bepaald dat de minister gebruik mag maken van gegevens die ouder zijn dan twee jaar, maar dan moet zij wel motiveren dat die gegevens nog steeds actueel zijn. Dat is in dit geval niet gebeurd, aldus de hoogste bestuursrechter. De Raad van State betwijfelt 'of staande kan worden gehouden dat deze oudere (verkeers)gegevens nog actueel waren', omdat daarin geen rekening is gehouden met de gevolgen van de wegverbreding bij de A1/A27 bij Eemnes voor dit project. De overige bezwaren van de vereniging en de inwoners treffen geen doel.

De minister krijgt een termijn van twaalf weken om het door de Raad van State geconstateerde gebrek in het wegaanpassingsbesluit te herstellen, of in plaats daarvan een nieuw besluit te nemen. Daarna zal de Raad van State een definitieve uitspraak doen waarbij rekening zal worden gehouden met de wijze waarop de minister het gebrek heeft hersteld.

Op 1 januari 2010 is de Wet bestuurlijke lus Awb in werking getreden. Op grond van deze wet kan de bestuursrechter het bestuursorgaan in een tussenuitspraak de gelegenheid geven een gebrek in de besluitvorming te herstellen in plaats van dit besluit meteen te vernietigen. Het doel van de bestuurlijke lus is om overbodige nieuwe procedures te vermijden en de besluitvorming te versnellen.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201006781/1/T1.