Vreemdelingenbewaring van demonstrant na ontruimingsactie 'Schijnheilig' onrechtmatig

Gepubliceerd op 1 februari 2012

De minister voor Immigratie en Asiel mocht een demonstrant die na de ontruiming van het kraakpand 'Schijnheilig' in Amsterdam werd aangehouden, niet in vreemdelingenbewaring stellen. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (1 februari 2012) in een zaak die een demonstrant tegen de minister had aangespannen. De minister had de vrouw in bewaring gesteld om haar identiteit en daarmee haar verblijfstatus in Nederland vast te kunnen stellen, nadat ze tijdens een verhoor niets heeft willen zeggen.

De Raad van State is van oordeel dat de minister 'aan de Vreemdelingenwet geen bevoegdheid kan ontlenen om de demonstranten op te houden of in bewaring te stellen'. Naar het oordeel van de hoogste bestuursrechter zijn er in dit geval geen feiten of omstandigheden die erop zouden kunnen duiden dat de vrouw niet rechtmatig in Nederland verbleef. Daarbij is van belang dat voorafgaand aan de ontruiming van het kraakpand geen vermoeden bestond dat er zich onder de demonstranten vreemdelingen zouden bevinden. Verder is algemeen bekend dat demonstranten soms bij een ontruimingsactie hun identiteit niet willen prijsgeven. Dit houdt geen verband met het al dan niet respecteren van de Vreemdelingenwet, aldus de Raad van State.

Op 5 juli 2011 is tijdens de zogenoemde 'Ontruimingsdag' het kraakpand 'Schijnheilig' aan de Passeerdersgracht in Amsterdam ontruimd. Bij deze ontruimingsactie zijn ongeveer 150 demonstranten door de politie aangehouden in verband met het verstoren van de openbare orde. Omdat het tijdens de strafrechtelijke 'ophouding' niet gelukt is om de identiteit van 52 demonstranten vast te stellen, zijn zij vervolgens overgedragen aan de vreemdelingenpolitie en in bewaring gesteld.

Lees hier de uitspraak met zaaknummer 201108656/1.