Minister Vogelaar mag persoonsgegevens over Antilliaanse afkomst verwerken in gegevensbestand

Gepubliceerd op 3 september 2008

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie mag persoonsgegevens over Antilliaanse afkomst (etniciteit) verwerken in de zogenoemde Verwijsindex Antillianen (VIA). Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (3 september 2008). Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) had aan de minister een ontheffing verleend voor het verwerken van de persoonsgegevens van Antillianen. De Stichting Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN) verzette zich tegen deze ontheffing. Volgens haar bestond er geen noodzaak om deze gegevens te verwerken in een bestand en is er sprake van discriminatie, omdat uitsluitend gegevens van Antillianen in de VIA worden opgenomen. De Raad van State heeft het beroep van het OCaN ongegrond verklaard.

De Raad van State komt tot de conclusie dat het CBP het standpunt heeft kunnen innemen dat "het verwerken van persoonsgegevens over etniciteit van Antillianen noodzakelijk is met het oog op het zwaarwegend algemeen belang". Dit is volgens de Wet bescherming persoonsgegevens vereist om de ontheffing te kunnen verlenen. Het CBP heeft de ontheffing verleend vanwege de ernst van de problematiek met betrekking tot Antilliaanse risicojongeren en de urgentie van het zoeken naar een oplossing van deze problematiek.
Naar het oordeel van de Raad van State heeft het CBP "aannemelijk gemaakt dat de problematiek van Antilliaanse risicojongeren ernstiger is dan die van andere risicogroepen". Verder concludeert de hoogste bestuursrechter dat het verlenen van de ontheffing geen strijd oplevert met het discriminatieverbod dat is vastgelegd in de Grondwet en diverse internationale verdragen. Naar het oordeel van de Raad van State dient het maken van onderscheid in dit geval een "legitiem doel" en is de gegevensverwerking een "passend middel" om dat doel te bereiken.

De VIA is een landelijk gegevensbestand waarin identificerende gegevens en verwijsgegevens worden opgenomen over personen tot 25 jaar die op de Nederlandse Antillen of Aruba zijn geboren, of waarvan ten minste één van de ouders daar is geboren. In het bestand worden Antillianen opgenomen die voldoen aan één of meer van de zogenoemde knelpuntcriteria die de minister heeft opgesteld. Deze criteria zijn onder meer het niet geregistreerd zijn in de gemeentelijke basisadministratie, het hebben van leerplichtproblemen of een huurschuld en het plegen van een geweldsdelict en/of drugsdelicten. De verwijsgegevens bevatten geen inhoudelijke informatie maar slechts informatie om te kunnen bepalen of een jongere bij een van de deelnemende lokale instanties bekend is en zo ja, wie de contactpersoon is. Door die gegevens in een bestand te verwerken, hoopt de minister meer greep te krijgen op Antilliaanse risicojongeren om zo hun achterstandspositie beter te kunnen wegwerken en de door hen veroorzaakte criminaliteit beter te kunnen aanpakken.

De rechtbank in Den Haag stelde het OCaN in juni 2007 nog in het gelijk. De Raad van State vernietigt deze uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van het OCaN alsnog ongegrond.

Tegen de uitspraak van Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

Klik hier voor de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 200706325/1.

Voor meer informatie over de uitspraak en/of de procedure kunt u contact opnemen met mr. Daniël Tempelman, persvoorlichter Raad van State: 070 – 426 48 12 of 06 – 23 31 75 06.