Vandaag uitspraak over prostitutiepanden Achterdam in Alkmaar

Gepubliceerd op 18 juli 2011

Vandaag doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om kwart over tien 's ochtends uitspraak in de zaak over de weigering door de burgemeester van Alkmaar om een exploitatievergunning te verlenen voor 92 prostitutieramen aan de Achterdam.

Burgemeester Bruinooge heeft de vergunning geweigerd op grond van de Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). Het Landelijk Bureau Bibob heeft de burgemeester geadviseerd om de nieuwe vergunning niet te verlenen, omdat verschillende panden op de Achterdam zouden zijn gekocht met crimineel geld, waaronder een deel van het losgeld dat is betaald in verband met de ontvoering van Heineken in 1983. De exploitant van de prostitutieramen zou in een zakelijk samenwerkingsverband staan met de eigenaren van de panden die op hun beurt verdacht worden van witwassen en heling.

De exploitant en de eigenaren van de panden kwamen eerder in beroep bij de rechtbank in Alkmaar. Die oordeelde in november 2009 dat er onvoldoende bewijs was om op grond van het Bibob advies een nieuwe vergunning te weigeren. Er was naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen dat de panden waren gekocht met crimineel geld, het zou slechts gaan om een vermoeden. De rechtbank droeg de burgemeester daarom op om opnieuw de bezwaren van de exploitant en de eigenaren te bekijken.

De burgemeester is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en is daartegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook de eigenaren en de exploitant zijn in hoger beroep gekomen. Zij vinden dat de burgemeester de vergunning alsnog moet verlenen. De burgemeester heeft na de uitspraak van de rechtbank het Bureau Bibob gevraagd om aanvullend onderzoek te doen naar de prostitutieramen. In oktober 2010 maakte de burgemeester bekend dat hij op basis van dit nieuwe Bibob advies bij zijn eerdere besluit bleef om de vergunning te weigeren. Ook over dit nieuwe besluit gaat de uitspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 21 en 23 maart jl. op zitting behandeld.

Vandaag maakt de Raad van State de uitspraak openbaar.