Vergunning voor kernafvaltransport naar Frankrijk niet geschorst

Gepubliceerd op 7 maart 2011

De vergunning die de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft verleend voor het vervoer van radioactief afval naar Frankrijk wordt niet geschorst. Dit blijkt uit een uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (7 maart 2011). Greenpeace had de Raad van State in een spoedprocedure gevraagd de vergunning te schorsen, zodat het transport van kernafval voorlopig zou worden uitgesteld. Volgens Greenpeace is de veiligheid van het transport over het spoor onvoldoende gewaarborgd en had de minister onderzoek moeten doen naar de mogelijkheid van het vervoer over zee.

Omdat er een vergunning is aangevraagd voor het vervoer van het kernafval per spoor, oordeelt de Raad van State dat de minister daarom alleen hoefde te beoordelen hoe dit transport zo veilig mogelijk kon worden uitgevoerd. Het was daarbij niet nodig om ook de risico's van het vervoer per schip nog te onderzoeken. Verder heeft Greenpeace haar bezwaar dat de veiligheid tijdens het vervoer per spoor onvoldoende is gewaarborgd, niet nader onderbouwd, waardoor de Raad van State geen aanleiding ziet om de vergunning te schorsen.

De minister heeft voor zowel het vervoer als het overbrengen van het radioactieve afval van de kerncentrale Borssele vergunningen verleend. Het is de bedoeling dat het Nederlandse kernafval in Areva in La Hague in Frankrijk wordt verwerkt, waarna het meest radioactieve deel terugkomt naar Nederland en tijdelijk wordt opgeslagen naast de kerncentrale. 95 procent van het radioactieve afval blijft in Frankrijk achter. De minister moet binnenkort een beslissing nemen op de bezwaren van Greenpeace.

Lees hier de voorlopige uitspraak met zaaknummers 201100786/1 en 201102340/1.