Terecht geen vergunning voor rangeren met gevaarlijke stoffen in Venlo

Gepubliceerd op 11 februari 2004

Het college van B&W van Venlo heeft in februari 2003 railbeheerder "ProRail" terecht geen milieuvergunning verleend voor het rangeren van wagons met brandbaar gas, toxisch gas en toxische vloeistoffen op het spoorwegemplacement van Venlo.

Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (11 februari 2004). "ProRail" had vergunning gevraagd voor het spoorwegemplacement met bijbehorende faciliteiten. Onderdeel van de huidige activiteiten is het wisselen van locomotieven van treinen met gevaarlijke stoffen en het rangeren en stallen van wagons met deze stoffen.

Vergunning verlenen voor de aangevraagde activiteiten, die mede een uitbreiding betreffen, zou tot gevolg hebben dat de streefwaarde voor de externe veiligheid die het college van B&W hanteert, ruimschoots wordt overschreden. In de aanvraag wordt geen uitzicht geboden op het beëindigen van de onveilige situatie op het emplacement. Het college van B&W heeft zich volgens de Raad van State dan ook in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat verlening van de vergunning voor de aangevraagde activiteiten zich niet verdraagt met het belang van de bescherming van het milieu.

Klik hier voor de tekst van de uitspraak met zaaknummer 200302412/1.