Hirsch Ballin wordt nieuwe Voorzitter Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State

Gepubliceerd op 7 maart 2003

De ministerraad is vrijdag 7 maart 2003 akkoord gegaan met de voordracht tot benoeming van prof. mr. E.M.H. Hirsch Ballin als Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Met ingang van 1 augustus 2003 volgt Hirsch Ballin de huidige Voorzitter mr. P. van Dijk op.

Vanwege gezondheidsredenen legt mr. P. van Dijk zijn voorzitterschap van de Afdeling bestuursrechtspraak neer. Wel blijft de heer Van Dijk als staatsraad aan de Raad van State verbonden. De heer Van Dijk is sinds 1990 staatsraad en is in 2000 benoemd tot Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Ingevolge artikel 27 van de Wet op de Raad van State doet de Raad aanbeveling voor de voordracht van de nieuwe Voorzitter van de Afdeling door de minister van Justitie in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De unanieme aanbeveling van de Raad om prof. mr. Hirsch Ballin voor te dragen, is door de ministerraad overgenomen. Prof. mr. Hirsch Ballin (1950) is sinds november 2000 staatsraad. Daarvoor was hij onder meer werkzaam bij het ministerie van Justitie, hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant, en minister van Justitie. Ook is hij sinds 1996 (en eerder van 1983 tot 1989) raadsheer-plaatsvervanger in de Centrale Raad van Beroep. De komende periode zal gebruikt worden om de voorzitterswisseling zo soepel mogelijk te laten verlopen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is de hoogste algemene bestuursrechter.

De Afdeling spreekt recht over besluiten van de overheid (gemeente, provincie en rijk), waartegen burgers (hoger) beroep hebben aangetekend. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit alle staatsraden en de staatsraden in buitengewone dienst. De Afdeling is onderverdeeld in vier juridische Kamers, te weten ruimtelijke ordening, milieu, regulier hoger beroep en hoger beroep vreemdelingenzaken. Een einduitspraak van de Afdeling is onherroepelijk. Het is de taak van de Voorzitter om de werkzaamheden van de Afdeling, met inbegrip van de verscheidene Kamers, te regelen. De Voorzitter kan ook nadere regels stellen over de werkwijze van de Afdeling.