Vergunning voor pluimveemestverbrander Fibroned wederom vernietigd

Gepubliceerd op 22 maart 2005

De provincie Gelderland had in februari 2004 geen vergunning mogen verlenen aan Fibroned voor een verbrandingsinstallatie van pluimveemest annex energiecentrale op het bedrijventerrein "De Ecofactorij" in Apeldoorn. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (22 maart 2005).

Gevolg van de uitspraak is dat het college van gedeputeerde staten van Gelderland opnieuw moet beslissen op de aanvraag van Fibroned om een milieuvergunning. Omdat Fibroned een bedrijf is voor het verstoken van brandstoffen met een thermisch vermogen van 110 megawatt, behoort het tot de categorie van bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken. Deze zogenoemde grote lawaaimakers kunnen "slechts worden gevestigd op industrieterreinen met een daartoe passende bestemming en die met het oog daarop volgens de regels van de Wet geluidhinder zijn gezoneerd".

Aan het nieuw te ontwikkelen industrieterrein "De Ecofactorij" is niet een bestemming gegeven die de vestiging van grote lawaaimakers mogelijk maakt. Evenmin is om het industrieterrein een zone vastgesteld om de geluidhinder binnen de perken te houden. Nu dit niet is gebeurd, had de provincie de vergunningaanvraag op grond van de wet moeten aanhouden.

Door de aanvraag toch in behandeling te nemen, heeft het college van gedeputeerde staten gehandeld in strijd met de Wet milieubeheer. Dit is de tweede keer dat de Raad van State de vergunning voor Fibroned moet vernietigen. Op 5 maart 2003 heeft de Raad van State de vergunning vernietigd op formele en inhoudelijke gronden, onder meer omdat bij de beoordeling van de uitstoot van schadelijke stoffen onvoldoende was onderzocht of en in hoeverre aanvullende maatregelen moesten worden getroffen ter bescherming van het milieu. Hierop nam de provincie in februari 2004 een nieuwe beslissing, die nu dus op andere gronden niet in stand kan blijven.

Klik hier voor de tekst van de volledige uitspraak van 22 maart 2005 met zaaknummer 200402102/1.