Premier moet opnieuw beslissen over openbaarmaking stukken ministerraad inzake Irak

Gepubliceerd op 17 februari 2010

Premier Balkenende zal opnieuw een beslissing moeten nemen over de openbaarmaking van bepaalde stukken van de ministerraad in de periode van september 2002 tot en met maart 2003 die betrekking hebben op de aanloop naar de oorlog in Irak. Het gaat om besluiten en besluitenlijsten van de ministerraad en voorbereidende notities die in die tijd aan de ministerraad zijn voorgelegd. De premier heeft terecht geweigerd de notulen van de ministerraad openbaar te maken. Dit heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vandaag (17 februari 2010) in een uitspraak bepaald in een zaak die was aangespannen door RTL. RTL had de premier in 2008 verzocht om openbaarmaking van de stukken van de ministerraad.

In de uitspraak overweegt de Raad van State dat de besluiten en de besluitenlijsten in dit geval geen informatie bevatten "over het karakter en het verloop van de beraadslagingen, de aanduiding van geschilpunten en de hierbij betrokken bewindspersonen". Ze bevatten ook geen persoonlijke beleidsopvattingen. In deze documenten zijn slechts procedurele afspraken vermeld. Verder deed RTL het verzoek om deze stukken openbaar te maken ongeveer vijf jaar nadat de stukken waren opgesteld. Naar het oordeel van de Raad van State kan "in dat licht niet staande worden gehouden" dat openbaarmaking van de besluiten en de besluitenlijsten, die uitsluitend bestaan uit procedurele afspraken, het besluitvormingsproces in de ministerraad nu nog "zou frustreren of forceren".

Ook weigerde de premier in september 2008 de voorbereidende notities openbaar te maken vanwege het belang van de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties. Van een groot aantal passages in de voorbereidende notities ziet de Raad van State echter "zonder nadere motivering" van de premier niet in dat dit belang aan de orde is. Ook hierbij neemt de hoogste bestuursrechter in aanmerking dat die informatie dateert van ongeveer vijf jaar voordat de premier op het verzoek van RTL besliste.

Eerder (in juli 2009) verklaarde de rechtbank in Amsterdam het beroep van RTL tegen de weigering van de premier om de stukken openbaar te maken, nog geheel ongegrond. Gevolg van de uitspraak van de Raad van State in hoger beroep is nu dat de premier opnieuw moet beslissen over de openbaarmaking van de besluiten en de besluitenlijsten van de ministerraad en voorbereidende notities. De premier hoeft de notulen van de ministerraad over de periode van september 2002 tot en met maart 2003, een conceptbrief aan de Tweede Kamer van februari 2003 en verslagen van vergaderingen van de ministeriële stuurgroep resolutie 1441, in ieder geval niet openbaar te maken. Daarin heeft RTL dus geen gelijk gekregen.

Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 200906298/1/H3.

Vertegenwoordigers van de media kunnen voor meer informatie contact opnemen met afdeling persvoorlichting van de Raad van State: 070 - 426 47 73.